Japan 2 jaar na Hirosjima '

De overlevenden van Hirosjima, die aan de eerste atoombom ontsnapten, herdenken volgens Amerikaanse persagentschappen op feestelijke wijze! na twee jaar het feit, dat deze bom een einde maakte aan de oorlog en een nieuw tijdperk van vrede en „vriendschap tussen het Japanse en Amerikaanse volk” inluidde. Japanse kruiperigheid voor de overwinnaar? Het enige respect dat zij kennen: de eerbied voor de grotere macht en het practisch effect? Een grote onverschilligheid voor het mensenleven naast waardering voor een gewaarborgde welvaart? Het zal niet zo eenvoudig zijn de Japanse ziel op dit punt te doorgronden, maar zeker is, dat alles wat Amerika en Amerikaan is, de

door Amerika gebrachte democratie Inbegrepen, op het ogenblik in „het land van de kersenbloesems” hoog in aanzien is.-

Generaal Mac Arthur brengt deze democratie-op-zijn-Amerikaans als een medicijn voor alle fouten, die het totalitaire regime in Japan kenmerkten, en wel in zeer sterke dosering: zo heeft hij gedecreteerd „in April verkiezingen” en -wel zeven binnen drie weken, o.a. die voor burgemeesters (vroeger steeds benoemd als voor de werkelijke heersers in Japan betrouwbare ambtenaren, zonder rekening te houden met de voorkeuren van de bevolking), voor de gemeenteraden, voor de districtsprefecten, voor de senaat en voor de Kamer

AAN DE REIZIGERS V

Bestijg den trein nooit zonder uw valies met droomen, Dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen.

Zit rustig en geduldig naast het open raam: Gij zijt een reiziger en niemand kent uw naam.

Zoek in ’t verleden weer uw frissche kinderoogen, Kijk nonchalant en scherp, droomrig en opgetogen.

Al wat ge groeien ziet op ’t zwarte voorjaarsland, Wees overtuigd: het werd alleen voor u geplant.

Laat handelsreizigers over de filmcensuur Hun woordje zeggen: God glimlacht en kiest zijn uur.

Groet minzaam de stationschef achter hun groen hekken. Want zonder hun signaal zou nooit één trein vertrekken.

En als de trein niet voort wil, zeer ten detrimente Van uwe lust en hoop en zuurbetaalde centen,

Blijf kalm en open uw valies; put uit haar voorraad En ge ondervindt dat nooit een enkel uur te loor gaat.

En arriveert de trein in een Vreemdsoortig oord. Waarvan ge in uw bestaan den naam rtooit hebt gehoord.

Dan is het doel bereikt, dan leert gij eerst wat reizen Beteekent voor de doolaards en de ware wijzen.

Wees vooral niet verbaasd dat, langs gewone boomen. Een doodgewone trein u voert naar ’t hart van Rome.

JAN VAN NIJLEN

JAN VAN NIJLEN – GEDICHTEN 1904-1938 – UITGAVE STOLS – MAASTRICHT

van Xfgevaardigden. Ëh er zijn werkelijk enige waaruit valt af te leiden, dat de Japanners iets van de les van Mac Arthur leren: zo gingen de socialisten, die het werkelijke belang van het gewone volk nastreven, van 98 tot 143 zetels vooruit ten koste van de „liberalen” en „democraten”, achter welke namen het oude conservatisme zich had verscholen; ook de communisten gingen achteruit (van 16 op 4), hier als'anti-Amerikaanse partij nog minder populair dan elders en enige onafhankelijken.^

Een mogelijk betrouwbaarder verschijnsel van werkelijk begrip voor de ■ democratie was het betrekkelijk geringe succes dat de heer Tomoso Ogawa heeft gehad met zijn „verkiezingsstunt” om in de Senaat te komen. Ogawa is een zeer rijke fabrikant van geneesmiddelen, maar van een zo twijfelachtige reputatie, dat grote kranten weigeren zijn naam te vermelden; hij stichtte een „Imperialistische pro-Amerikaanse partij” en liet in zijn district een grote vrachtauto met een reusachtig portret van Mac Arthur rondrijden. Voor iedere verkiezingsrede, die hij staande op deze auto hield, knielde hij voor dit portret en riep: „Laat ons bidden voor Mac Sam, onze redder” en na vrij onsamenhangende redevoeringen was het einde ook weer: „Laten wij bidden voor het geluk van Mac Arthur en de goede en zachte mevrouw Mac Arthur”. Hij werd gekozen, maar op het nippertje.

Een goed teken, van een heilzaam preventief karakter was het gok, dat 13 van de 46 prefecten van het oude keizerlijke bewind niet herkozen werden. En eveneens, dat de vrouwen bij deze verkiezingen, waaraan zij voor het eerst mochten deelnemen, toonden meer zelfrespect te hebben gekregen. Zo verhaalt de correspondent van de Gazette de Lausanne, Bernard Valery, een aardig staaltje uit het dorpje Foujisawa, waar een vrouw met de bekende baby op de rug uit de rij werd gedrongen door een brutale Japanner met veel gouden tanden; zij gaf hem een stevige elleboogstoot terug en riep: Duw mij niet, wij zijn nu in een democratisch land!” Een ogenblik stilte in het volle stemlokaal, daarna een bewonderende kreet uit honderden monden, de man kreeg een kleur en ging naar zijn eigen plaats terug. Op zichzelf een incident van niet al te groot belang, maar onder het Amerikaanse bewind vatten honderden en duizenden op deze wijze moed en dat alles blijft niet zonder uitwerking.

Mac Arthur wil op deze wijze zo spoedig mogelijk het Japanse volk „heropvoeden”, opdat de bezetting zo spoedig mogelijk na de vrede (over welks procedure veel discussie is) kan wègtrekken of althans -sterk verminderd kan wordën en de hoge kosten van het Amerikaanse bestuur eindigen. De Amerikanen zullen daarom ook moeite doen Japan weer een vrij stevige economische basis te geven, opdat het volk het ondergegane imperalisme niet al te zeer betreurf; en misschien ook wel om zeker tegenwicht achter de hand te hebben, voor het geval China al te machtig mocht worden op den duur. Dat dit alles niet al te zeer naar de zin is van landen die sterk onder de bedreiging van Japan hebben geleefd, als de Chinezen zelf, de Australiërs en de blanken in Indonesië, laat zich begrijpen. Op de komende vredesconferentie zal daar ook nog wel menig hartig woordje over vallen. Maar misschien heeft Mac Arthur met zijn psychologische aanpak van het Japanse volk toch gelijk.

W. VERKADE.