leven waarvan 1 Tim. 2:2 spreekt en deze kan dat naar haar aard en haar in het volksbesef rustend bestaan ook garanderen.

Toen dan ook de republikeinse regering uit het Indonesische volk als overheid opkwam, betekende dat een feitelijke verschuiving van de verantwoordelijkheid, die samenviel met de feitelijke verschuiving van de macht.

De enig juiste politiek, die we dan ook hadden behoren te volgen, was zich bij deze verschuiving neer te leggen, haar te erkennen en haar zoveel mogelijk materieel en moreel te bevorderen door de Indonesische regering steun te verlenen. Verantwoordelijkheid is een van die grote woorden die in deze kwestie gebruikelijk zijn. Men kan echter met grote woorden kleine motieven heel gemakkelijk camoufleren. Men kan er kromme dingen mee recht praten. Verantwoordelijkheid is geen laatste, om zo te zeggen boven-redelijke en boven-zedelijke grootheid, die we niet naar haar papieren zouden mogen vragen. Men moet haar kunnen funderen op aannemelijke gronden. Niemand is zo zonder meer verantwoordelijk. Ook een regering niet, die de macht heeft. Men wordt het pas doordat men verantwoordelijk gesteld wordt. We kunnen ook onszelf niet verantwoordelijk stellen. Wie ons verantwoordelijk stelt, dat is onze naaste. Voor wie de macht heeft, is dat de mens over wie hij macht heeft. Ze ontstaat door de aanspraak, die deze op ons laat gelden, door de hulp, de steun, de leiding, die hij van ons verwacht. Die Van hem uitgaande vraag roept onzerzijds om een antwoord en dat stelt ons ver-antwoord-elijk. Wie

in de volksgemeenschap de rnacht op zich neemt, neemt daarmede ook de verantwoordelijkheid op zich, wanneer het volk m.et vertrouwen, met verwachting naar hem opziet

Is dat niet of niet meer het geval, verwacht het volk hulp, leiding en steun van een ander, dan komt de verantwoordelijkheid van de bestaande macht in de lucht te hangen.

Het Indonesische volk stelt ons niet meer veraijtwoordelijk. Niet naar Batavia, maar naar Djocja richten de millioenen hun blik. Het zou een verstandige politiek geweest zijn dat te Dan was er waarschijnlijk reeds lang een geordend staatswezen ontstaan, waarin de Indonesische mens een stil en gerust leven kon leiden. In plaats daarvan hebben we deze – uit het volk opgekomen regering op allerlei manier een stok tusen de benen proberen steken, onder de leuze van onze

verantwoordelijkheid. Men kan nog hoogstens van een Nederlandse verantwoordelijkheid spreken ten aanzien van die bevolkingsgroepen ik denk aan Indo-Europeanen en Ambonnezen die zo onze Nederlandse geest en ons wezen geassimileerd hebbén, dat ze zich in de republiek wel in hun existentie moeten bedreigd gevoelen. Zij zien naar ons op. Hen mochten we inderdaad niet in de steek jlaten. Onszelf verantwoordelijk stellen. waar de andere van onze verantwoordelijkheid niet gediend is, is een wel heel wonderlijke zaak, die sterk onder verdenking staat van iets anders te zijn, dan w’aarvoor ze zich uitgeeft. Een reden om haar papieren aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen! Ds L. NIEUWPOORT

AT* c A WlPrih/y l'fCOl'

Komt er in Amerika een nieuwe economische crisis? Dat is de vraag, die niet alleen in Amerika, maar over de gehele wereld wordt gesteld. De loop der effectenbeurs in Wallstreet wordt met aandacht gevolgd. Profetieën van deskundigen op dit terrein trekken direct de aandacht. En terecht. Want de gehele wereld is op dit ogenblik economisch in hoge mate afhankelijk van hetgeen er in Amerika gebeurt,

Er is te dezen aanzien niet veel reden voor optimisme. Men houdt in Amerika nog krampachtig vast aan het kapitalisme. Welnu, de geschiedenis heeft voldoende geleerd, dat een der eigenaardigheden van het kapitalistische productieproces juist is, dat periodes van hoogconjunctuur en laagconjunctuur elkaar periodiek af wisselen. Op dit ogenblik beleeft men weer een periode van grote voorspoed. Dat is ook in overeenstemming met de ervaringen na iedere grote oorlog. Men denke maar aan hetgeen wij na 1918 hebben beleefd. Het enorme tekort aan alle mogelijke artikelen gedurende de oorlog ontstaan, moet worden aangevuld. Daardoor breidt het productieproces zich enorm uit. Maar het kritieke moment komt dan, wanneer de productie-uitbreidingen moeten worden stopgezet, omdat de afzet gaat stagneren. In Amerika is ook gedurende de wereldoorlog de productie enorm vermeerderd. Vanaf 1940 tot 1943 was er een stijging van niet minder dan 50 %, gevolg van de onverzadiglijke eisen der oorlogsmachine. In de vooruitgang deelde ook de agrarische productie. Deze vermeerderde in die periode met ongeveer 25%. In de latere jaren is het tempo stijgende gebleven. In zijn „The coming crisis” verwacht Fritz Sternberg ' dan ook met grote zekerheid een spoedige ernstige Amerikaanse crisis. Hij wijst erop, dat de afzetmogelijkheden de grote productiemogelijkheden geenszins hebben bijgehouden. Naar zijn mening zou daarom 'een belangrijke vermeerdering van het verbruik op de binnenlandse markt nodig zijn. Maar aldus de moeilijkheid dit is in het kapitalisme niet zonder ernstige schokken te bereiken.

De vraag rijst óf de enorm gestegen productie een plaats kan vinden op de buitenlandse markt. Wanneer de uitvoer sterk zou kunnen worden opgevoerd, dan zou daardoor de buitenlandse markt in de plaats kunnen treden van de beperkte binnenlandse vraag. Evenwel moet men reeds aanstonds hierbij rekenen met het feit, dat van de Amerikaanse productie altijd slechts een zeer klein percentage werd uitgevoerd. Het bewoog zich nooit hoger dan tussen de 5 en 10%. Op dit ogenblik heeft Amerika van nieuwe uitvoermogelijkheden naar het buitenland weinig te verwachten. West-Europa is sterk verarmd en kan alleen door allerlei kunstmiddelen het allernoodzakelijkste in Amerika blijven kopen. China, een land met een enorme bevolking, staat nog op een zeer laag levenspeil, kent nog weinig industrie, is door de oorlog ernstig getroffen en wordt verscheurd door inwendige politieke strijd. Ruslarid heeft wel veel kapitaalgoederen nodig om de verwoeste industrieën weer op te bouwen, maar is geheel autarkisch ingesteld en wordt door ideologische en politieke tegenstellingen helaas telkens meer van Amerika verwijderd.

De „vorst dezer wereld” en één van de dwaze maagden. Figuren aan een portaal van de Dom te Straatsburg. De vorst van deze wereld, als aanvoerder van de dwaze maagden, stelt voor aardsgezindheid, lichtzinnigheid en zonde, waartegenover aan de andere zijde van het portaal de wijze maagden, geleid door Christus, de deugd weergeven. Gothiek ± 1300.

Ik zou mij niet gaarne aan een profetie willen wagen, wat de gevolgen van een