De boodschap der eeuwen

In de bezettingstijd^zijn enkelen overleden, wier heengaan in normale omstandigheden veel meer de aandacht zou hebben getrokken, dan het in de vréselijke oorlogsjaren het geval is geweest.

Tot deze enkelen behoort Dr Gerardus Horreüs de Haas, die op 24 April 1943 te Zwolle stierf.

In het Jaarboek van de Maatschappij voor Nederlandse Letterkunde, dat in 1946 verscheen, heeft Dr Proost zijn levensbericht geschreven. En nu, aan het einde van 1947, publiceert De Arbeiderspers een prekenbundel van Horreüs de Haas, een prachtig uitgegeven boek van bijna 300 bladzijden. Voorin het portret van de prediker.

De titel van het boek luidt: De boodschap der eeuwen! *) – .

Wij verstaan het, dat de broer van de prediker, die zijn prekenbundel bij het publiek inleidt, dit doet met weemoed en dankbaarheid, weemoed, omdat het De Haas niet gegeven is geweest, zelf de uitgave te verzorgen, dankbaarheid, omdat wij, na jaren van onderdrukking eindelijk weer vrij, nog eens de stem van De Haas mogen horen.

Het ligt voor de hand, dat deze preken, waarin De Haas zfch voluit gegeven heeft, vooral in de kring van Tijd en Taak zijn lezers zal vinden.

Tijd en Taak is de voortzetting van De Blijde Wereld. En Horreüs de Haas was één van de meest bekende Blijde-Wereld-dominé’s. „Toen wij”, zo zegt hij bij de herdenking van zijn veertigjarige ambtsvervulling, „een grote volksbeweging zagen opkomen, die voor de nieuwe maatschappelijke orde wiide strijden, toen greep ook ons dat aan en wij 'werden religieuze socialisten, in dienst van wat men noemde het ideaal van een Blijde Wereld”. In de SDAP zag De Haas de gerechtigheidseisen van het Evangelie belichaamd en hij gaf zich met inzet van al zijn kracht voor de strijd voor het socialisme.

Toch valt het mij niet gemakkelijk om de prekenbundel van Horreüs de Haas enthousiast aan te bevelen. Wanneer ik eerlijk ben, moet ik zelf zeggen: het is mij on-Inogelijk.

Misschien zou De Haas zelf de eerste zijn, om het te begrijpen. Deze prediker was voor alles een eerlijk en oprecht man. Hij zou het zeker niet op prijs stelien, dat ik tegen het diepste van mijn geloofsovertuiging in de lof van zijn preken zou verkondigen. Of het mij dan ontbreekt aan waardering en respect voor deze nobele mens en vurige strijder?

Ik herinner mij het is jaren geleden dat ik samen met Horreüs de Haas in Amsterdam zou spreken voor de drankbestrijding. Wij zaten beiden in de trein óp weg naar het Concertgebouw. Horreüs de Haas kende mij niet, ik hem zoveel te beter. Hij zat in een hoekje, gebogen over zijn toespraak. Precies zoals hij voor in de prekenbundel afgebeeld staat. Een karakteristieke kop. Een boeiende figuur. Ik heb gedurende de hele treinrit naar hem zitten kijken in een jongensachtige bewondering.

•) De Boodschap der Eeuwen, uitgave N.V. De Arbeiderspers, ƒ 5,90.

Neen, in waardering en respect voor Horreüs de Haas wens ik voor niemand onder te doen. »

Maar de titel van de prekenbundel luidt: De boodschap der eeuwen! En Horreüs de Haas wilde een verkondiger van het Evangelie zijn.

De Haas was vrijzinnig, kind van de moderne vaderen der negentiende eeuw: Scholten, Kuenen, Pierson. Hij wilde het geloof grondvesten op ervaring en rede. Hij was zeer zeker geen bekrompen rationalist. Wanneer hij over de rede sprak, deed hij dat in de Platonische, Kantiaanse en Hegelse zin van het woord. Maar hij heeft toch heel zijn leven het geloof in de rede beleden. Het was ook aan zijn initiatief te danken, dat in 1934 de Linkse Werkgroep van Moderne Theologen werd opgericht. Het Vrijzinnig Protestantisme werd naar zijn overtuiging bedreigd door de vrijzinnige theologen zelf.

Ten opzichte vafi deze belangrijke kwesties, die de diepste levensvragen raken, sta ik mijlen ver van Horreüs de Haas af. Daarom mis ik in deze prekenbundel zeer* wezenlijke elementen van het Evangelie.

Voor Horreüs de Haas is het Christendom een zedelijke religie. Voor mij ook. Maar voor mij is het christendom veei meer. Het Evangelie gaat in deze preken vrijwel geheel op in ethiek en dat betekent voor mij een noodlottige verarming van het Evangelie.

Voor mij is Christus geen symbool en geen eeuwig teken, maar zéér wezeniijk Heiland en Heer. Voor De Haas zijn de geboorte, de dood en de opstanding van Christus herhaalbaar. Christus wordt altijd opnieuw geboren, zoals Hij ook altijd opnieuw sterft en opstaat uit den dode. Er, is een eeuwige Christus-waarheid en een eeuwige Christusgeest. Voor mij zijn-de geboorte, de dood en de opstanding van Christus de grote onherhaalbare verlossingsdaden van God midden in de werkelijkheid der wereidgeschiedenis.

Daarom kan De Haas het wezen van het Christendom omschrijven zonder over Jezus Christus te spreken: alle materialiteit wordt

verheven tot idealiteit, de werkeiijkheid wordt gezien in eeuwig verband en tot een heilige zin omhoog gedragen. Het natuurlijke leven wordt een rijk des geestes. In de bijbel zocht De Haas naar de eeuwige religieuze waarheid. Het Rijk Gods is voor hem het eeuwig ideaal, de eeuwige harmonie, een rijk van waarheid, gerechtigheid, barmhartigheid en liefde, de verwezenlijking van het hoogste goed in hart en wereld.

Het sterkst besefte ik het. principiële verschil, toen ik zijn Kerst-, Faas- en Pinksterpreek las.

De waarheid van Pinksteren is niet die van de kerkelijke belijdenis, maar die, welke een latere wijsbegeerte wilde erkennen, als zij van God spreekt als van de Oneindige Geest, die natuur en mensheid wordt en die als de geest van waarheid en heiligheid het menselijk hart tot de hoogste bewustheid vormt.- De waarheid van Pasen is niet die van de oude christelijke geloofsvoorstellingen, maar deze, dat de Geest niet sterven kan. De sterfelijke Jezus is begraven, maar Christus leeft als eeuwige waarheid' en eeuwige kracht in ons hart. Er is een eeuwig Christus-leven, dat door de eeuwen gaat, dwars door de nacht van lijden en van dood.

Ds G. J. Horreüs de Haas

De waarheid van Kerstfeest is niet de letterlijke inhoud van het oude bijbelverhaal. Het Woord is vlees geworden, zegt Johannes. De Haas zegt: vergeet niet, dat het Woord nog altijd vlees wil worden, niet alleen in Bethlehem, maar ook in Zwoiie. Er is een eeuwig Kerstmis.

Zo kan De Haas de woorden „waakt en bidt” een samenvatting vinden van heel de godsdienstige boodschap der eeuwen, piet de dubbele klank van het „orate”, het naar het eeuwige en onuitsprekelijke gekeerde innerlijke leven, en het „vigilate”, het in kracht van de hoogste gedachte waakzaam zijn en actief in de ons omringende wereld. Ik zal mijn geloofsovertuiging niet tegenover die van De Haas plaatsen. Het is er mij alieen om te doen,.te laten gevoelen, waar de verschillen liggen. In het christelijk geloof gaat het mij zeer bepaald om Jezus Christus; God, die mens werd, om Jezus Christus, die geboren werd, stierf en uit den dode opstond, ééns voor geed, onherhaalbaar.

Ik mis in deze preken, wat De Haas beschouwt als de vergankelijke en voor de moderne mens onaanvaardbare voorstellingen van de Bijbel en wat voor mij de blijvende en voor de moderne, evengoed als voor de antieke mens, reddende boodschap van de Bijbel is. Ik zeg dit niet als een ketterjager. Het oordeel is aan God. Maar ieder van ons heeft te getuigen van de waarheid, die hij als de laatste en diepste bevrijdende waarheid gevonden heeft. Zo kan ik met heel veel in deze preken onmogelijk instemmen. Zo zet ik achter heel veel een vraagteken. Zo mis ik telkens het meest wezenlijke.

Des te meer schaam ik mij echter, dat ik in deze preken vind, wat ik altijd opnieuw mis in de preken van hen, die mijn geestverwanten zijn: de bemoeienis met de grote nood van maatschappij, volk en wereld, die geboren wordt uit een waarachtig christelijke bewogenheid.

De theologie van Horreüs de Haas is mij volkomen vreemd. Maar met Ds Strijd zeg ik: „wanneer ik bemerk, hoe in deze mens een diep evangelisch besef heeft geleefd, dat het onrecht en de onbarmhartigheid tegenover grote volksgroepen in naam van God en Christus moeten worden te niet gedaan, dan zie ik hierin een stuk van het christelijk belijden, dat helaas in alierlei