De Gasperi’s tdomf

Geheel Europa en Amerika hebben in ademloze spanning op de uitslag der Italiaanse verkiezingen gewacht. Want hier werden niet alleen maar een aantal Italiaanse binnenlandse geschillen uitgevochten, maar voor alles waren zij een grote slag in de „koude oorlog” om politieke en economische macht tussen de Sowjet-Unie en de U.S.A. en om de macht over de geesten tussen Rome en Moskou. En het buitenland heeft zich dan ook niet onbetuigd gelaten in deze strijd; evenzeer hebben tal van argumenten van internationale aard een rol gespeeld bij de bewerking van de Italiaanse kiezers. Dit liep van het Amerikaans-Brits-Pranse initiatief tot teruggave van Triëst en misschien zelfs enige koloniën en wapenleveranties uit Zuidslavië aan Italiaanse roodhemden tot de simpele briefjes der Nederlandse katholieken als gevolg van pater Henri de Greeve’s actie; en het telegram van communiserende Lagerhuisleden tot aanmoediging van Nenni, de bondgenoot van Italië’s communistenleider Togliatti. Terwijl de christendemocraten zwaar geschermd hebben met het lot van Tsjechoslowakije en de terreur, die Kerk en volk zouden ondergaan in geval van een Volksfront-overwinning, hebben de communisten vooral het argument van het oorlogsgevaar, gelegen in een de Sowjet-Unie vijandige overwinning, gehanteerd.

De uitslag

Toen het bericht kwam dat het op de 18e April in Italië mooi weer was, gaf dit de eerste verademing In West-Europa en Amerika: men wist dat alleen de communisten bij slecht weer fanatiek genoeg zouden zijn om massaal naar de stembus te trekken. En toen de volgende ochtend bekend werd, dat in veel districten 90% der kiezers aan de stemming hadden deelgenomen, lag het voor de hand, dat de katholieke massa’s de christendemocratische partij zouden hebben versterkt.

Doch dat de winst voor E)e Gasperi zo groot zou zijn, dat zijn partij van 207 tot stijgen, en daarmee (en met 48,7% der stemmen) in de Kamer een absolute meerderheid zou behalen, hadden toch weinigen verwacht. Niet alleen krijgt De Gasperi hierdoor met de 33 socialisten van Sarapt en Lombardo en de 9 republikeinen, die tot nu toe in zijn kabinet vertegenwoordigd waren een zeer stevige parlementaire basis, maar bovendien krijgt hij ook binnen deze coalitie een zeer machtige

v,- i. hierdoor getemperd de Senaat met zijn door f President benoemde oud-illegalen _ ® Volkspont behoren ® bondgenoten wel nodig heeft.

Betekent dit nu dat de communisten verslagen zijn? Uit de juichkreten die allerwege in de Katholieke en Amerikaanse pers opstijgen, zou men licht die indruk krijgen, maar het is toch slechts in zover waar, dat zij er niet in geslaagd zijn hun invloed te vergroten en Itaiië zo in hun macht te krijgen. Maar van een teruggang is geen sprake. In plaats 179 zetels zal het Volksfront er in de Kamer nu 182 hebben. In feite is de Christendemocratische winst dus veel eer te danken aan het uiteenvallen der partij van de „Gewone Man” (L’Uomo Qualunque”) en het ineenschrompelen der kleinere partijen, dan aan winst op socialisten en communisten. Veel belangrijker is enerzijds dat De Gasperi thans geen steun zal nodig hebben van het Nationale Blok (liberalen en qualunisten) of van de Monarchisten, laat staan van de neofascisten van de „Sociale Beweging” (die slechts 6 zetels verwierven); en anderzijds, dat de regeringsgetrouwe anti-communistische socialisten er in geslaagd zijn 33 zetels van 115, die in 1946 aan de toen nog ongedeelde socialistische partij onder leiding van de pro-communistische Nenni toevielen, te veroveren en daarmee de derde

.... , , party des lands zijn geworden. Dit betekent dat de geschoolde arbeider uit Milaan en Turijn voor een belangrijk deel gerioeg heeft gekregen van de communisten en hun vrienden en dat hij inziet, dat zijn welvaart en democratische vrijheid afhankelijk zijn van een welslagen van het Marshall-plan, zoals het succes van De Gasperi’s partij te danken is aan het feit dat de pachtboeren uit Zuid-Italië en vooral hun vrouwen, niet achter de communistische propaganda voor de verdeling van het groot-grondbezit zijn gelopen doch veeleer het parool van de Kerk hebben gevolgd Dat de R.. Kerk met haar openlijk partijkiezen in deze stembusstrijd wel hoog spel heeft gespeeld en terwille van de Westerse solidariteit en de veiligheid van de Pauselijke residentie, ernstige inbreuk heeft gemaakt op het christelijk beginsel dat slechts de weg van het Kruis de weg van de overwinning in deze wereld is, wordt door velen als een ernstige schaduw op de overwinning gevoeld en dat niet alleen door protestanten, maar ook door vele katholieken,

. De gevolgen

De gevolgen van deze uitslag zijn vele; allereerst dat De Gasperi met de bekwame partijloze ministers, Einoudi (Financiën) en Pforra (Buitenlandse Zaken) en met een aantal Saragat-sodialisten, en republikeinen zal kunnen blijven doorgaan in de huidige

e werk was gegaan, het nationalisme in de kaart had gespeeid, en alleen maar zöu bereiken, dat de rol van de .Nederlanders spoedig afgelopen zou zijn. Wij kennen die geluiden! Wij vernemen ze ook nu van bepaalde kant. Wat Van Limurg stirum betreft, heeft de geschiedenis uitspraak gedaan. En nooit vergeet iK net psprek (in 1925) met de hoofdadmmistrpeur van een onzer grootste pltuurondernemingen op Midden-Java, tp sterker woord pni “ veroptreden van deze G.G., Pio-pniutweten wij t H u /ft het alleen deze zittpn pn rinnr fustig f V Dat was Stirum* fS mpt hadden. En toen ik, dp Tim!n bekpde Taraan-Siswo school waar het

nationalistische streven gestuwd en geleid werd (wie zegt daar, dat dit pas in de Japanse tijd opkwam?) vernam ik persoonlijk van de bekende leider Soewardi Suryaningrat (door G.G. Idenburg 10 jaar vroeger wegens communistische propaganda verbannen, d.och 6 jaar later teruggekeerd) dat ook hij dankbaar was voor het hoge beleid van deze G.G., omdat het wederzijds vertrouwen er weer door hersteld was en op deze basis weer met de Nederlanders worden samengewerkt. » »

* Voor Van Limburg Stirum was alles wat hij als G.G. voor de bevolking deed uitsluitend een zaak van recht en gerechtigheid. Dat Recht was voor hem niet gebonden aan bepaalde opvattingen of bepaalde volkeren (hoe worstelen wij in deze na-oorprobleem!) maar geworteld in hoge onaantastbare normen, wpraan hij onwrikbaar vasthield. Zijn phtgenote stond hem daarbij even vastberaden en moedig terzijde. Op zelfver-

loochening en onbaatzuchtigheid wilde hij in die kritieke tijden het Nederlandse gezag vestigen. Smartelijk is het voor hem geweest, dat beloften, door hem namens de regering gedaan, later niet zijn ingelost, Hij had de eerste schreden gezet op een nieuwe weg, maar men aarzeide deze weg doeibewust te volgen. Dat gaf grote teleurstelling en verschafte steeds weer nieuwe argumenten om wantrouwen wakker te houden. Bij de invoering van de nieuwe Indische Staatsregeling in 1925, toen ook in Nederland de onrust van 1918 bezworen kwam er van de in de grondwet van 1922 mogelijk gemaakte meerdere zelfstandigheid van Indonesië niet veel terecht. Veeleer werd, vooral door het bekende amendement Feber, het zwaartepunt van de Indische regering in principe verlegd van Buitenzorg naar Batavia. De motiis van Soetardjo (in 1936) en Wiwoho (in 1940) konden hierin geen verandering brengen. Maar laat ons bij het herdenken van Van Limburg Stirum niet spreken over later verzuimde kansen, doch getuigen dat hij