ÆUNDE GHRISTENEN

Een Zwitsers Rooms-Katholiek tijdschrift van standing, heeft een speciaal nummer van een 180 bladzijden dik gewijd aan het communisme. Wellicht zouden wij daaraan geen aandacht hebben geschonken, indien niet een Nederlandse uitgeverij een vertaling had aangekondigd: het boekje gaat dus ook in Nederland ren rol spelen. Nu gaat de zaak ons meer ter harte. Te meer, omdat wij ook overtuigd zijn, dat het communisme als bedreiging van ons Europeesdemocratisch levensbesef en de daarmee verbonden instellingen overwonnen moet worden.

Er staan stellig waardevolle stukken in dit boekje, waaraan ruim 20 medewerkers een bijdrage af stonden, ook niet-R.K. Er treffen mij ook nog al wat dikdoenerige, al te gemakkeiy k-principiële afwij zingen en veroordelingen in het inleidend woord van de redacteur Siegfried Stretcher is daar een voorbeeld van („het aan Marx en zijn ijskoude abstracte gevoelloosheid toebedeeld, om de vierde stand als middel tot demonische doeleinden op te roepen en kunstmatig te organiseren” wat zagen we gezellig van dit hout lelijke planken! —). Daarom is het mij echter niet te doen. Ik wilde de aandacht vestigen op een rampzalige blindheid van enkele toonaangevende schrijvers in dit boekje, die hun en ons duur te staan zal komen. Zij menen oprecht uit roeping en geloof te vechten maar zijn wezenlijk blind, althans op dit punt.

Dat kan ik het best illustreren aan wat een der medewerkers aldus formuleert: het is de dringende taak der Christelijke boodschap aan onze sociaal zieke wereld om tegenover het communisme der aardse goederen de communie der heiligen te plaatsen. Zo deden het vroeger de kerkvaders ook: de gezindheid der Christenen veranderen, hen in een geest van liefde te beinvloeden, opdat de christelijk denkenden vrijwillig de hardheden der wereld gelijkmaken en de veelvoudige nood lenigen. Ik beken openhartig: het verbijstert mij, dat ernstige mensen in het jaar 1948 nog zó kunnen schrijven, en als voorlichters worden aanvaard. Het komt practisch neer op de stelling: persoonlijk liefdebetoon verandert de structuur der samenleving. Ik

wil onze lezers niet beledigen door nog eens deze stelling te bestrijden ons socialistzijn betekent immers, dat wij met dit goed bedoelde individualisme hebben afgerekend.

Wel komt het mij zinvol voor, om in te gaan op de eerste zin van de zoëven geformuleerde stelling: tegenover het communisme der aardse goederen de communie der heiligen. Ik kan die laatste term wel zo lezen, dat zij ook voor mij de beslissende waarde wordt: de gemeenschap met de geest van de levende Christus, de bezieling voor ons leven geput uit Zijn levende aanwezigheid. Maar ook dan, wanneer ik de term aldus uit het kerkelijk-dogmatische overbreng naar het religieus-geïnspireerde, wordt de hier uitgesproken waarheid tot een gevaarlijke misleiding, tot een blinddoek.

Zakelijk en realistisch: wat maakt millioenen mensen tot communisten, vroeger in Rusland, nu in Europa, Nederland, China, Indonesië? Antwoord: het onrecht en de tyrarmie van het czarisme, van het adellijk groot-grondbezit, van het moderne kapitalisme; de honger en de armoe der proletariërs, terwijl de andere klasse zich in weelde kon baden; de ongelijkheid van levenskansen, waardoor de proletariër eeuwig proletariër bleef; de koloniale heersing, waardoor de arbeid der gekleurde volken de verrijking der kolonisators dient; de onwil der machthebbers om de vrijheidsstrijd der verdrukten te erkennen, zodat het hard tegen hard moet... M.a.w. de oorzaken van het communisme liggen in het soeiaalpolitieke vlak. Een radicale bestrijding van een overwinning op het communisme zal in elk geval dit soeiaal-politieke vlak grondig moeten veranderen.

Dit is allerminst in strijd met wat wij in ons blad voortd,urend hebben verdedigd: dat soeiaal-politieke activiteit zonder meer niet genoog is, dat organisatie gedragen en gevuld moet worden met geest, dat ook en vooral de mens innerlijk uit een nieuwe geestesgezindheid moet leven, wil het socialisme waarlijk broederschap en vrijheid brengen —■ wil men: dat „communie der heiligen” pas waarlijk tot de diepte van onze moderne kwalen gaat. Wij willen dat ook nu in alle ernst laten gelden. Maar

juist omdat het ons daarmee ernst is, geen stichtelijke versiering van ons leven, zeggen wij: dan moet als religieuze opdracht de strijd op het soeiaal-politieke vlak worden gestreden. Daé,r liggen de bronnen, die voortgaan het communisme te voeden, daar verzamelt het zijn millioenen om zich heen, daar bouwt het zijn burchten en versterkingen. Een Christendom, dat deze realiteit niet ziet, dat niet konkreet dat sociale onrecht vernietigt, is ook met de diepste geestelijke schatten der traditie in zijn kerken bewaard, blind en machteloos. Het hier ontwikkelde inzicht grijpt ver boven het communisme uit, al is dat in het huidige stadium de duidelijkste en gevaarlijkste tegenstander. Maar in wijder verband gezien is het communisme slechts één der vormen, waarin de moderne mens op het politiek-sociale vlak de ware vervulling van zijn mens-zijn zoekt. Wij komen dit type mens óók tegen in de burgerklasse, óók in de P.v.d.A., de mens, voor wie de levensvulling ligt in het politiek-sociale. Alweer: als ik dat verschijnsel ernstig neem, zal ik moeten vragen hoe het komt, dat de moderne mens daar, in dat politieksociale, de beslissende dingen van zijn leven zoekt: een menswaardig bestaan, bestaanszekerheid, organisatie van de vrede en de veiligheid. Oordeel over die medemens niet hoogmoedig, o Christen, maar vooral: wees er niet blind voor, dat daar de krachten liggen en werken, die voortgaan met het waarachtig godsdienstige besef te ondergraven en uit te hollen.

Opnieuw: de strijd zal op het politieksociale vlak moeten worden gestreden. Echter: uit een kracht, die zelve uit dieper dimensies komt. Wij zeggen: als religieuze opdracht. Is het feit, dat zowel het communisme nu als het nationaal-socialisme vroeger optreedt als pseudo-godsdienst niet een duidelijke aanwijzing, dat een ware overwinning dieper zal moeten rijpen dan politiek en sociale hervorming? Maar wee ons, als wij dit inziende, dè politieke en sociale strijd zouden willen overslaan en vluchten in het persoonlijk liefdebetoon. Het is de ergste wijze, waarop wij medeschuldig worden aan het instandhouden van onrecht. W. B.

Aan Spree, Ruhr en Main

Terwijl wij dit schrijven komen de eerste berichten over de verkiezingen in Berlijn binnen; d.w.z. de drie westeiijke sectoren; want de Oost-sector die onder Russisch toezicht staat, werd verhinderd aan deze reglementaire verkiezingen deel te nemen, Voorwendsel was: de verhuizing van het Beriijnse Stadsparlement naar het westen (wegens onvoidoende bescherming door de politie van commissaris Markgraf (ex-nazi) en van de Russische troepen tegen relletjes) en haar zgn. vervanging door een soort „Comité du Salut publique” onder leiding van de communistische zoon van Friedrich Ebert (de vroegere president). Werkelijke reden: de vrees voor een geweldige nederlaag van de Russische satelliet-partij, de zgn. Socialistische Eenheids-partij. Voor

twee jaar was de uitslag der Eerlijnse verkiezingen reeds een ernstige klap voor Moscou, toen de Sociaal Democratische Partij (waarvan het had wilien suggereren, dat deze in de S.E.D. met de communisten was gefuseerd) 49 % der stemmen haalde. Ditmaal werd reeds maanden tevoren voorspeid, dat de S.E.D. bij vrije verkiezingen minder stemmen zou halen dan zij leden had, omdat alle zelfstandigheid uit deze partij was verdwenen en alle macht in handen van in Moscou opgeleide functionarissen was. De blokkade van Berlijn heeft natuurlijk heel veel kwaad bloed gezet en het gezag der westelijke bezetters is overeenkomstig gestegen doordat zij met de „luchtbrug” toonden, hoezeer zij bereid waren tot offers om de dwang te weerstaan,

Als laatste redmiddel hadden de communisten nu een boycot en een agitatie tegen deze verkiezingen op touw gezet, waarbij zelfs het dreigement met „knokploegen” tegen vergaderingen in de West-sectoren niet werd versmaad. Het heeft alles niet veel uitgehaald: zieken, zwakken, ouden van dagen, communisten, van de S.E.D. of S.E.D.-ers afhankelijken, angstmeiers, ondergedokenen en totaal onverschilligen hebben met elkaar niet meer dan 15 % der niet-stemmende kiezers kunnen halen; omstreeks 85 % riskeerde de notering door communisten bij hun gang naar de stembus en koos voor 60 % S.P.D.; Jacob Kaisers christen-democraten en de liberalen hebben echter braaf meegeholpen.

De Beriijnse bevolking heeft door haar houding de reputatie van de vroegere „Reichshauptstadt” zeer verhoogd, vooral bij de bewoners der westelijke zones. Het is dan ook geen wonder, dat heei wat tegenstanders van een in Berlijn gecentraliseerd bestuur, zich bij de beraadslagingen over