uit Indonesië

De Redactie-secretaris mocht deze brief ontvangen, die hij de lezers van T. en T. niet wil onthouden. De inhoud spreekt voor zich zelf. Wij zetten onze actie voor lectuur door.

Zeer geachte Heer en Mevrouw Bomhoff,

Het verzoek om toezending van enkele exemplaren van Tijd en Taak zou ik graag nog eens trachten nader voor u toe te lichten.

Wij komen in Indonesië in aanraking met een bepaalde groep van opbouwproblemen. Er wordt vanzelfsprekend in Nederland veel geschreven over de problemen van de opbouw van een nieuwe Staat „Indonesië”. De wil van de bevolking is de stuwende kracht van deze grote en diep ingrijpende veranderingen, maar de Staat met zijn vele diensten regelt de koers van het geheel in elk afzonderlijk stadium. Men heeft na de oorlog met behulp van de beschikbare krachten zo goed en zo kwaad als het ging het vooroorlogse apparaat weer opgebouwd, dat nodig was om de zaken lopende te houden, maar nu is overal de vernieuwing aan de orde. Er komt zeer veel nieuw Indonesisch personeel, ongeoefende handen nemen allerlei werkzaamheden over, ambtenaren worden geconcentreerd in de bestuurscentra, vele nieuwe maatregelen zijn nodig om de na-oorlogse problemen de baas te kunnen worden, vrijwel niets kan onveranderd gehandhaafd blijven. En wanneer dat kan, dan is de personeelsvoorziening vaak zo moeilijk, dat men er slechts met grote inspanning in slagen kan het werk te verrichten.

En alles gaat hier om de aan-staande vrijheid. Voor de Indonesiërs is dat helemaal geen probleem meer. Het is voor hen een

onaantastbaar bezit geworden, gesymboliseerd in de datum van 1 Januari 1949. Maar nu kan men overal de opmerking horen, dat het organiseren van een vrijheid wel een allermoeilijkst probleem is, en inderdaad draait daar thans alles om. Terwijl men met ongekende moeilijkheden te kampen heeft om alles zonder stoornissen te doen functionneren, wordt nu bovendien de eis gesteld om dit volkomen nieuwe element van zelfbeschikking daarin te passen, en een vlotte aansluiting te verkrijgen bij deze overname van de opbouw en dit binnengaan in de moderne na-oorlogse wereld.

Wie geregeld de gang van zaken in Indonesië volgt kan zich enigermate een denkbeeld vormen van de ongekende moeilijkheden die zich voordoen in een gebied, waar politieke, economische, maatschappelijke en militaire vraagstukken elkaar voortdurend kruisen.

Men behoeft niet verbaasd te zijn wanneer men ziet dat de mensen die in dit proces betrokken zijn al hun aandacht vestigen op de „materiële” kant, de organisatie, de materiële voorzieningen. De neiging daartoe is des te groter, omdat alles hier via „diensten” geschiedt. Elk element van de opbouw heeft onderdak in een bepaalde dienst, en men neigt tot de mening, dat, wanneer men erin slaagt alle diensten vlot te doen functionneren, alles goed zal lopen. Deze hele organisatie is als al-omvattend bedoeld. En zo wordt het duidelijk, dat de Christelijke Kerk, die onder geen „dienst” onderdak gebracht kan worden, zich gesteld ziet voor een zeer bijzondere en zware taak. Er moet gezegd en bekend gemaakt worden in deze wereld, dat een opbouw zonder Christus geen uitkomst kan geven. Niet alleen mag men „de geestelijke kant van de zaak” niet uit het oog verliezen, (waarom zou men daar geen apparaat voor kunnen opbouwen?) maar de barmhartigheid van God in Christus Naam moet bekend gemaakt worden, en men moet weten, dat God het roepen der gevangenen, (ook der politieke gevangenen) hoort, en de ellende der armen en zieken kent, het lot van de tani en de koelie ziet en dat der vrouwen, en dat God gerechtigheid eist en zondaren roept tot bekering.

Er zijn immers in deze wereld andere dingen, die men makkelijker ontdekt. De vrijheid brengt blijkbaar met zich voor ieder die zich een plaats bij de opbouw weet te verwerven 'een stroom van schone dingen, grote auto’s, aanlokkelijke distributieartikelen, diensten die de verantwoordelijkheid schijnen over te nemen, plastic riemen en kleding waarmee je een meneer kunt worden, grote dienstreizen per vliegtuig, zeer moderne ontspanning, enz., enz. En een

„dienst” om al deze aspecten van de zaak op hun juiste waarde voor de gehele opbouw te brengen, is er niet; tenzij er mensen zijn die het doorzien, en er een Kerk is, die getuigt.

Daarom kunnen wij niet ontkomen aan de eis die met de boodschap van het Evangelie gegeven is. De gedachten der mensen zijn nu eenmaal gevangen in het grote gebeuren van de komende vrijheid. Die vrijheid wordt vaak zeer intensief beleefd en het beeld ervan is voor velen een heilig beeld. Het Evangelie stelt het in een ander licht. Het kent het woord vrijheid nog een andere inhoud toe, en stelt andere voorwaarden voor het werkelijk worden daarvan. Het stelt de vrijheid der mensen afhankelijk van het kind zijn van God.

De wijze waarop over di? vrijheid gesproken wordt moet echter overeenstemmen met de noden van deze wereld. Wanneer wij dan mensen ontmoeten, die al zijn ze misschien ogenschijnlijk snel afgeleid door het actuele gebeuren zoeken naar de werkelijke grondslagen van hun bestaan, en die bovendien een diep besef hebben, dat het geen zin heeft eigen klein bestaan te redden, wanneer niet er een antwoord gevonden wordt op de grote problemen waardoor de wereld geteisterd wordt, zoals oorlog, ongerechtigheid zoals massa-onderdrukking, kapitalisme en communisme, enz., dan behoren wij met hen ook te spreken over de macht en de onmacht van het Evangelie ten opzichte van deze dingen.

Zij moeten een eerlijk beeld zich kunnen vormen, en zij willen dat ook, van de plaats die de kerk in de wereld inneemt. Maar wanneer zij daarover moeten lezen in een al te technische taal, dan vermoeden zij licht dat de moeilijke woorden de ware onmacht trachten te verbergen.

Het Nederlands is een vreemde taal, waarmee zij min of meer moeite hebben, daarom moet het eenvoudig zijn. En zo viel onze aandacht op Tijd en Taak. Het is niet het enige wat we gebruiken kunnen en dat gelezen wordt, maar het is vaak nuttig, en daarom zijn wij dankbaar voor de hulp die we hier vinden.

Ik hoop er in geslaagd te zijn u enigermate duidelijk te doen zien, in welke wereld een ontwikkelde Indonesiër zich beweegt, en wat tot onze taak in die zelfde wereld behoort.

inderdaad in de bijbel, en geldt ook van ideeën. Een volstrekte geheelonthouding kan dus ook met het oog op principes en ideeën niet worden aanbevolen. Maar er staat ook in de bijbel, dat dronkaards het Koninkrijk der hemelen niet zullen binnen gaan. Omdat er ook een dronkenschap in ideeën bestaat, is hier nuchterheid niet alleen aanbevelenswaardig, maar ook geboden. De mens mag wel ideeën en principes en programma’s hebben, maar hij moet er niet aan geloven, niet daarvoor leven, niet hen dienen. Die ideeën, principes en programma’s moeten óns dienen, zij moeten er toe dienen onze taak van bijstand en hulp te vervullen, zij moeten onze menselijke solidariteit dienen.”

„Onze principiële bagage moet zeer licht zijn, wanneer zij ons bij de taak (der sociale rechtvaardigheid) niet hinderen zal en wanneer zich onder deze bagage nog allerlei schietgerei zou bevinden, dan kon nu het ogenblik wel eens zijn aangebroken, om ons daarvan absoluut te ontdoen.” J. G. v. d. PLOEG.

KERK EN WERELD i Programma voor de Conferentie van Ambtsdragers i en Gemeenteleden wonende in plattelandsgebieden, te houden op De Hoi-st te Di-iebergen van Woensdag 29 December 16 uur tot Vrijdag 31 December 12 uur, olv. ds F. J. Pop, vooratter van Kerk en i' Wereld.

Woensdag 29 December: i 16-17 uur: Ontvangst en thee. Openlng van de i conferentie door ds P. J. Pop. i 19.30 uur: De industrie komt in het dorp, door de heer E. S. van Veen, burgemeester van Aalte.

Donderdag 30 December: j 9.45 uur: Bijbelstudie. \ 15.00 uur: Het moderne leven komt in het dorp, ; door ds J. C. Bakker, Oosterhesselen. i 19.30 uur: De Kerk in het doi-p, door ds A. J. Jö, j Almelo. __ Vrijdag 31 December: 9.45 uur: Wat kan ik doen in mijn doi-p?, door de heer E. M. van Diffelen, directeur van Kerk en : Wereld.

: De cMnferentie wordt te 12 uur gesloten, zodat de j deelnemere nog tijdig liun woonplaatsen kunnen ! bereiken, bijv. aankomst Goes 16.49 uur, Maastricht 17.54 uur, Zwolle 14.11 uur, Enschede 15.28 uur, Groningen 16.10 uur, Leeuwarden 16.21 uur. Indien men niet meer de lunch op De Horst kan gebiruken, wordt een lunch-pakket medegegeven.