J. J. BUSKES Jr

Evangelie en Socialisme

Voor duizenden is het socialisme een levens- en wereldbeschouwing geweest, zoal niet een geloof. Waren er niet, die op hun biljet van de volkstelling invulden, dat de kerk, waartoe zij behoorden, de S.D.A.P. was? Dit is niet belachelijk. Het is een illustratie van de geweldige betekenis, die het socialisme voor de arbeiders, die van alle religie vervreemd waren, gehad heeft. De ouderen onder ons herinneren zich nog wel de discussies over de proletarische levens- en wereldbeschouwing. Een man als F. V. d. Goes was er de vurige propagandist van.

In de P.v.d.A. zijn er niet velen meer, die het voor haar opnemen. De partij als zodanig doet het zeer zeker niet. Het socialisme als levens- en wereldbeschouwing zoeke men in de C.P.N., waar zij Marxistisch gefundeerd en gemotiveerd wordt. In de P.v.d.A. strijden mannen en vrouwen van zeer verschillende levens- en wereldbeschouwing samen voor het democratisch socialisme. Marxisten, Humanisten en Christenen vinden elkaar niet in één geloof, maar in hun gemeenschappelijke voor het democratisch socialisme, dat niet anders is dan een bepaalde ordening van. het politieke en sociale leven. Het socialisme is een zakelijke aangelegenheid.

Dit betekent natuurlijk niet, dat wij op zakelijke gronden voor het socialisme gekozen hebben en er op zakelijke wijze propaganda voor maken.

Er bestaat nu eenmaal verband tussen onze levensovertuiging en ons politieke inzicht. Wanneer men de vraag stelt, hoe het komt, dat mensen van zo uiteenlopende levensen wereldbeschouwing toch samen voor het socialisme kiezen, zal het antwoord moeten luiden, dat ondanks alle verschillen er een gemeenschappelijke erkenning van bepaalde geestelijke waarden is. Dat is niet zo vreemd, wanneer men er slechts aan denkt, dat de geschiedenis van West-Europa geestelijk bepaald wordt door christendom en humanisme, terwijl deze twee elkaar door de eeuwen heen sterk beïnvloed hebben. Zo werkt er achter de socialistische beweging een zedelijk pathos, dat haar voor verzakelijking bew’aart.

Wij zullen echter moeten breken met de gedachte, dat het socialisme zelf een levens- en wereldbeschouwing is. Dat is het zeer bepaald niet. Het is een overschatting van het socialisme, wanneer wij het tot een levens- en wereldbeschouwing proclameren.

Eén dezer dagen ontving ik een brief, waaruit ik enkele zinnen citeer: „In uw artikelen zegt u altijd, dat het socialisme geen levens- en wereldbeschouwing is. Waarom zegt u dat? Voor mij is het socialisme het voornaamste,’ omdat het het Evangelie van Christus het dichtst benadert, zoal niet hetzelfde is. In uw ogen verlaag ik misschien het Evangelie of stel ik het Socialisme te hoog, maar ik kan het nu eenmaal niet anders zien. Wanneer ik aan het einde van mijn leven verantwoording zal hebben af te leggen en ik zou dan alleen kunnen zeggen: ik heb naar mijn vermogen getracht, de wereld socialistisch, te maken, zou ik dan te weinig hebben gedaan? In het boekje van Winkler over

Troelstra wordt Troelstra ver'geleken met Mozes: Is dat onjuist?”

Inderdaad geloof ik, dat hier aan het Evangelie te kort gedaan en het Socialisme overschat wordt. Deze briefschrijver maakt te goeder trouw een ernstige fout. Hij stelt twee grootheden naast elkaar op een wijze, waarop zij niet naast elkaar gesteld mogen worden.

Tijd'en Taak is een weekblad voor Evangelie en Socialisme. Maar dit betekent niet, dat deze twee het zelfde zijn, ook niet, dat zij gelijkwaardige grootheden zijn, zelfs niet dat het Socialisme een benadering van het Evangelie is.

Ik zou aan mijn briefschrijver willen vragen, wat hij onder het Evangelie verstaat, wanneer hij zegt, dat het Socialisme het Evangelie het dichtst benadert. Het Socialisme is een bepaalde ordening van het politieke en sociale leven. Men leze er het Beginselprogram van de P.v.d.A. maar op na.

Het Evangelie is de boodschap van Jezus Christus en Zijn Rijk. Men leze het Nieuwe Testament.

Zij, die in Jezus Christus geloven en Zijn Rijk verwachten, kunnen van uit dit geloof en deze verwachting voor het Socialisme kiezen, maar hun geloof en hun verwachting kunnen nooit met hun Socialisme vereenzelvigd of op één lijn gesteld worden. Men moet het Evangelie en het Socialisme beide voor 100 % vermoraliseren, wil men ze in elkander laten opgaan. Maar daarmee bewijst men noch het Evangelie noch het Socialisme een dienst.

Hoe God oordelen zal over een mens, die aan het einde van zijn leven niet anders weet te zeggen, dan dat hij getracht heeft, de wereld socialistisch te maken, weet ik niet. Dat laat ik graag aan God over. Die weet niet alleen, dat iemand voor het Socialisme gestreden heeft, maar ook waarom en hoe. De mogelijkheid bestaat, dat zo één, zonder het zich zelf bewust te zijn geweest, geleefd en gewerkt heeft uit de liefde van God, zoals ook de mogelijkheid bestaat, dat één, die zijn leven lang orthodox predikant is geweest, niet uit die liefde van God geleefd en gewerkt heeft. Dit neemt niet weg, dat ik in de buurt van Kerstmis en Oudejaar zeggen moet, dat het iets te weinig zou kunnen zijn, wanneer men aan het einde alleen maar zeggen kan: ik heb getracht de wereld socialistisch te maken! Waarom?

Omdat het Socialisme geen antwoord geeft •op de laatste levensvragen, de vragen naar de zin van het leven, het lijden, de dood, de geschiedenis.

De briefschrijver noemt de naam van Mozes, de grote leider van het Joodse volk. Ik heb voor Troelstra van mijn jeugd af een diep respect en heb er geen bezwaar tegen, hem de Mozes van het Nederlandse proletariaat te noemen. Maar dit betekent niet, dat ik Mozes en Troelstra op één lijn stel. Het verschil is te groot.

Op Oudejaarsavond lezen wij in de kerk een psalm, die in de bijbel bewaard werd als „een gebed van Mozes, de man Gods”. Psalm 90 begint met deze woorden:

Here, Gij zijt ons geweest een toevlucht van geslacht tot geslacht. Eer de bergen

geboren waren en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God!

Dit is een geloofsbelijdenis, die door geen socialistisch getuigenis ooit benaderd kan worden.

Het Socialisme is een zaak van de tijd. In het Evangelie gaat het om onze verhouding tot de Eeuwige.

Wanneer wij tegenover de Eeuwige komen te staan aan het einde van ons leven of nu, dat maakt niet uit komt er nog iets anders aan de orde dan alleen dit éne, dat wij getracht hebben de wereld socialistisch te maken. leder, die ook maar enig besef van proportie heeft, verstaat dit. In de psalm van Mozes staat ook dit woord:

Gij stelt onze ongerechtigheden voor UI Meent men werkelijk tegenover de Eeuwige te kunnen volstaan met de verklaring: ik heb getracht de wereld socialistisch te maken?

Ik denk aan de Texelaar, die op zijn sterfbed tegen mij zei: ik ben niet bang, om voor God te verschijnen, ik heb altijd ieder het zijne gegeven!

Ik zeg het hem niet na. Het is nog al geen kleinigheid, tenzij men meent, ieder het zijne te geven, door een braaf en fatsoenlijk mens te zijn.

Onze medemens nu daar gelaten, hebben wij ook altijd God het zijne gegeven? Ik huiver voor deze beminnelijke, maar levensgevaarlijke oppervlakkigheid.

Van heler harte zing ik samen met mijn socialistische vrienden de socialistische strijdliederen. Maar bij de kribbe van Bethlehem kan ik toet niet zingen: Op, socialisten, sluit de rijen, het rode vaandel volgen wij? En op Oudejaarsavond kan ik toch niet zingen: Ontwaakt, verworpenen der aarde? Ik heb een socialistische liederenbundel, maar ik heb ook een psalmenen gezangenbundel. Op Kerstmis zing ik: Wat heil, een kind is ons geboren! En op Oudejaarsavond: Wien heb ik nevens U omhoog, wat zou mijn hart, wat zou mijn oog, op aarde nevens U toch lusten? En ja, op 1 Januari, ga ik weer opnieuw aan het werk, samen met mijn socialistische vrienden, om de wereld socialistisch te maken. Maar toch niet dan, nadat ik het jaar 1949 begonnén ben met het gebed van Mozes:

Bevestig Gij het werk onzer handen, ja, het werk onzer handen, bevestig dat! Het Socialisme is het Evangelie niet, evenmin als een socialist een christen is. Het is veeleer zo, dat het Socialisme het Evangelie nodig heeft.

Wanneer ik de Eeuwige niet kende, zou ik wanhopen aan de tijd en dus ook aan het Socialisme.

Ook als socialisten zullen wij God benaderen. Niet omdat het Socialisme het dichtst het Evangelie benadert. Enkel en alleen, omdat God ook voor ons een toevlucht is. Een toevlucht. Dat wil zeggen: deze benadering van God is geen prestatie, die wij God aanbieden, maar een gave, die wij van God ontvangen.

Dat is de boodschap van Kerstmis en Oudejaarsavond.

Dat is ook de boodschap van „Tijd en Taak”, het weekblad voor Evangelie en Socialisme.