VAN GOLGOTHA NAAR PASEN

(Maria)

Nu ik u goed geborgen weet in het stil en onaantastbaar graf, vallen mijn smarten als een kleed van mijn moe lichaam aj;

Nu ik u roep en gij blijft zwijgen,

Wordt wat eens stil was tussen ons, verwoord: Nu noem ’k u eerst geheel mijn eigen

gij in droom mij toebehoort.

lu het luchtledige mijn handen grijpen o-ls ik verlangend u omvangen wil wiaar uit die pijn kwam dieper vreugde rijpen ’t hart, dat luid lang bonsde, slaat nu stil

vredig, alsof nü pas is begonnen ivet hoge wonder tussen u en mij, ontbloeid in ’t licht van boven-aardse zonnen, vierbintenis, van elk begeren vrij;

een geluk, zo zuiver en volkomen, dat ’t eeuwig afscheid werd te niet gedaan ■Oe dood heeft u niet van mij af genomen maar tot mijn leven zijt gij ingegaan.

Albrecht Dürer. Twee Engelen vertonen de doek van Veronica

ANDREAS GLOTZBACH

in het parlement vormt, kan het gezicht van de partij niet hetzelfde zijn als de practische politiek van een parlententair of nog minder van een extra-parlementair kabinet. Als bijv. de fractievoorzitter aan de oppositie toevoegt in zijn slotrede; wij hebben een plan, en dan in één adem het partijprogram, Lingadjati, Renville-overeenkomst, en plan Beel-Anak Agung noemt, bewijst hij, van de oppositie niets begrepen te hebben en verwart hij wederom socialistische politiek en de onvermijdelijke coalitie-politiek; de verschraling van de eis in de minderheidsresolutie van het Indonesisch Partijcongres van de terugkeer der Republikeinse leiders naar Djocja tot de oprichting van een soort Vaticaanstad, is al even bedenkelijk, nog af gezien van de weinig ta,ctische vergelijking.

En zodoende, waarde partijgenote, ging ik van dit mooie Congres naar Jiuis, niet zonder gevoelens van ongerustheid. J. G. B.

Duitslands kans

„Dit is Duitslands kans, indien het deze wil aangrijpen, om opnieuw toe te treden tot de Westeuropese familie”, heeft Bevin gezegd van het accoord, dat zijn regering hiet die van Frankrijk en de Verenigde Staten over het bezettingsstatuut voor Duitsland heeft bereikt. Ter gelegenheid van de feestelijke samenkomst van twaalf ministers van Buitenlandse Zaken bij ondertekening van het Atlantisch Verdrag, Was men nl. bijeen in Washington met Acheson, de opvolger van Marshall, wiens program zo overladen is, dat men hem voorlopig nog wel niet in Europa zal zien. lEn dus hebben Bevin en Schuman van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal problemen in zake Duitsland op te lossen, die tot nu toe gedreigd hadden het Europese politieke en economische herstel te vertroebelen. De atmosfeer was daarvoor

wel bijzonder gunstig, want de garantie, die Frankrijk voor zijn veiligheid bij het Atlantisch verdrag heeft gekregen, is heel wat groter dan die, welke het door het Vasthouden aan welke van zijn eisen tegenover Duitsland ook zou hebben verkregen. Daarbij komt, dat de leider van de Franse buitenlandse politiek, Schuman, een Lotharinger is, die de Duitsers heel wat beter begrijpt dan zijn voorgangers en dat hij ook een voortreffelijk kenner van Duitsland als Frangois Poncet als voornaamste politieke adviseur naar Duitsland heeft gezonden. Zo werkte alles mee tot een jegens elkaar en de Duitsers tegemoetkomende politiek.

Wat gaat gebeuren?

Allereerst is men het nu eens over het bezettingsstatuut. Dit is het einde van de toestand van „onvoorwaardelijke overgave”, die de geallieerden tot nu toe in Duitsland juridisch almachtig en de Duitsers rechteloos hield. Natuurlijk werd deze soep in de practijk reeds geruime tijd niet meer zo heet gegeten, maar voor de Duitsers, die in het politieke altijd de neiging hebben om meer naar de theorie dan naar de practijk te kijken, is het toch wel een grote vooruitgang legale grond onder de voeten te hebben, nu zij een eigen regering althans voor de drie westelijke zones krijgen. Het militaire bestuur als zodanig neemt een einde en wat er aan geallieerd toezicht overblijft, wordt nauwkeurig omschreven in dit statuut. Op de uitvoering daarvan zullen drie hoge' commissarissen, die los staan van de bezettingstroepen (die alleen bij onwilligheid zullen optreden) toezien, die een veto kunnen uitspreken tegen bestuursdaden en wetgeving die de veiligheid betreffen. Deze commissarissen zullen in het algemeen bij meerderheid van stemmen beslissen, maar bij goedkeuring van amendementen op de federale grondwet, afwijking van demilitarisatie en veiligheidsbepalingen, het Ruhrstatuut en die betreffende herstelbetalingen en bezettingstroepen is eenstemmigheid

Onbekende Dmtse meester (etnde 15e eeuw). De kruisdraging