klank omdat het riekt naar de bezetter, maar het Nederlandse volk heeft een nuchter onderscheidingsvermogen en is altijd bang geweest voor overhaasting. Bezonnen waarschuwt het met klem toch niet het lieve kind met het badwater weg te smijten. Omdat wij gekneveld werden in naam van de volksgemeenschap zijn alle nationale strevingen verdacht gemaakt. Om het gevaar der overdrijving, wordt iedere gezonde vernieuwing als irreëel idealisme ter zijde geschoven.

Maar wie knaagt het niet in het diepst van zijn gemoed, dat de Nederlandse eensgezindheid zo pover zich kan laten gelden, want Nederlandse eensgezindheid is er. Dat heeft het verzet geleerd, dat leren onze jongens in Indië.

Doch dit hoeft maar geconstateerd te worden of een storm van verwijt steekt op. „Het confessionele sectarisme is de ondergang”. „Een neutraal nationalisme is de dood”. Ons volk leeft door zijn beginselen. Met grote wijsheid heeft H. M. de Koningin in het afgelopen jaar bij gelegenheid van Haar Inhuldiging de jeugd tot eensgezindheid opgeroepen. Boven de partijen uit, met

grote liefde voor allen, gaf zij doel en motief tegelijk met het motto: Heb eerbied voor alles wat leeft en groeit. Het is sober en voorzichtig gezegd. Doch een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. Aan niemand is de diepe bewogenheid en aandrang van dit woord ontgaan.

Als iedere Nederlander eens zijn hand in eigen boezem stak, als ieder die altijd de mond vol heeft over hopeloos sectarisme en politieke godsdienst eens met eerbied kon doordringen tot de diepere levensvragen omtrent God en Christendom. Als de verbeten strijders voor geestelijke beginselen in het volksleven de ogen eens wijder open zetten voor de noden van de Nederlandse volksgemeenschap in haar geheel, dan zou het Nederlandse volk opnieuw herrijzen en een kracht ontplooien waar de wereld van zou staan te kijken.

De Nederlandse Jeugdgemeenschap gelooft nog steeds in het ideaal van ware eendracht met erkenning en bevordering van ieders geestelijk leven omdat zij weet wat er leeft in de jeugd. De toekomst zal tonen, dat zij juist heeft gezien. Dr. A. C. RAMSELAAR.

EEN PLEIDOOI VOOR HET DEMOCRATISCH SOCIALISME

Het vorig jaar verscheen bij Brill in Leiden de vertaling van een boekje van ruim 100 bladzijden van Fritz Sternberg, dat de titel droeg: Hoe houden wij de Russen tegen zender oorlog? Het werd in Amerika geschreven voor Amerikaanse lezers. Sternberg begint met nuchter het feit te constateren, dat er tegenwoordig oorlogsgevaar bestaat en dat spreken over de mogelijkheid of waarschijnlijkheid van een derde wereldoorlog betekent: spreken over een oorlog tussen Amerika en Sowjet-Rusland. Slechts tussen die twee kan het tot een oorlog komen, die werkelijk een wereldoorlog is.

Terecht merkt hij op, dat het niet alleen onreëel, maar ook gevaarlijk is deze dingen niet te willen zien.

Hij stelt dan de vraag, of deze derde wereldoorlog onvermijdelijk is en beantwoordt die vraag ontkennend. Dit antwoord lezen wij al op de negende regel van de eerste pagina. De rest van de honderd pagina’s dient om dit antwoord aannemelijk te maken. Uitvoerig analyseert Sternberg de krachtsverhoudingen zowel de ■ tegenwoordige als die in de komende 15 a 20 jaar op militair en economisch gebied. Hij geeft daarbij boeiend en interessant cijfermateriaal. Zijn conclusie is, dat voorlopig de balans zeer ten gunste van Amerika doorslaat. Tegelijk waarschuwt hij echter tegen al te optimistische conclusies en keert hij zich vooral fel tegen hen, die heil verwachten van een „preventieve oorlog” tegen Rusland. Een oorlog tegen de Sowjet-Unie zal geen „bliksemoorlog” zijn. Het zal een langdurige uitputtingsoorlog worden, die in verschrikkingen de tweede wereldoorlog oneindig zal overtreffen. Sternberg neemt aan, dat Amerika uiteindelijk in deze oorlog zal zegevieren. De prijs van deze overwinning

zou echter zijn: barbarisme in Europa en Azië, dat ook zijn terugslag zou hebben op Amerika.

Deze analyse is niet de kern van Sternbergs betoog. Zijn belangrijkste stelling is, dat men met zuiver militaire middelen geen dam op kan werpen tegen de Russen en hun communistische marionetten. Het communisme is, zegt hij op pag. 76, meer dan een „vijfde colonne”. Het is de uitdrukking van de geweldige crisis in Azië en Europa, waarvoor millioenen en tientallen millioenen een oplossing zoeken, die zij echter nog niet hebben gevonden. M.a.w.: de strijd zal moeten worden gestreden op het politieke terrein. Verliezen Amerika en de andere westerse democratieën hier de strijd, dan is de oorlog onvermijdelijk geworden. Sternberg formuleert kort en krachtig de enige weg, die hij ziet in de titel van het vierde hoofdstuk: De V.S. moeten meer progressief zijn dan de Russen.

Hij wijst er dan op, dat er ten gevolge van de tweede wereldoorlog in Europa en Azië niet slechts een economisch en politiek vacuüm is ontstaan, maar dat wij in beide v/erelddelen één van de grootste omvormingsprocessen van de wereldgeschiedenis beleven. Vijftienhonderd millioen mensen in Europa en Azië zijn in beweging. Hun levensvoorwaarden zijn in laatste tijd fundamenteel veranderd. Geweldige schokken hebben plaats gevonden. Hier ligt de werkelijke haard van de gevaren. Sternberg bespreekt in dit verband zowel de situatie in Azië als die in Europa. Hij is van oordeel, dat Europa een zeer belangrijke factor in de wereldpolitiek zal blijven. Niet alleen de economische, maar ook de sociale structuur van Europa is echter ernstig ontwricht. Het is daardoor voor

de noodzakelijkheid geplaatst om een nieuw sociaal en economisch evenwicht te vinden. Sternberg wijst dan radicaal de gedachte af, dat dit mogelijk zou zijn door een terugkeer tot het stelsel van een „vrije economie”. Daarvoor ontbreken en de sociale en de economische voorwaarden.

De sociale, omdat, volgens Sternberg, het stelsel van een „vrije economie” als noodzakelijke voorwaarde heeft een bloeiende en sterke „middenklasse”, die op een gezond sociaal fundament staat. Zo’n middenklasse bestaat in het huidige Europa niet meer. De economische, omdat Europa om zijn crises te overwinnen een planmatige, volledige omvorming van zijn eigen economie en van buitenlandse handelsbetrekkingen met andere vastelanden nodig heeft.

Europa moet zijn economie planmatig ontwikkelen, wanneer het zijn toekomst wil redden. Daarom zijn er voor Europa twee gevaarlijke vijanden: het communisme en de reactie van rechts. De laatste niet minder dan de eerste.

De reactie van rechts leeft nl. uit de gevaarlijke illusie, dat de klok van de geschiedenis zich terug laat zetten. Ze heeft geen program, dat werkelijk de Europese crisis overwint en dat werkelijk tegen de geweldige opgave van de omvorming is opgewassen.

In verschillende landen is ze bovendien sterk nationalistisch getint (de Gaulie) en mist daardoor de mogelijkheid om in het noodzakelijke Europese formaat te denken. Zqu deze reactie aan de macht komen, dan zou het onvermijdelijk op een mislukking van een werkelijke opbouw van Europa uitlopen. En ... het communisme zou waarschijnlijk de erfgenaam van de failliete boedel worden.

Sternberg kiest daarom voor het huidige Europa zeer beslist voor het democratisch socialisme. Daarin worden allereerst de grote waarden der democratie bewaard. „Democratisch Socialisme”, zegt hij, „betekent de scherpste frontstelling tegen het communisme en de totalitaire staat.”

Tegelijk vindt hij in het democratisch socialisme, zoals hij het in Europa ziet, de krachten, die bewust willen gaan in de richting van een planmatige economie en een planmatige omvorming der maatschappij structuur.

De communisten hebben dan ook volgens hem terecht ingezien, dat de democratische socialisten hun scherpste en gevaarlijkste tegenstanders zijn in Europa.

Zijn conclusie luidt: „Europa zal een beslissende plaats in de wereld, in de huidige periode van wereldmogendheden slechts terugveroveren, wanneer het zijn huidige crisis gebruikt om een belangrijke schrede voorwaarts te doen in de richting van de Europese eenheid, wanneer het in de strijd tegen alle reactionnaire, nationaal-socialistische, half- of heel-fascistische krachten op democratisch-socialistische basis herboren wordt. Dit verenigde Europa kan nimmer het centrum der wereld zijn dat Europa heeft eenmaal bestaan, maar het zou een belangrijke zelfstandige kracht vormen, die groot genoeg is om in de huidige periode voor de wereldgeschiedenis doorslaggevende betekenis te hebben. Een kracht die voor afzienbare tijd de vrede _kan brengen.”

Het is verleidelijk om ook nog te gaan spreken over Sternbergs critiek op de tegenwoordige Amerikaanse politiek in Europa, die maar al te veel de reactionnaire krachten steunt, over zijn analyse der Aziatische situatie enz. Daarvoor ontbreekt echter de ruimte. Men leze dit boekje. En ... men lene het uit aan hen, die het democratisch socialisme afwijzen. J. HULSEBOSCH