De toekomst der Hellenen

Griekenland op dood spoor?

Beroemd in de Oudheid om hun cultuur, berucht in het na-oorlogse heden om hun slepende burgeroorlog; zo mag men spreken over de Grieken.

Daar ik in deze kolommen een beeld heb te geven over het moderne internationale gebeuren, zal ik mij dus thans niet bezighouden met de vergane Griekse glorie, maar met het hedendaagse drama.

Zoals alle Balkan-volkeren, tot zelfs de Roemenen en Hongaren toe, hebben ook de Grieken hun onafhankelijkheid moeten bevechten op de overheersende Turken. Toen deze in 1629 voor de poorten van Wenen stonden, dachten de Hellenen nog niet aan het bevechten hunner onafhankelijkheid. Dit kwam pas van 1821—1829; op 3 Februari 1830 erkenden en garandeerden Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland de onafhankelijkheid van Griekenland. Niettemin kwam de Turkse erfvijand terug in de laatste stuiptrekkingen van het sultanaat.

Zowel vlak voor als na de eerste wereldoorlog bestreden beide landen nog elkaar, al was het de laatste maal (1921/22) een mislukt botvieren van de in de geschiedenis gekwetste Griekse gevoelens jegens het door de geallieerden verslagen Turkije, dat echter met zijn jong nationalisme onder leiding van Kemal Atatürk de Hellenen vernietigde.

Na dien kon Griekenland zijn „draai” nog niet vinden. De koningen waren geen blijvend succes, een staatsman als Elentherios Venizelos was hoge uitzondering en kreeg bovendien te weinig kans. De komst van de fascistische dictator Metaxas moest daarom in 1936 de reële dreiging van een communistisch-socialistisch volksfront verijdelen. Het uiterlijke succes van generaal Metaxas was onmiskenbaar, waardoor graag vergeten wordt, dat niet alleen socialisten, maar vele sociale elementen werden onderdrukt, alle partijen ontbonden, het parlement geschorst en Metaxas zich in 1938 liet benoemen tot „minister-president voor het leven”. Niettemin heeft Metaxas zijn vaderland goed verdedigd: de Italiaanse indringer (October 1940) werd in 5 maanden niet alleen verslagen, maar i van Albanië hadden de Grieken ook veroverd. Een maand later kwam de Duitse kolos te hulp: binnen drie weken was Athene gevallen. Deze inleiding was nodig, om het huidige gebeuren te kunnen begrijpen. Griekenland heeft in de vooroorlogse jaren steeds een uitgesproken conservatief bestuur gehad. Is het dan wonder, dat in de oorlog linkse elementen zich inspanden, om na de bevrijding van hun land een stem in het kapittel te hebben?

De banneling Koning George II zag dit ook inpen gaf de „Engelandvaarder” Papandreae,. leider der sociaal-democraten, opdracht een ministerie van nationale eenheid te vormen. Het communistische „Grieks Nationale Bevrijdingsfront” (E.A.M.) moest hierin met 5 van de 15

zetels genoegen nemen, hetgeen na toetreden toch onvoldoende werd geoordeeld, Mede uit protest tegen de Britse bezetting van Griekenland brak de opstand uit met de rechtse bevrijdingsorganisatie (E.D.E.S.) van generaal Zervas.

De laatste vereenzelvigde zich met de nationa,le regering in Athene, die militair en politiek door de Verenigde Staten van Amerika werd gesteund. Want na de afkondiging van de Truman-leer in 1946 (hulp aan door de Sowjet-Unie bedreigde en begrensde gebieden) is de koers die Athene volgt, feitelijk door Washington bepaald, Militair hebben de Verenigde Staten van Amerika door materiaal, instructeurs en officieren veel er toe bijgedragen, dat de guerilla-activiteit in hef binnenland, met name in de belangrijke Peleponnesos, tot een uiterst beperkte omvang is teruggebracht. Het gevechtsfront is aan de zuidkant vrij duidelijk begrensd, in het noorden is dit onmogelijk daar Bulgarije en vooral Albanië “) herhaaldelijk de Griekse communisten de gelegenheid geven zich in hun ar, Viot nioiiTirp land terug te trekken en op het nieuwe gevecht voor te bereiden, aldus de United Nations Balkan Commission (deze onder-

zoekcommissie van elf leden, w.o. Nederland, heeft nog steeds twee onbezette plaatsen van Polen en de U.S.S.R.)

Politiek. Vrijwel onafgebroken is de laatste jaren een coalitie aan het bewind geweest van Populisten (= koningsgezinde conservatieven onder leiding van de eeuwige minister van Buitenlandse Zaken Tsaldaris en de republikeinse Liberalen onder Sofoelis. In het begin van dit jaar traden de Unionisten met Kanellopoelos ook tot de regering toe.

De Amerikaanse ambassadeur in Athene, Grady, heeft sterke druk uitgeoefend, om het kabinet na de dood van Sofoelis (thans is Sophoclis Venizelos, zoon van Eleutherios) ongewijzigd te laten.

Nog steeds geeft het parlement niet weer wat in het volk. leeft, hebben met name de Socialisten geen directe invloed op het bestuur, worden de vakverenigingen in hun rechten beknot, kortom, komt Athene nog altijd niet tegemoet aan de verlangens, die in het uitgebreide linksgeoriënteerde kamp leven.

Zolang dit niet geschiedt, kan het land van de Olympus nog geen waardige plaats innemen in de rij der Europese volkeren, ook al is Griekenland in Parijs en Straatsburg aanwezig. TIDEMAN.

') In aansluiting op dit artikel zal In het volgende nummer van Tijd en Taak Turkije behandeld worden. ') Het besluit van Tito dd. 10 Juli, de Zuidslavische grens te sluiten, wegens de Cominformgezindheid der Griekse communisten, met Griekenland, is in Washington zeer gunstig ontvangen, zodat Tito’s kans op een lening weer gestegen is.

MEDEDELING De volgende week verschijnt T. en T. niet. Red. Secr.

BEELD

van een gestorvene

Moet men de wonderen van levenservaringen als een kostbare schat in eigen hart bewaren? Tot hoever mag men gaan in het meedelen van roerselen, tot het blootleggen van krachten, die het leven vormden?

Ach, als het alleen maar persoonlijke roerselen zijn, dan past zwijgen. Maar een daad is zelden iets van onszelf. Een ervaring, hoe schijnbaar persoonlijk ook, zet zich voort in woorden en in daden. Zij hebben gemeenschapskracht gekregen. Omdat ik het zo zie, durf ik iets te zeggen over een merkwaardige vrouw, die deze week is weggenomen. Zij had véél zeer veel pijn geleden. Zij stierf met een glimlach.

Zijn het toevalligheden, waardoor mensen elkander ontmoeten? Ik geloof er steeds minder van. Ontmoetingen zijn tekenen. Het zijn er de bewijzen van, dat er iets met ons leven gebeurd. Zelfs in het meest energieke leven. Er zijn ontmoetingen, die men niet begeerde en die nooit meer ongedaan te maken zijn.

Ik was een prille gymnasiast, toen ik haar huiskamer binnenkwam. Zoals dat in die leeftijd gaat. Zonder veel schroom, verwachtend dat ieder het prettig vindt. Een vriendje, daar woonachtig voor een tijd, had mij meegenomen. Maar lang nadat het vriendje naar zijn ouderlijk huis was teruggekeerd, kwam ik nög in die kamer. Want zij was thuis. Altijd. Verzorgend haar oude moeder, wachtend op haar man, tot die van kantoortijd thuis kwam, met een

haastige tred. Zorgend ook voor haar zoon, jonger dan ik.

Wat was het, dat ik daar, ver van mijn ouderlijk huis, aan de rand van de stad, haast dagelijks terugkeerde, jaren achtereen? Het was,dat weet ik nu, de rust van een wijze, vrome vrouw. Die thuis kon zijn. Die niet veel zei. Nu, na jaren, bedenk ik, dat ik weinig van haar weet. En toch hebben wij vele uren gepraat. Of heb ik alleen maar gepraat en heeft zij geluisterd? Ja, dat was het: zij luisterde en zij stelde vragen. Vaak ging ik weg met een vraag. Niet met een antwoord, ik heb door haar ervaren, dat niet de antwoorden, maar de vragen in het leven het belangrijkste zijn. Maar dan vragen, die wellen uit een hart, dat uit dieoere zekerheden leeft.

_ Mijn vriendin was godsdienstig. Haar gang naar de remonstrantse kerk was geen sleur, maar trouw, diepe trouw. Zij heeft al mijn dwaze en wijze woorden over het geloof aangehoord. Je zult gymnasiast zijn en zestien jaar! Dan zijn alle zekerheden losgewrikt en alle verzet tegen overgeleverde vormen vlamt hoog-op. Zij heeft glimlachend geluisterd en stille vragen gesteld. Meer niet. Zij heeft zich niet laten verstrikken in redeneringen. Zij heeft nooit betoogd, dat tóch waar was, wat ik loochende. Ik geloof, dat het haar ook niet zoveel kon schelen, of ik ketterijen explodeerde. Dat is een van de wijsheden van ’t vrijzinnig christendom, dat het nooit bang is voor wélke ketterij dan ook. Zij wist, dat Waarheid een zedelijke onweerstaanbare