Bij een vierjarige UNO zonder Moskou

De ondertekening van het Handvest der Verenigde Naties, nu vier jaar geleden, was een weinig plechtig gebeuren. De nieuwe organisatie ter vestiging van wereldsamenwerking en wereldvrede startte minder zelfbewust dan haar voorganger, de Volkenbond, wiens indrukwekkende behuizing de bewoners van Genève nog dagelijks herinnert aan een vergane illusie. „Wij missen”, merkte een Frans gedelegeerde bij de wieg van de nieuwe wereldorganisatie op, „het enthousiasme, maar juist daarom zijn wij op de goede weg; wij hebben onze oogkleppen af gelegd en zien nu wat wel en wat niet kan.” Vermoedelijk zal deze Fransman thans wel beseffen, dat het in die dagen hoog geprezen realisme van de U.N.O. toch nog te veel idealisme bevatte om realistisch genoeg te zijn. _

-nNmv-aoaawe weréldsamenwèrking werd het vetorecht; hetzelfde vetorecht, dat thans door het Russische mis- ■ bruik er van de schuld moet torsen van de vele teleurstellingen die men sindsdien heeft moeten verwerken. De opstellers van de regelen, volgens welke het internationale leven zou moeten lopen, beseften, dat voor- : waarde voor goede internationale samenleving vruchtbare samenwerking van de mogendheden moest zijn. Unanimiteit bij belangrijke beslissingen was niet enkel een wens, maar een noodzaak. Eigenlijk kan' men dit unanimiteitsprincipe dus zien als een middel om de groten onder de mogendheden te dwingen door overleg tot elkander te komen, hoe zwaar dit soms ook vallen mocht. Hieruit blijkt ook hoezeer beseft werd, dat zonder medewerking van alle mogendheden, internationale samenwerking uitgesloten zou zijn. Dit is dan ook wel gebleken! Principe en regels van het spel! waren gezond genoeg. Helaas, de spelers! deugden niet allen.

In de eerste plaats de Sowjet-Unie deed enkel naar de vorm, niet naar de geest mee. In feite maakte zij van Veiligheidsraad en Algemene Vergadering het spreekgestoelte voor haar propagandisten. Het werkelijke politieke bedrijf volgde door haar toedoen de klassieke kronkelpaden buiten de U.N.O. om.

Ondanks alle schijnopenhartigheid kreeg de geheime diplomatie nieuw leven. Door de Russische obstructie werd de U.N.O. niet veel meer dan een lege huls, een schijnorganisatie, en werden de U.N.0.-vergaderingen een vermoeiende bezigheid, een stijlloos heen en weer gepraat.

Voor de kleinere mogendheden is de schade van deze mislukking het grootst. Zij hebben niet alleen hun Volkenbond voor een goed deel verloren ten gevolge hiervan, maar ook de invloed, die zij hoopten te vinden in de samenspreking die de U.N.O. beoogde te bieden en die daarbuiten als het er op aan komt praktisch niet meer bestaat. Het internationale leven wordt opgeslokt door de tegenstelling Oost-West. Het behoeft geen betoog, dat de rond de Sowjet-Unie geschaarde landen gehoorzaam in het gareel lopen; moeten lopen! Op elk levensgebied doet de Russische invloed zich hier gelden: politiek, militair, sociaal, economisch, geestelijk... Moskou omklemt zijn vazallen vaster en vaster. Zij die hiertegen in opstand komen, moeten wijken. De vestiging van de absolute Russische overheer-

sing over de „bondgenoten” gaat langs dodencel en concentratiekamp, maar wordt niet gestuit. Een enkeling als Tito is door de bijzondere mogelijkheden die zijn land biedt, de dans nog ontsprongen; maar ook hij zal alle beleid moeten tonen om de straf des meesters op den duur te ontgaan, In het Oostelijk blok bestaat maar één politiek de Russische.

Maar hoe is het in het Westelijk kamp gesteld? De meeste volken hebben zich rond de Verenigde Staten geschaard als bolwerk van wat men het „Westen” pleegt te noemen. Zij hebben zich hiermee niet aan slavernij overgegeven, zij worden niet geknecht, niet uitgebuit, ontvangen daarentegen zelfs belangrijke steun. Edoch, als vrijwillige echo van Uncle Sams machtige stem hebben zij hun eigen geluid prijsgegeven. In vrijheid verdedigen zij samen met de Verenigde Staten de vrijheid van het Westen, proberen zij de onvrijheid van Moskou buiten de grenzen te houden. Maar hierdoor is een toestand ontstaan, die te vergelijken is met de staat van beleg.

Het militaire bestuur heeft het heft in handen ter wille van de gemeenschappelijke veiligheid. En... Uncle Sam is de commanderende generaal, die meer zal gaan decreteren en meer gehoorzaamheid zal eisen naarmate de toestand dreigender wordt. Nu weten wij wel dat het nog lang niet zover is. Wij durven onze mond nog wel open doen en de generaal zal nu nog wel

degelijk rekening houden met onze wensen. De noodzakelijke samenwerking laat op ’t ogenblik zeker nog speelruimte voor de minder machtige bondgenoten. Maar aan de andere kant voelen wij toch ook dagelijks wie het laatste woord heeft; de machtigste, dus de Verenigde Staten. |

Politieke macht staat nooit alleen. Zij gaat altijd samen met economische geldingsdrang. En wie wil ontkennen, dat de economisch machtige het sociale leven niet heel sterk beïnvloedt? Maar dan is er toch nog de ongerepte geestelijke vrijheid! Inderdaad, maar ook de geestelijke discipline van het partij-zijn, die maar al te grraag door kleinere aotentaten wordt uitgebuit. ■

[ Naarmate de internationale verhoudingen zich toespitsen, naarmate men dus een meer gesloten front zal moeten vormen, waarvoor enthousiasme moet worden opgewekt, waarvoor de volken bereid moeten zijn in laatste instantie alles te geven, zal de propaganda-machine effectiever gaan draaien. De uit Amerika geïmporteerde „communistenjacht” zou dan licht kunnen ontaarden in een „progressievenjacht”. De de Gaulle’s en de Creightons zijn al ijverig aan het werk. |

Deze gevaren zijn niet denkbeeldig. Zij liggen besloten in elke nieuwe Russische grofheid, zowel als in elke nieuwe toewijzing van Marshall-dollars en in elk kanon. krachtens het nieuwe militaire hulpprogram toegewezen. Zo goed als Rusland zoeken de Verenigde Staten betroüwbare

ATELIERMEISJE

Achterbalcon lijn 9

Ook deze zal trouwen en kinderen baren Ook deze, maar scheef hangt haar hoekige mond

Haar ogen zijn leeg en vertriest of ze staren In leegten van afgronden, waar ze niets vond.

Dan dofheid van dagen die enerlei waren: Een kaal atelier met een houtplanken grond

Dan holheid van nachten die enerlei waren: Een bed en een stoel waar de wekker op stond

Ook deze zal kussen en kinderen dragen, Een man zal haar liefkozen, striemend en wreed

Ze zal hem ontvangen en lusteloos vragen Waarom het niet schoon werd, dit vreemde leed

Daar niemand het eind van dit vers zou verdragen. Hield God het verborgen, het eind van haar dagen

J. VAN SCHAGEN Jr