EEN EXCURSIE MET EEN MORAAL

Onlangs zijn wij met enige coliega’s uit Haarlem en omstreken op bezoek geweest in het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort, vroeger bekend onder de naam van „Meer en Berg”. Die naamsverwisseling op zich zelf is al van betekenis. Men wil daarmee de oude associaties, die aan die vroegere naam verbonden waren, vervangen door nieuwe, samenhangend met de ingrijpende ommekeer in de verpleging van krankzinnigen.

Deze wending betreft vooral twee cardinale punten. Men wil in de eerste plaats deze asocialen omvormen tot een gemeenschap, waar het verplegend personeel en allen die werkzaam zijn in deze inrichting, de dragende kracht van vormen, in een meelevende solidariteit. Het woord medelijden tracht men te vermijden, men wil alleen met de patiënten meeleven.

De nieuwe arbeidstherapie, vooral door prof. Van der Scheer consequent doorgevoerd, levert dan in de tweede plaats de beste bijdrage niet alleen tot de persoonlijke verheffing van de patiënten, maar vooral tot het vormen van deze gemeenschapszin. Maar daarover straks meer. De ontvangst van de directie was bijzonder hartelijk, de eerste kennismaking echter wat explosief. Men wees ons er op, dat dit bezoek het eerste officiële contact was met de predikanten-wereld sinds honderd jaar. Hieruit ontspon zich al dadelijk een pittig gesprek over de samenwerking tussen dokter en predikant, die ook van de kant van de dokter nog wel eens wat te wensen overlaat. Ik voor mij heb nog al eens patiënten bezocht in inrichtingen voor geestesziekten, maar zelden in samenwerking met een arts. Dat is van weerskanten fout.

De kennismaking met de patiënten was leerzaam en tragiekomisch. Van degenen, die niet physiek ongesteld waren, was vrijwel ieder aan het werk, ook de moeilijke gevailen. Slechts éénmaal kreeg ’n collega een onbeduidende duw, waarop dadelijk een medepatiënt(!) ingreep en zei, dat zij zich niet zo moest aanstellen. Bewijs van de op voedende kracht van het samenzijn en samenwerken. Isoleert men deze mensen, dan werkt alleen al het feit, dat zij opgesloten zijn, prikkelend, waardoor zij juist recalcitrant en onhandelbaar worden. Maar welk een moed, geduld en waakzaamheid vraagt deze methode van allen, dié leiding geven.

In de strijkerij maakte een der collega’s de opmerking, dat wij van dat werk niet veel terecht zouden brengen, waarop wij (buitengewoon leerzaam!) prompt de opmerking te horen kregen, dat er van ons wel helemaal niets terecht zou komen. En in de wasserij kregen wij een les in realisme. lemand maakte de echt goedige domineesopmerking, dat zij met zoveel toewijding bezig waren, opbeurend bedoeld, waarop de snedige opmerking volgde, dat de was alleen met zeep werd gedaan!

Intussen gingen wij zo de hele inrichting door en kregen wandelend college. Het hoogtepunt van deze rondgang vormde ongetwijfeld het bezoek aan de gymnastiekzaal, waar wij onder de indruk kwamen van rhythme, beweeglijkheid, discipline en samenwerking in gymnastische oefeningen, die ’t zelfvertrouwen opwekken en in de moeilijke volksdansen, die wat vreugde, opgewektheid en dynamiek brengen in versomberde en verstarde mensenlevens. Die aanblik vooral was een ontroerende verrassing.

Fragment van een Aanbid.ling der Herders Noord-Nederlands houtsnijwerk plm. 1480

Men is daar de ganse dag bezig als in een gewone samenleving in ontspanning en inspanning, men kan moeiiijk zeggen, welke arbeid er niet gedaan wordt. Natuurlijk komen tempo en resultaat niet allereerst in aanmerking, wel het nuttig bezig zijn op zich zelf. Toch zijn dank zij de hulp en medewerking van waakzaam en ijverig personeel de prestaties ver boven onze verwachting.

Dit kweken van saamhorigheid, dit moedgevend vertrouwen in de patiënten, dat het zelfvertrouwen in dermate stimuleert, dat aan sommige patiënten de leiding van en de verantwoordelijkheid voor hun medepatiënten wordt toevertrouwd, de grote mate van vrijheid, die hun geschonken wordt, het afschaffen van dwangbuizen en het slechts in uiterste gevallen tijdelijk isoleren, heeft alles één achtergrond en één tendens; het vasthouden aan de mens in de mens, het geloof in de mens, ondanks dierlijke gedragingen. Deze houding en methode is uitermate inspirerend, allereerst voor predikanten. Van doorbraak gesproken: wat worden er in deze nieuwe en bezielende behandeling een schotjes en isolatiewanden doorbroken, waar het conventionele christendom nog altijd mee werkt.

Men zou theoretisch breedvoerig kunnen discussiëren over de vraag, wat hier het bezielend motief is, humanisme of geloof. Het interesseert mij weinig, want dit zal wel geheel aan de persoonlijke instelling van de geneesheer liggen. Belangrijker is, dat hier, evenals op sociaal terrein, humanisme en geloof elkaar de hand reiken, nog belangrijker is en tegelijk beschamend voor het conventionele christendom, dat het geloof (met een kleine letter) hier een lesje krijgt van het humanisme. Want het komt mij voor, dat sommige christelijke inrichtingen (ik generaliseer volstrekt niet) op dit gebied nog verkleefd zijn aan verouderde methoden of welbewust de nieuwe niet wensen te aanvaarden. Zou met dit conservatisme toch weer een te zware accentuëring van een zondebeschouwing verbonden zijn, die al zo vaak waarachtige vooruitstrevendheid in den weg stond? Ik vrees ’t. De zware omrastering

en de hoge muren van een der nieuwste chr. inrichtingen, als gold ’t hier een concentratiekamp, zijn helaas een sprekende illustratie van wat ik hier bedoel.

Dit bezoek aan het Prov. Ziekenhuis was een ontdekking, verrassend en beschamend tegelijk. Deze hele methode blijft een waagstuk, dat stellig enig risico meebrengt; er is meer kans op weglopen en op ongelukken, waarvan intussen zelden sprake is. Er is ook meer gevaar voor het personeel en er wordt veel meer van de verpleging gevergd, hetgeen over het algemeen in gemoedsrust en blijdschap wordt aanvaard, ’t Kan ons alleen maar met dankbare vreugde vervullen, dat deze omwenteling in de behandeling van lijdende medemensen zoveel meer licht en gezonde opbouwende afleiding bracht in hun overigens zo eentonig en somber bestaan. Wanneer ik terugdenk aan de bezieling, waarmee van deze methoden verteld werd, wanneer ik terugdenk aan dit verbluffend experiment, moet ik onwillekeurig denken aan het woord van Hem, die juist aan deze lijdenden zoveel aandacht schonk: „Ik heb zelfs in Israël zo groot geloof niet gevonden.”

De bewogenheid, waarmee men zich het lot van deze ongelukkigen aantrekt, vindt in zijn ontferming en liefde haar bron en oorsprong. Bijbelse motieven spelen hier bewust of onbewust mede een rol. Maar het is ook al weer hier als bij de sociale kwestie in het algemeen, deze motieven bleven lang latent. En zij zijn niet altijd door het traditionele christendom in volle omvang ontdekt en aangevat, evenmin in alle consequentie’s toegepast. Naast het vele goede, dat ongetwijfeld ook in chr. inrichtingen aan liefde en toewijding, aan meeleven en verzorging te vinden is, heeft ook dit bezoek mij weer bewezen, hoeveel christelijke mensen van „neutralen” kunnen leren, hoe nuttig zij kunnen samenwerken en hoe ef-

Beste lezer Vindt U niet, dat het nu een gunstig tijdstip is om eens bij u zelf te overwegen, een gratis-abonnement ter beschikking te stellen? Eergisteren ontvingen we weer zo’n brief: „Met groot leedwezen moet ik u berichten, dat ik mijn abonnement op T. en T. voor 1950 opzeg. Maar ik doe hierbij de belofte, dat, zodra de omstandigheden beter zijn, ik mij opnieuw abonneer, aangezien dit blad mij elke week zoveel zegen heeft gebracht.

Met beste wensen voor uw arbeid, hoogachtend: N.N.” Het is de enige niet. Laat uw gedachten er eens over gaan en neem een besluit. Abonnementsgeld kunt U overmaken op giro No. 21876 van De Arbeiderspers, onder toevoeging : „Cadeau – abonnement Tijd en Taak”. Red.-secr.