den Heer ] behoort de aarde I en haar 1 volheid. j . Psalm 24 : 1 /

Tijd en Taak

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR. EVANGELIE EN SOCIALISME

TEVENS ORGAAN VAN DE PROTESTANTS CHRISTELIJKE

Zaterdag 4 Febr. 1950 No 18 Verschijnt 50 maal per jaar 48ste jaargang van de Blijde Wereld *

Redactie Prof. dr W. Banning Ds J. J. Buskes Jr Ds L. H. Ruitenberg Mr G. E. V. Walsum Secr. der redactie J. G. Bomhoff, Roerstraat 48 111 Tel. 24386

Atmn. hg vooruitbet. per/aar f 8.00, halfjaar f4.2}, kwart, f 2.}0 plus f o.l} incasso. Losse nrsfO.l}, Postg. 21876, Gem. giro V 4}oo, Adm. N.V. De Arbeiderspers, Hekelveld I}, A'damC

BLINDHEID VAN MENSEN

Een discussie in een kring van jongeren. De vraag naar het ontbreken van een geestelijke achtergrond voor ons leven onze studie, de wetenschap, de politiek, de democratie is aan de orde gesteld. Oók de vraag, of wij persoonlijk nog voor iets stó,an, zó overtuigd, dat wij er voor willen vallen. Dan werpt een der jongeren de vraag op: maar zijn wij dan blind geweest! En kè,n dat? Kè.n dat, dat een cultuur helemaal de verkeerde kant opgaat, omdat de mensen niet zien? De jonge man,' die deze vraag stelde, was mij onbekend; de vraag zelf raakte mij diep en wekte een sterke sympathie in mij voor hem die er kennelijk mee worstelde ... Herkende ik in die vraag niet een stuk van eigen geestelijke strijd? Ik weet, dat er meerderen zo zijn, ook onder onze lezers, en stel haar daarom hier nog eens aan de orde.

Herinneren wij ons eerst, dat figuren uit het Oosten Gandhi bijv. ons in het Westen .voortdurend hebben voorgehouden: „Gij zijt op de verkeerde weg. Met uw kapitalistische winstbegeerte, uw aanbidding van uw techniek, uw wetenschap, uw geld, met uw felle machtswil die de aarde onderwerpt en uitbuit te uwen bate zijt gij blind voor de heilige krachten en goddelijke diepten van het leven; gij zijt met al uw kennen en kunnen arm, want gij weet niet het doel, waartoe uw veroveringen moeten dienen, gij kent het dienen niet meer. Zie de radeloosheid, waarmee uw eigen geleerden rondlopen, nu de atoomenergie ten verderve zal worden aangewend. Uw leuze was: kennis is macht maar op de vraag: waartoe de macht, hebt gij geen ■ antwoord.” Zó heeft het Oosten gesproken; zo hebben ook figuren uit het Westen eigen situatie gecritiseerd. En al is het waar, dat de dingen veel moeilijker liggen dan uit deze beschuldiging en critiek blijkt, de waarheidskern er van blijft gelden.

Intussen, ik zou toch niet graag alleen langs deze lijn willen redeneren; daarvoor raakt de gestelde vraag te diep persoonlijk. Ik wil zelfs het nationaal-socialisme, dat een gruwelijke illustratie was van het feit, dat de meerderheid van een volk blind was en naar een katastrofe werd gevoerd, niet als voorbeeld aanvoeren. Wie zijn ogen open heeft, ziet het voortdurend om zich heen gebeuren: mensen zijn blind daarom mislukken huwelijken, daarom vervreemden ouders en kinderen van elkaar, daarom nestelt zich vereenzaming en verbittering in de harten. En het trieste is, dat wij ons dikwijls machteloos en rampzalig voelen, wanneer wij vlak in onze buurt een dergelijk proces zich zien af spelen en wij künnen de ogen van de betrokkene er maar niet voor open krijgen...

Maar ook dit is mij nog te veel op een afstand, te beschouwend, wellicht te hoogmoedig ... want de ènder is verblind, maar ik meen van mij zelf, dat ik ziende ben, Neen, zo simpel is het niet. Ik moet erkennen, dat ook ik zelf dikwijls blind ben geweest, met zogenaamde en zelfs werkelijk goede bedoelingen. Wie het aan zich zelf nog niet ontdekte, kan het leren uit de oud-Griekse tragedie, waar diep insnijdend lijden komt over een mens door niet geziene schuld. Schuld en leed ontstaan waarlijk niet alleen, wanneer hartstocht en wraakzucht een ziel vervullen; ook de edele, hoge mens kan blind zijn voor de krachten die het leven leiden. Ik meen, dat hetzelfde moet worden gezegd voor bewegingen en ideeën, die mensen in volle toewijding dienen, en ook dat gaat niet buiten persoonlijk leed om. Een socialistische beweging kan op bepaalde punten falen, omdat zij blind was een christelijke kerk kan ten diepste schuldig worden, omdat zij niet zag eigen verstrikking in. onrecht en maatschappelijke belangen; en dit alles gebeurt ondanks vele goede bedoelipgen, De erken-

ning van deze oerfeiten van het leven van mensen enkelingen en bewegingen is voorwaarde voor elke eerlijke en vruchtbare levenshouding. Het is meen ik ook de voorwaarde voor elke scheppende critiek; het besef nl. dat nergens een mens of een beweging zonder schuld kè,n bestaan; wij kunnen een socialistische beweging of onze kerk alleen maar radicaal critiseren, indien wij de solidariteit-in-schuld radicaal ernstig nemen. Sectarische critiek zie hoe communisten haar beoefenen in hun zuiveringsacties mist deze solidariteit ten enen male, en is daarom zo onbarmhartig verwoestend, geestelijk ook voor de zuiveraars zelf.

Nu voert mij deze erkenning van een oerfeit van ons mens zijn dat wij inderdaad blind kunnen zijn tot twee andere momenten. Ten eerste: dat wy verlichting nodig hebben. Innerlyke verlichting, in deze zin dat ons de weg der waarheid getoond wordt en wij haar leren zien. „Schep mij een rein hart o God” zo bidden met de oude dichter allen, die aan het mens-zijn met zijn verblinding hebben geleden. „Leer ons uwe wegen kennen”, vraagt een mens, die de eigen weg ziet doodlopen. Versta dit niet als stichtelijkheid zonder meer. Wanneer in de jaren der bezetting beslissingen moesten worden genomen waarmee mensenlevens waren gemoeid, wanneer in politieke, godsdienstige of persoonlijke konflieten gekozen moet worden en menselijke gevoeligheden, geprikkeldheden, belangen een rol spelen, dan is gewetensonderzoek en gebed om verlichting, d.i. ons licht uit Gods licht, geen stichtelijkheid, maar keiharde voorwaarde voor een verantwoord leven. Wie niet weet van deze feiten, kan nooit wezenlijk verantwoordelijkheid dragen, al is hy nog zo’n „machtig” man. Het tweede moment: het leven Is niet te dragen zonder een weten van vergeving. Men antwoorde uny niet met de opmerking, dat honderdduizenden het daarbuiten stellen dat is zo, maar deze honderdduizenden gaan dan ook aan de diepste rykdom van het leven voorbij. Wat Is liefde zonder offer, al weigeren honderdduizenden dit te erkennen? Wat is leven zonder het ontvangen van vergeving, al blyven tallozen verstrikt in eigen waan?

Bij deze beide momenten zet de verkondiging van het Evangelie in: bij de behoefte aan verlichting en aan die van vergeving. De diepe tonen die hier worden aangeslagen, de uit een diepte van menselijke nood en goddelijke barmhartigheid voortbrekende krachten zijn nog steeds voorwaarde voor een waarachtige vernieuwing, van persoonlijk leven, maar ook van socialisme, kerk en maatschappij. W. B.