deze arbeiders, nu de industrie zich verder ontwikkelt. Het behoeft geen bestrijding, als Maian voorsteit, dat het geven van burgerrecht aan de kleurling de veilige basis van de blanke welvaart zal ondermijnen. Het is duidelijk, dat indien hiertoe zou worden overgegaan, op den duur langs wettige weg een einde zou komen aan eik blank privilege.

Dit is het probleem. Waarvoor de blanke in Zuid-Afrika zich gesteld ziet. Het is eigenlijk het probleem van de positie van de blanke in elk gebied, waar de kleurling de basis van de samenleving vormt. Ter oplossing van dit vraagstuk zijn vele voorstellen gedaan in Zuid-Afrika. Zeer grof aangegeven kon men twee richtingen onderscheiden, die van Smuts, welke groep de emancipatie van de gekleurde bevolking wil stimuleren en vooral ook wil geleiden (een richting, geheel aansluitend bij de Britse politiek in de Afrikaanse koloniën); en die van Maian, waarbij onder behoud van zoveel mogelijk economisch nut de gekleurde bevolking in maatschappelijk en geestelijk opzicht moet worden afgezonderd. Maian steunt in het Parlement op een meerderheidsgroep van 79 van de 153 zetels. Hieruit wordt duidelijk, dat zijn houding, die vérstrekkende gevolgen heeft, niet alleen op binnenlands, maar ook op buitenlands terrein (ontbinding van de banden met het Britse gemenebest, eventueel uittreding uit de U.N.0.) op zeer veel verzet stuit. Ten nauwste hangt met zijn politiek van „apartheid” samen de zich duidelijk af tekenende tegenstelling pro- of anti-Engels.

Het is niet duidelijk, hoe deze apartheidpolitiek succes moet hebben. Tot nu toe is er rondom een nationale en internationale agitatie ontstaan, die haar weerga niet heeft. Relletjes in het land, veroorzaakt door opstandige Bantoe’s, die gedwongen worden in aparte kleurlingenwijken (krottenbuurten) te gaan wonen, ontzaglijke spanningen bij gemengd-gehuwden, moeilijkheden in bedrijven ... aan dit alles nemen blanken deel. De politie houdt razzia’s in negerwijken; er wordt recht gesproken op grond van de willekeurige wetgeving. Malan’s politiek zou nog een tijdelijk succes kunnen hebben, als het mogelijk was om naast volkomen blanke, volkomen gekleurde territoria in te stellen. Aangezien de Bantoe echter de werkkracht is, is dit practisch ondoenlijk.

Het spreekt van zelf, dat India geregeld met klem protesteert tegen Malan’s rassenpolitiek, met het oog op de 300.000 Indiërs, die eveneens aan deze vervolging bloot staan. Maar ook andere landen laten regelmatig hun felle afkeuring merken, o.a. waar het punt ter sprake komt van het voormalige Duits Zuidwest-Afrika. De eis is, dat dit gebied onder controle gesteld zal worden van de trusteeship-council. Dit betekent een motie van wantrouwen aan het adres van de Zuidafrikaanse regering, die hierdoor nog halsstarriger volhardt in haar

onmenselijke politiek. „Het wordt hoog tijd, dat wij voet bij stuk houden en de moed hebben, te weigeren enige beslissing, welke ook, die de Verenigde Naties ons willen opleggen, te aanvaarden”, verklaarde Malan onlangs.

Zuid-Afrika is op weg om zich te isoleren van de rest van de wereld. Voorheen heeft de knappe staatsman Smuts nog geregeld kans gezien om de moeilijkheden uit de weg te gaan. De aanvankelijke sympathie met het Duitse nazisme, die aan het begin van de tweede wereldoorlog in zijn land zeer goed merkbaar was, heeft Smuts met zijn politiek kunnen overvleugelen. Deze mentaliteit was echter niet dood. Nu is er geen Smuts in de regering om de schade, door het extremisme onder zijn landgenoten in eigen land en in de wereld veroorzaakt, te herstellen. Smuts is slechts oppositieleider en moet toezien, dat het bouwwerk van verdraagzaamheid en democratische gezindheid, dat hij reeds voor een deel heeft kunnen optrekken, steen voor steen weer wordt neergehaald. Malan verzet zich tegen deze tijd. Hij tracht de klok terug te zetten. Het resultaat zal zijn dat aan de emancipatiebeweging van de kleurling, als reactie nog meer élan zal worden gegeven. Zijn tegenstanders worden tot een oppositie gedwongen, waaruit een tegengesteld extremisme kan groeien! Op haat en onderdrukking bouwt men geen toekomst. Jammer, dominee Malan! H. VAN VEEN

De Afrikaanse kleurling heeft geen stemrecht; in het parlement wordt hij door drie blanken vertegenwoordigd. Hij mag geen land bezitten, kan practisch geen handel drijven, krijgt zeer onvoldoende onderwijs, mag niet buiten zijn kleur huwen, mag alleen om te werken in de blanke delen van de steden zijn, leeft in barakkensteden onder onbeschrijflijk slechte omstandigheden. Ziekte, vervuiling en drank vragen hun zware tol. Deze toestand heet „apartheid” en moet de Zuidafrikaanse blanke bevolking beschermen in haar positie van alleenheerseres. Het is nog als in vroeger eeuwen: „De zwarte mens is door God bestemd om de boer te dienen, zo goed als de dieren der aarde, de vissen der zèe en de vogelen des hemels”. Hoe lang nog?

In een boekenweek en over een boek

Bij ons in Amsterdam pakken ze zulke zaken groots aan. Niet alleen dat de boekwinkels extra-mooie etalages hebben en u bij het kopen van een boek een boekje cadeau doen, maar er wordt een Nederlands stuk in de Schouwburg gespeeld (op de critieken af te gaan, is het gezakt als een baksteen!), daarna was er een schrijversbal als ge er geld voor over hebt en avondkleding bezit, kunt ge de Nederlandse schrijver gaan bezichtigen en dan waren er in de Bijenkorf boekenstalletjes opgezet, waar bekende toneelspelers boeken van bekende schrijvers verkochten. Nurks zou het een kermis der ijdelheid genoemd hebben of een vertraagd Carnaval, maar Nurks is een kniesoor.

De jaarlijks terugkerende boekenweek mag dan al een vanzelfsprekende plechtigheid worden, voorwendsel tevens voor een tomeloze propaganda, te gemakkelijk veronderstelt men dat elk boek een goed boek is. Als de boekenweek niet alleen moet strekken ten profijt van uitgevers en boekhandelaren, maar ook ten bate van de lezerconsument, komt de vraag naar de kwaliteit aan de orde. We horen daar veel over, maar het is altijd de geïsoleerde literaire kwaliteit en dat is naar twee zijden toe, eenzijdig en onrechtvaardig. Het is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt, dat op het boekenfeest alleen literatoren paraderen. Waarom ook niet de schrijver van de handleiding voor gasfitters bezichtigd? En waarom ook niet op het bal uitgenodigd de schrijver van een prekenbundel of van een kookboek? Het boek... en men denkt aan literatuur; het boek... en negentig procent der adverteerders en der consumenten denkt aan romans. Ik wil maar zeggen: de wereld waartoe het boek inleidt, is veel grootser

en weidser dan ge in de Boekenweek soms menen zoudt.

Er is nog een andere eenzijdigheid bij de reclame voor het goede boek. Ze zeggen „goed” en ze bedoelen „mooi”. Nu weet ik wel, dat wanneer men hier heel diep op ingaat of wanneer men het over de allerhoogste kwaliteit heeft, deze benoemingen de neiging vertonen over elkaar heen te schuiven. Heel mooie boeken zijn ook goed en zeer goede boeken zijn ook mooi, maar het gebeurt niet zo vaak, dat een boek volmondig deze dubbele lof verdient.

Aan een boek beginnen is een avontuur, dat goed en slecht kan aflopen, niet alleen voor het boek maar ook voor de lezer. Er zijn ook slechte boeken die werken als vergift. En er zijn heel veel boeken, vooral romans, die als onverteerbaar voedsel ons geestelijk bevattingsvermogen bezwaren, waarvan we de inhoud als onnodige levensballast meevoeren en die onze blik benevelen. Wie, tenzij de boekhandel, heeft er profijt bij zulke lectuur? Ik ding niets af op alle propaganda voor het goede boek én voor meer lezen, maar dit gevaar moet toch ook gesignaleerd worden!

Toen de fanfares van de boekenweek aanhieven, had ik juist de lezing beëindigd van „De grote Geus”. Het boek, een imposant volume van meer dan 450 grote bladzijden, ligt met heel de gloed van zijn opvallende omslag in alle etalage-vensters. Ach, ja, het is heel boeiend en ge leert er nog wat vaderlandse geschiedenis ook uit; het beschrijft het voorspel tot de opstand en de eerste jaren der tachtigjarige oorlog rondom het woelige leven van Hendrik van Brederode. Laat het aan johan Fabricius over u een spannend verhaal op te dissen: ge zult u geen ogenblik bij hem vervelen, en toch...

Jammer, dominee Maian