Christus langs de Indische heirweg

Stanley Jones, de Amerikaanse zendeling, zegt in één van zijn boeken over India: „Wat de zendelingen in honderd jaar niet hebben kunnen bereiken, dat heeft Gandhi geheel alleen bereikt; hy heeft de ogen van heel India op het kruis van Jezus gericht.” In de twee maanden die ik in India doorbracht, heb ik gezien dat Stanley Jones gelijk heeft. Men moet natuurlijk niet generaliseren. Het gewone volk, dat niet lezen en schrijven kan, weet niets van Jezus en Zijn kruis. Maar de geestelyke bovenlaag, de kringen rondom Gandhi en die vormen één van de belangrijkste groepen in het tegenwoordige India weten er wel van. Ergens zag ik een groot schildery van Gandhi: Gandhi met zijn stok, zoals hij door India trekt. Op de achtergrond: Jezus aan het kruis. En wanneer Andrews, de Engelse zendeling, die in Calcutta begraven ligt, bij Gandhi was, zong hij op verzoek van Gandhi menigmaal de bekende hymne: Als ik het wondere kruis aanschouw, waar Jezus stierf, die ’t al volbracht! Overal In India vond ik de voetstappen van Jezus en zag ik afbeeldingen van Zyn kruis. Dit betekent echter volstrekt niet, dat India christelijk geworden is.

Gandhi bleef tot zyn dood Hindoe. Jezus kreeg een plaats, naast de andere groten uit de godsdienstgeschiedenis, als de prediker van de Bergrede en het kruis was voor Gandhi het symbool van zelfverloochening en liefde. Jezus is niet de redder en verlosser en het kruis niet het kruis der verzoening. India vindt in de Bergrede wat het ook in zijn eigen godsdienst vindt: de beginselen van satyagraha en ahimsa, waarheidskracht en liefdekracht. Het Hindoeïsme blyft een wetsreligie: de zaligheid ligt aan het einde van de weg, die wy met Gods hulp en door de kracht van het gebed moeten gaan. Het Christendom Is verlossingsreligie: Christus heeft onze zonden gedragen en wij zyn om Christus’ wil tot Gods kinderen aangenomen. Men

mene echter niet, dat wij nu klaar zijn. Nu begint het pas.

Gandhi heeft een heel klein fragment van de bijbel: de Bergrede, maar dat fragment heeft hij dan ook en met dat fragment heeft hij ernst gemaakt en het is juist dat deel van de bybel, waarmee het Christendom van het Westen nooit ernst heeft gemaakt. Met de Bergrede doen wij niets. Wij zouden niet weten wat wy er in het leven mee zouden moeten doen.

Voor ons is het kruis het kruis der verzoening. Maar dat dit kruis ons hele leven 'moet bepalen, onze levenshouding en ons levensgedrag, daarvan weten wij weinig of niets. In ons persoonlijk leven weten wij met de Bergrede al geen raad, laat staan in het politieke en sociale leven.

Geen wonder, dat Gandhi over Europa schreef: „Het tegenwoordige Europa realiseert niet de geest van God, maar die van Satan en Satan heeft het meeste wanneer hij optreedt met de naam van God op de lippen. Europa is tegenwoordig alleen nog maar christelijk in naam, in werkelijkheid aanbidt het Mammon en Mars.” Ik denk ook aan het gebed tot Christus,

dat een dichter van India op Kerstmis zond aan Andrews en waarin deze woorden staan: O Christus, op Uw geboortedag buigen wij, die geen christenen zyn, ons voor U neer; er is in Europa voor U geen plaats, kom. Heer Jezus, ga weg van daar en vestig U hier in Azië”.

De christenen van India weten dan ook heel goed, dat het Christendom van het Westen ontoereikend is.

zy weten van het tekort van Gandhi en zij prediken Jezus Christus, die gestorven en opgestaan is, om ons m.et God te verzoenen. Maar zij weten ook van het tekort van het Westerse Christendom en er is in hun leven de werkeiykheid van het dragen van het kruis en het blijde volgen van Jezus. Over dat Christendom in India zou ik u

veel kunnen vertellen. Ik heb het gezien, dankbaar en beschaamd. De Deense journalist Sörensen, die in Bangkok de conferentie van de Protestantse Kerken in Oost-Azië bijwoonde, schreef: „Het was voor een Europeaan een volkomen schokkende ervaring om bij alle deelnemers zo’n vol, sterk en jubelend geloof aan te treffen. Vermoedelijk hebben wij zoiets gehad tijdens de grote opwekkingsbeweging in vroeger eeuwen, maar sindsdien is dat bij ons allemaal zo zeldzaam geworden, dat de meeste Europeanen eenvoudig niet meer weten, wat zo’n jubelend geloof eigenlijk is.”

Bronzen beeld Ruth Schautnann

aard. Toch kan niet ontkend worden, dat juist zijn dood een griezelige breuk tot stand heeft gebracht, die de gewone oorlog heeft doen omzetten in een koude oorlog. Roosevelt zou wellicht kans hebben gezien een internationale politiek te voeren, die Rusland niet verleid zou hebben tot de expansiepolitiek, zoals dit land die gevoerd heeft tot het fiasco in Berlijn.

Zijn dood was daarom een zware klap voor de vrede. Harry Hopkins, zelf meer dood dan levend, zei na de herdenkingsdienst van Roosevelt:

„Nu moeten wij zonder zijn leiding werken. Nu zullen wij moeten beginnen. Wij hebben het al die tijd te gemakkelijk gehad, omdat wij wisten, dat hij er was. Wij konden met onze ideeën bij hem komen en als hij dacht, dat er iets in stak, dan aarzelde hij niet om het over te nemen. En dan kon niets hem er van af brengen. Nu is hij er niet meer en wij moeten en zullen de weg om de dingen te doen zelf moeten vinden”.

Dat is niet erg gelukt. Daarom is de 13de April een dag van droefheid. Omdat een groot mens werd weggerukt uit het leven. Een groot mens en een goed politicus. J. G. V. d. PLOEG

Na Pasen

De straat is vol licht en vol van evenwicht

de blauwe lucht; de bomen reiken de hemel in; een nieuw begin hangt overal; er is geschal

van kinderstemmen die begroeten en rondzwermen en herontmoeten. En wat was ingekeerd en schier gestorven

heeft zich een nieuw bestaan verworven, en trilt in ’t alomvattend licht

in wederzijds en blij bericht.

DIRK JORRITSMA