dat Spaak ook nu weer blijk gegeven heeft met hoofd en schouders boven de twistende schare politici uit te steken.

Mildere critici dan de vermelde, hebben wel eens beweerd, dat de grootheid en kracht van Spaak liggen in zijn zuiver gevoel voor het politiek mogelijke en zijn ernstig streven om de democratie in de eerste plaats zo sterk mogelijk te maken. Deze mening lijkt ons juister. Spaak is allereerst democraat, daarna pas socialist. Hij baseert zijn handelingen op hetgeen het ogenbiik aan reële kansen biedt. Dit betekent dus, dat het socialistische ideaal bij hem in de practijk het verre einddoel is, waarheen hij voorzichtig koersend zijn weg zoekt, meestal niet in rechte lijn er op af stevenende.

Spaak heeft de vastgelopen politieke situatie weer tot leven gebracht. Inderdaad! Reeds enige weken geleden, toen de ene kabinetsformateur na de andere strandde bij de pogingen om een redelijke formule voor de koningskwestie te vinden, liet hij een proefballonnetje op: de koning kere terug, maar geve terstond de koninklijke macht in handen van zijn twintigjarige zoon Boudewijn, om, nadat deze de meerderjarigheid heeft bereikt, te zijnen gunste af te treden. Voor de socialistische partij, die zich onverbiddeiijk tegen terugkeer van Koning Leopoid had uitgesproken, was dit een grote concessie, aangezien daarmee in principe ’skonings houding werd geaccepteerd. Ook voor de koningsgezinden betekende deze formuie een gedeeltelijke nederlaag, omdat de koning in de practijk wel degelijk zou worden uitgeschakeld. De steeds weer vastlopende besprekingen van Van Zeeland om een katholiek kabinet te vormen, met steun van enige nietofficiële liberalen, dat dan ’s konings onvoorwaardelijke terugkeer zou moeten regelen, kon er op wijzen, dat Spaaks proefballonnetje de aandacht had getrokken. Niet van Van Zeeland, die trouwhartig is voortgegaan, elke nieuwe dag, die zijn formatie-besprekingen vroeg, met opgewekt gezicht te verklaren, dat hij nu wel klaar kwam. Evenmin van al die ijverige katholieken, die ’s konings zaak volledig tot de hunne hadden gemaakt. Maar wei van een gematigde Devèze, en van oud-premier

Eyskens, en van de liberalen. En ook van prof. Pirenne, ’s konings secretaris, die in het geheim, en buiten de bemoeiingen van Van Zeeland om, er over is gaan praten met liberalen en socialisten.

Het is duidelijk, dat Spaak als krachtigste argument de politieke onmogelijkheid van een vrijwel homogeen katholiek kabinet heeft gebruikt. Wel is waar heeft de volksraadpleging een (bedenkelijk kleine) meerderheid opgeleverd voor de koningsgezinden, maar het mocht niet worden verzwegen, dat gebruikmaking van deze meerderheid het land zou verdelen en ontwrichten. Niet slechts door relletjes, stakingen en een afscheidingsbeweging van Wallonië, maar vooral ook omdat zo’n regering, die de pas voor een vergelijk voor lange tijd zou afsnijden, het land geen voldoende regeling zou kunnen bieden voor de zich ophopende sociale en economische moeilijkheden. Om België gezond te houden, is samenwerking van de middenpartijen beslist noodzakelijk.

Het zal wel een geheim blijven, wat zich in ’s konings raadkamer heeft afgespeeld. Toch is het van het grootste belang hierover iets meer te weten. Leopolds houding in de afgelopen tijd is ogenschijnlijk zeker in strijd met de politieke draai van thans. Moet men achterdocht koesteren, als de koning verklaart, dat hij de uitvoering van zijn prerogatieven tijdelijk aan zijn zoon

wil overdragen, om in overeenstemming met de regering een einde aan deze opdracht te maken, als hij van oordeel is, dat ’s lands belangen er mee gediend zijn? Houdt dit in, dat hij, eenmaal teruggekeerd, al heel spoedig volledig herstel van zijn positie zal nastreven? Of is dit slechts een doekje voor het bloeden, bestemd voor de katholieke Leopoldisten?

In de practijk komt het er waarschijnlijk op neer, dat koning Leopold zich definitief zal terugtrekken, als blijkt, dat het bedoelde regentschap de weg heeft vrijgemaakt voor de in ’s lands belang zo nuttige samenwerking tussen katholieken en socialisten. En, indien die samenwerking niet slaagt, de prijs hiervoor ook niet langer zal willen betalen; dus alsdan volledig functieherstel zal nastreven. Het welslagen van deze rooms-rode samenwerking hangt af van het vermogen der katholieken om door de zure appel heen te bijten. In dit licht bezien is het zeer begrijpelijk, dat de socialisten nadere precisering vragen; van ’skonings werkelijke bedoelingen, maar vooral ook van de toekomstige houding der katholieken.

Spaak is op knappe wijze tussenbeide gekomen. Moge deze week de aanvaarding brengen, zo niet van het formaat van deze politicus, dan toch van dat van zijn voorstel. Er staat hierbij ook voor ons land, als Benelux-partner, zeer veel op het spel. H. VAN VEEN

PAUL HENRI SPAAK . . het compromis gevonden ?

Reële noden der jeugd van nü

In een vorig artikel sprak ik over de grote nood der jeugd, die geen morele steun krijgt van de oudere generatie, in haar strijd tegen de levensangst. Deze ontstaat uit gebrek aan leiding en aanvaarding, ontbrekend besef van Gods liefde en genade. Kort saamgevat luidt mijn conclusie, dat onze generatie, de oudere dus, bij wie de jeugd hulp zou moeten vinden, zelf lijdt aan onvermogen, de diepten der eigen ziel te peilen! Daaruit volgt misvatting omtrent de betekenis der menselijke natuur, schromelijke overschatting van de macht der driften, onderschatting van de geestelijke krachten, die deze kunnen beheersen en misplaatst schuldgevoel. Dit laatste ontstaat op de bodem van een verweer tegen vermaning en terechtwijzing, die altijd weer als beschuldiging worden opgevat en verontschuldiging uitlokken in plaats van herstel.

Straf om onbegrepen fouten, ongewilde vergrijpen, wanbegrip van het kunnen en van de betekenis der impulsen, gebrek aan geduld en aan overzicht in soms zeer moeilijke en verwarde omstandigheden, ziedaar waarom de kinderen van nü leren uit te wijken, geen risico te nemen en dus niet de ervaring opdoen, althans niet in voldoende mate, hoever hun macht reikt over zich zelf en hun gebaren, over hun aandriften en hun begeerten.

Tegenover deze nood, die generatie op generatie steeds meer omknelt in de greep van een vermeend noodlot, zal samenwerking van predikant en arts, zielkundigen, noodzakelijk zijn om een fatale circulus vitiosus te doorbreken. Hun gezamenlijke taak zal zijn de problemen der opvoeding praktisch aan te pakken.

Praktisch d.w.z. voorgaan in het goede voorlichting der onwetenden morele steun aan jong en oud wier zedelijke vorming op een of ander punt van hun leven onvoltooid bleef.

Het eerste vereiste is dus, dat ze elkaar benaderen en begrijpen. Dat ze niet angstvallig eigen terrein afbakenen en verdedigen, maar contact zoeken overal waar hun grenzen elkaar raken en daar eikaars gebieden overlappen. Daarvoor is nodig: begrip van elkdars roeping, bedoeling en een gemeenschappelijke doelstelling: de jeugd bevrijden uit de benauwenis van angst en schuld zonder uitzicht en dit om te zetten in begrip voor menselijkheid en liefde. Natuurlijk is dan de hoofdzaak bij deze actie: wederzijds vertrouwen zowel in menskundig opzicht als op het gebied der levensbeschouwing, dus ook mildheid en verdraagzaamheid-

Evengoed als een arts slechts een deel van het menselijk lijden overziet, als hij alleen let op het lichaam, evengoed zal de pre-