Waarom dat misbaar?

Het kan voor het volk van Ambon alleen maar schadelijk zijn, dat zijn zaak de dupe is geworden van een politiek steekspel. Een politieke actie, opgetrokken achter het rookgordijn van het medelijden en het onrecht, maar waarbij het in wezen om heel andere dingen gaat. Die andere dingen worden nu uitgevochten, in Dierentuinen en Apollohallen, op de rug der Ambonezen. Het is niet anders dan een beklagenswaardige zaak, dat de strijd tussen hen en de Repoeblik voor sommigen een gerede aanleiding is, alsnog een poging te doen met twee handen vast te houden, wat met beide handen óók had moeten worden losgelaten. En om in eerlijkheid en waarachtige bewogenheid aan Ambon te zeggen, dat, hoezeer Nederland overtuigd blijft van zijn aanhankelijkheid en trouw, het nü moet leren zich in een bestel te vinden, dat de snelle loop der historie ook voor Ambon heeft aangewezen. Indien déze barmhartigheid en dit leiden op de weg naar zulk een nieuw begrip eens liefdevol ware voorafgegaan aan de tranen, die nu worden geschreid, maar waarmede Ambon niet gebaat is, zouden er geen Dierentuinen en Apollohallen zijn nodig geweest wellicht. Daarbij gaat het niet om de vraag, of het op zich zelf niet vreselijk is, wat Ambon ondergaat. Het is op gelijke wijze vreselijk, als het Zuid- of Noord-Koreanen betreft. Chinezen of Tibetanen. Geweld, waar ook in de wereld, bedekt ons altijd weer met schaamte en legt tekorten bloot, waarover menselijk en christelijk het nodige- nog steeds te zeggen valt. Wanneer wij in de onmacht verkeren dat geweld tegen te houden, dan zijn de tranen, daarom geschreid, toch van een ander soort dan die gestort worden als niet dat geweld op de voorgrond staat, maar de politieke constellatie.

Er zal daarom aan deze kant van het bamboe-gordijn, dat ons langzamerhand van Indonesië gaat scheiden, wel niemand zijn, die de aanval op Ambon goedkeurt, laat staan toejuicht. Maar onder hen, die niet de Dierentuinen en de Apollohallen bezoeken, ook niet als er predikanten spreken, en misschien wel juist dóór om niet, zijn er veel meer dan men denkt, die met evenveel schaamte vervuld zijn over de onmacht of onwil van landgenoten, die hun menselijke en christelijke, als men wil, hun politieke adviezen aan Ambon hebben achterwege

gelaten of zodanig hebben gegeven, dat het' aan de nood, waarin het geraakt is, niet meer kon ontkomen. Niet degenen, die met deze schaamte rondgaan, hebben Ambon in de steek gelaten. Als het er op aan komt, hebben dat misschien wei juist degenen gedaan van het groot misbaar om Ambon. Een misbaar, dat te laat komt, en verkeerd gericht is.

In Nederland daalt op een vliegveld een delegatie uit Indonesië, die over Irian komt onderhandelen. In Nederland zijn heel wat mensen, die, ook zonder onderhandelingen, precies weten, hoe het met Nieuw-Guinea gaan moet. Ze zijn ook in Indonesië zelf, onder de planters bijvoorbeeld. Ze zijn er in ons midden, in Kerk en Zending. Het jonge Indonesië moet nog veel leren. Het moet ook nog leren wat diplomatie is. Die geheimzinnige taal, waarin men spreekt en eigenlijk zwijgt, of zwijgt en eigenlijk spreekt. Diplomatie verdraagt de eerlijkheid

slechts in tweede of verder verwijderde instantie. Ze moet vaak rechtuit spreken, maar met een grote bocht. Als daarom een lid dier delegatie maar onmiddellijk zegt, waar het op aan komt, valt dit zo uit de toon dezer diplomatieke taal, dat heel Nederland en in elk geval allé kranten misbaar maken. Zelfs kranten, die in wezen evengoed weten, wat het eind en dus al het begin van de onderhandelingen met deze delegatie moet zijn. De Oosterling heeft een eigen vermogen: het redden van zijn gezicht. Daarmede is en dat hebben wij dan in 3 eeuwen toch van onze Indonesische broeders geleerd dan plotseling ook in Nederland iedereen bezig, van hoog tot laag, in binnen- en buitencircle. Ofschoon velen hunner weten, dat de heer Yamin niet anders dan eerlijk maar meteen zei, waar het op aankwam, en dat ook gebeuren moet. Niet opnieuw moeten we met twee handen trachten vast te houden, wat in veel groter verband, en na zware barensweeën, met twee handen is losgelaten. Het gebaar van dit alles kan nooit meer dan koninklijk worden gemaakt. Maar misschien is het dan toch nog mogelijk er een houding van te maken, die dan in dit geval een nieuw geweld voorkomt. Niet uit lafheid, uit gebrek aan innerlijke kracht, maar

Daarop verklaarde Paus Pius XII, en zijn stem was de onfeilbare stem der eeuwen en der Heilige Moederkerk, dat Maria lichamelijk ten hemel was opgenomen. De honderdduizenden weenden, jubelden en omhelsden elkaar en de honderdduizenden stemmen werden één stem: Leve Maria, Leve de Paus van de tenhemelopneming van Maria.

In Bogota, de hoofdstad van Columbia, hielden honderdduizend gelovigen een fakkeloptocht.

Alle kanonnen van de Spaanse forten en oorlogsschepen losten op last van de Spaanse regering een en twintig saluutschoten ter ere van Maria.

En in Jeruzalem werd op het ogenblik, waarop de Paus het dogma afkondigde, in de kerk op de berg Zion een plechtige Heilige Mis opgedragen.

J. J. BUSKES Jr

Onvolledig dagboek

3 October

Soms is het moeilijk voldoende energie op te brengen voor het schrijven van een stuk, dat in een blad gedrukt zal worden. Niet vanwege o snode veronderstelling een zeker wantrouwen ten opzichte van hen, die het gedrukte onder ogen zullen krijgen; eerder vanwege het tegendeel. Ergens in mij leeft toch nog de illusie, dat de lezers met belangstelling zoals ik zelf ook doe zullen grijpen naar hun weekbladen en zelfs ben ik zo ijdel mij in te beelden, dat er onder hen ook nog zijn, die met interesse dit weekblad doorlezen om o.u. te zien, wat er nu weer in dit onvolledig dagboek staat. Dat betekent: dat ik en het zal de andere medewerkenden wel net zo gaan mij al schrijvende voorstel, dat de lezer van zijn blad iets verwacht; dat hij nu heel in het algemeen gedacht ook uitgaat van de veronderstelling, dat het in dag- of weekblad gedrukte woord in staat is iéts te doen, invloed uit te oefenen.

Die veronderstelling hangt ongetwijfeld nauw samen met onze overtuiging, dat wij in een democratische samenleving leven. De vrijheid van drukpers is niet zonder gegronde reden steeds een der troetelkinderen der democratie geweest.

Maar wat als men het gevoel krijgt, dat het een mij zinloze liefhebberij wordt om te schrijven en te lezen, daar allerlei dingen toch op vrij ondemocratische wijze bedisseld worden

Waarde lezeressen en lezers van dit dagboek, deze hele exclamatie vindt haar oorzaak in die aardige speech, waarmee mej. M. Klompé het besluit der Nederlandse regering heeft gemotiveerd om te stemmen vóór toelating van Franco-Spanje tot verschillende agentschappen der V.N. en vóór het herstel der diplomatieke betrekkingen met dit land. Natuurlijk mag ik daar nu tegen protesteren, zoals er in enkele andere bladen ook tegen is geprotesteerd. Zelfs mag ik gerust schi'ijven, dat er voor mijn gevoel in het feit, dat Engeland, Frankrijk en de Scandinavische landen zich van stemming hebben onthouden, iets is gebleken van een restje van democratisch fat-

soen en dat ik het vóór-stemmen van Nederland ronduit onfatsoenlijk vind... Wat bereik ik er mee? Waarschijnlijk zal het zelfs gewaardeerd worden, als ik het een beetje kras zeg. Nietwaar, het onbehagen moet toch ook zijn uitlaatklep hebben en dit geluid is in zeker opzicht niet eens onbruikbaar... Ongetwijfeld was het zeer fijn gevoeld om een rooms-katholiek lid der Nederlandse delegatie deze rede te laten houden. Wie zijn het ook weer, die in Spanje op allerlei wijzen worden beknot in één der fundamentele „rechten van de mens”: de vrijheid van godsdienst? En wat zullen wij democratische socialisten het straks gemakkelijk hebben om aan Spaanse democratische socialisten, wier kameraden bij duizenden door de aarts-fascist Franco zijn vermoord en in de gevangenissen geworpen, duidelijk te maken, waarom de Nederlandse regering waarin ook een aantal democratische socialisten zitten zich zelfs niet van stemming heeft onthouden, maar heeft vóórgestemd. We zullen in zo’n gesprek dan voortaan maar spreken over „logisch socialisme” of „realistisch socialisme”. Dit klinkt in ieder geval goed Als straks van regeringszijde een uiteenzetting komt, waarom men aan de Nederlandse delegatie opdracht heeft gegeven om zo te handelen, zal ik:

a. overtuigd zijn, dat dit bittere stukje politiek gezien hopeloos naïef is geweest.

b. die hele regeringsuiteenzetting over mijn kant laten gaan en geen spijt hebben van dit stukje. Want:

a. blijft Spanje voor mij en ik ben er van overtuigd, dat duizenden met mij dit zo gevoelen verre meer dan een incidenteel geval. De burgeroorlog in Spanje heeft een symbolische betekenis gekregen als strijd voor de democratie. De dictatuur van het Franco-bewind, de vervolging van politieke tegenstanders, de achteruitstelling en feiteiijke onderdrukking van het protestantisme in