Roerend in de heksenketel

De spanning blijft. Hoe lang nog? Ongeacht misschien buitengewone middelen als de atoombom zijn de Chinezen stellig in staat om de troepen der Verenigde Naties practisch uit Korea te verdrijven. Numeriek zijn zij sterk in de meerderheid. De verhouding wordt vier tegen één geschat. Bovendien beschikken zij over zeer grote reserves in Mandsjoerije, zodat een aanvulling der sterk gedunde Amerikaanse troepen gemakkelijk kan worden overtroefd. Niet alleen qua aantal overigens, ook tactisch genieten de Chinezen grote voordelen. Hun legers zijn daarenboven goed gedisciplineerd en gewend aan het harde werk der infanterie. Als aanvallers kunnen zij het gunstigste moment kiezen om toe te slaan, nl. ’s nachts, als de Amerikaanse luchtmacht weinig kan uitrichten.

Aziatische bemiddeling Gezien deze angstige situatie is de poging van de niet-communistische Aziatische landen om China tot een wapenstilstand in Korea over te halen, geen blijk van kracht. Van China wordt een gunst gevraagd. Men wil de prijs te weten komen, die daarvoor moet worden betaald.

De Verenigde Staten dit maakt deze onderhandelingen des te moeilijker, zijn tot nu toe niet bereid het volle pond te geven. Truman is, stellig onder druk van het sterke rechts in de Amerikaanse politiek, niet geneigd geheel en al aan China’s eisen toe te geven. Noch voor erkenning op dit moment, noch voor liquidatie van de Amerikaanse positie op Formosa voelt hij veel. Over de Chinese eisen in zake Korea is nog te weinig bekend. Dit is het negatieve resultaat van Attlee’s missie. Zijn langdurige bezoek is mislukt. Zijn taak was de politiek van West-Europa en de Verenigde Staten,

die ten aanzien van China een wezenlijk verschil laat zien, te coördineren. De gepubliceerde punten tonen, hoezeer het Westen in zichzelf verdeeld is gebleven. Zelfs over de directe aanleiding van Attlee’s bezoek, nl. de atoombom, is geen overeenstemming bereikt. Truman zal Attlee voordat de bom gebruikt wordt, daarvan op de hoogte brengen. Hij heeft niet gezegd, dat de beslissing in handen zal worden gelegd van de Verenigde Naties; hij heeft zelfs niet erkend, dat ten minste Engeland zou moeten mee besluiten. Het gezicht redden?

December. Koud en mistig. Een lage zon, die geen warmte meer geeft. Maar haar licht werpt een schilderachtig schijnsel door de poorten van het Amsterdamse Rijksmuseum. Een onverwachte vreugde voor de niet te haastige wandelaar

Vorige week zijn wij uitvoerig ingegaan op de politieke verhoudingen in de Verenigde Staten, waardoor Trumans vrijheid van handelen ernstig is bekort. Misschien zijn de laatste uitlatingen van Truman en Acheson, misschien is ook het teleurstellende communiqué over de Brits-Amerikaanse conferentie, verklaard door de noodzaak om de publieke opinie zeer voorzichtig te hanteren. Merkwaardig is de steeds weer terugkerende verklaring van Acheson, dat Amerika geen veto zal uitbrengen indien anderen in voldoende aantal tot toelating van Mao’s regering in de Verenigde Volkerenorganisatie besluiten. Willen de Amerikaanse leiders op deze manier hun gezicht redden?

Het is nog een open vraag. Ook deze, of China misschien ondanks alle geruchten nu eens en voor goed met het Westen wil afrekenen. De sterk nationalistische stemming onder de bevolking wordt door de communisten al maandenlang aangewakkerd met een zeer kwaadwillige propaganda tegen Amerika en Engeland. De Chinese volken bezitten zekere de geestesgesteldheid voor een verder dan Korea gaand

militair avontuur. Trouwens, materiële voorbereidingen worden eveneens door de Chinese regering getroffen.

Onze verdediging

Hoe het ook zij, Rusland stelt zich voorlopig kennelijk tevreden met het binnenhalen der Aziatische slagen. Zij houden zich buiten rechtstreekse militaire inmenging. Voor zover de Westelijke inlichtingendiensten het bij het goede eind hebben, lijkt het dat Rusland geen speciale voorbereidingen treft, buiten de normale intensieve militaire activiteit. Ook de bereidheid tot een conferentie over Duitsland wijst in deze richting.

West-Europa heeft dus nog steeds de kans om enige verdediging op te bouwen. Wij moeten echter wel beseffen, dat de mogelijkheden gering zijn. Ondanks alle schone woorden is West-Europa uiterst zwak. Gezien de interne moeilijkheden in de verschillende landen, gezien ook de speciale positie van enige Westeuropese staten, die het spits zouden moeten afbij ten, is de noodzakelijke eenheid nog ver te zoeken. Wel is waar heeft Attlee een claim verworven op voldoende grondstoffen, maar daarmee zijn wij er niet.

Zweden wil zich niet aan het Atlantisch Pact binden, en sleept in zijn weifeling Denemarken – en in zekere zin Noorwegen mee. De Zweden zijn militair redelijk sterk, maar willen kennelijk hun kracht niet in de waagschaal der wankele Westeuropese verdediging leggen. Hoewel de situatie anders is dan in de vorige wereldoorlog, en een aanval op Noorwegen Zweden redelijkerwijs wel moet dwingen tot meedoen (verdediging tegen een aanval uit Oost en West is onmogelijk) kan het Westen nu geen staat maken op Zweedse hulp. Turkije, de andere Europese hoeksteen, vertoont een zelfde beeld en een zelfde houding, zeker nu het land tot het Atlantische Pact mag toetreden.

Joegoslavië heeft een zeer krachtig leger, maar voorlopig zal het Westen geen kans zien om Tito voldoende te steuneri, terwijl juist daarom verwacht mag worden, dat Rusland lang voordat wij aan de beurt komen, met hem zal willen afrekenen. Over Italië kunnen wij kort zijn. Er is weer zo iets als een leger, maar een minstens even sterke vijfde colonne. In de machtsontwikkeling van het Westen telt het schiereiland nauwelijks mee. Recente onderzoekingen bevestigen dit.

Frankrijk laat een zelfde beeld van innerlijke zwakte zien als in 1940. Daarenboven: ook hier een machtige vijfde colonne. Het Franse leger is topzwaar, het materieel sterk verouderd. De hoge militaire uitgaven dienen in hoofdzaak voor de tot in het wanhopige uitgegroeide personele lasten. Wat er aan „weerbaarheid” beschikbaar is, wordt nu in Indo-China ingezet... en daar langzaam maar zeker verteerd.

Blijft op het vasteland slechts over Benelux. In ons land is minister Schokking weggestuurd, ook omdat de defensie er slecht aan toe is, zowel materieel als personeel. Er wordt nu materiaal uit Canada aangevoerd, maar dat is enkel voor de territoriale verdediging bedoeld, welke in geval van een oorlog op de tweede plaats komt. België is er niet veel beter aan toe.

Dan Engeland, met eén redelijke militaire macht, maar ook met vele verplichtingen in de wereld; en ook met Duinkerken nog vers in het geheugen. Engeland kan zijn hoofdmacht pas op het vasteland wagen, als de kans op succes in geval van strijd redelijk is.

De verzekering der Amerikaanse divisies in West-Duitsland is hiervoor onvoldoende.