Industriële revolutie en gewijzigde internationale economische verhoudingen

De tijd is voorbij dat de mensen met grote ogen van verbazing naar ieder technisch nieuwtje staarden en hoofdschuddend mompelden: „Hoe vinden ze het uit”. De springvloed van technische producten die sedert de iaatste decennia over de wereld is gegaan, heeft de mensen immuun gemaakt voor verbazing. Uit de fabrieken van alie beschaafde ianden komt dagelijks een onafzienbare stroom mechanische wonderen, waaraan onze voorvaderen met hun boudste fantasie nog niet hadden durven denken en die ze niet geloofd zouden hebben, zelfs al zagen ze het voor hun eigen ogen. We mogen wel zeggen dat industriële productie in onze verlichte tijd geen probleem meer vormt.

Ons gemechaniseerde en geïndustrialiseerde tijdperk.kampt echter met geheel andere moeilijkheden, en daarbij staat voorop in het gelid het probleem der grondstoffenvoorziening, onmiddellijk gevolgd door dat van de afzet der industrieproducten. Er was een tijd waarin men er met scheepsladingen kleurige kraaitjes en klatergouden sieraden op uit trok om deze bij primitieve volkeren in tropische landen in te ruilen tegen waardevolle producten. In het bijzonder de Britten waren grootmeesters in die kunst. Geleidelijk wisten deze met hun machtige handelsvloot en marine beslag te leggen op een groot deel van de grondstoffenbronnen der aarde.

Engeland groeide tot werkplaats van Europa en handhaafde zich tientallen jaren als het belangrijkste industrieland. Het leverde zijn machinerieën en de producten van zijn industrie over de gehele wereld, een wereld die toen nog onverzadigbaar was, wat haar behoefte aan eerste levensbenodigdheden betrof en waar voorai de Britse textiel zich op een wiiiige markt mocht verheugen. Vooral in gebieden met een primitieve bevolking betaalden de bewoners dikwijls met grondstoffen, die voor hen zelve een veel geringere waarde vertegenwoordigden dan de eindproducten omdat ze niet over de mogelijkheden beschikten ze te verwerken, zodat zij ze goedkoop aanboden.

Al spoedig echter volgden andere landen van West-Europa de Engelsen op deze lucratieve weg en zo kon het Westen het tot grote welstand brengen. Het spreekt vanzelf dat bij het enorme prijsverschil tussen grondstoffen en industriële eindproducten winsten konden worden gemaakt, welke tot grootscheepse kapitaalvorming leidden. Dank zij dit kapitaal werd het mogelijk de industrialisatie tot steeds grotere hoogte op te voeren.

Natuurlijk moest deze ver doorgevoerde industrialisatie tot grote concurrentie voeren, niet aileen op de afzetmarkten.

maar evenzeer op de grondstoffenmarkt. Bovendien bevorderde de eerste wereldoorlog de industrialisatie van economisch achterlijke gebieden, een proces dat in de periode tussen de beide wereldooriogen en vooral sedert de jongste wereldbrand tot grote afmetingen is uitgegroeid. Over de gehele wereld vindt men thans industrieën die de grondstoffen der gehele aarde verwerken.

Het kon niet uitblijven dat de gevolgen hiervan zeer diep in de wereideconomie ingrepen. De balken van het oude en vertrouwde Westerse economische bouwwerk, waarin de vrijhandel zich zo onbelemmerd en onbekommerd had kunnen ontplooien, begonnen lelijk te kraken onder het gewicht der steeds stijgende grondstoffenprijzen en van de toenemende concurrentie.

In de gebieden, waar de grondstoffen

vandaan kwamen, ging men er meer en meer toe over deze zelf te verwerken. Deed men dit niet, dan verkocht men ze voor gepeperde prijzen aan de hoogstbiedende. Door de ingrijpende wijziging in de ruilvoet tussen grondstoffen en industriële eindproducten, en niet het minst door het exporteren van zijn machines en kennis naar de minder ontwikkelde gebieden, verliest het Westen steeds meer zijn voorsprong in de wereld.

De gevolgen van deze fundamentele veranderingen in de economische wereldbalans konden niet uitblijven.

Tegenover een relatieve daling der industriële winsten staat een stijgende winst voor de grondstoffenleveranciers, omdat tegenwoordig de vraag het aanbod overtreft. Voor landen die niet zelf over grondstoffen beschikken wordt het steeds moeilijker, zich deze te verschaffen. Zij zullen de toegang tot de grondstoffen als het ware moeten forceren, door hun eindproducten tegen zo laag mogelijke prijzen te leveren, maar vooral ook door de fabricage van (Vervolg op pag. 4)

Een film tegen de rassendiscriminatie

„Pinky” geregisseerd door Elia Kazan Is weer een nieuwe film over het probleem van de „blanke negers” in Amerika. Er zijn in de V.S. talrijke mensen van negerafkomst, die zo’n lichte huidskleur hebben, dat zij niet van blanken te onderscheiden zijn. Om echter met de blanke bevolking op één lijn gesteld te worden moeten zij hun afkomst radicaal verloochenen en in een ander deel van de uitgestrekte republiek, waar niemand hen kent, gaan wonen en zich een bestaan veroveren. Duizenden

maken gebruik van deze mogelijkheid om de „color bar” te overschrijden. Liever dan nog langer als minderwaardigen behandeld te worden breken zij totaal met hun verleden. Op boeiende wijze heeft de film het ievensconflict van deze mensen aanschouwelijk gemaakt in „Lost Boundaries” („Verloren Grenzen”), het verhaal van een

doktersgezin van negerafkomst,, dat zich vestigt in een blanke gemeenschap. Jarenlang weten zij het geheim van hun afkomst geheim te houden tot ten slotte de keuring van de dokter voor militaire dienst het aan de dag brengt. „Lost Boundarles” was een film van evangelische strekking, Het is door de macht van het Evangeiie, dat de blanke bevolking, die zich aanvankelijk verontwaardigd van het doktersgezin had afgekeerd, het ten slotte weer in de gemeenschap opneemt.

In „Pinky” wordt het probleem anders uitgewerkt. Hier gaat het om een meisje, dat in het Noorden voor blanke werd aangezien en daar een goede verpleegstersopleiding genoten heeft. Dan keert zij tot haar eigen volk terug en ziet de ellende en onwetendheid waarin de negers leven. Zij ervaart de rechteloosheid en de kwetsende, minachtende bejegening waar deze mensen in het Zuiden onder lijden, bewuster dan ooit tevoren. Aanvankelijk kan zij er niet tegenop en wil zij terugkeren naar het Noorden. Ook de jonge blanke dokter van wie zij houdt en die met haar trouwen wil, ook nadat hij haar geheim vernomen heeft, trekt haar in die richting. De gebeurtenissen leiden er ten slotte echter toe, dat zij het besluit neemt te midden van haar eigen rasgenoten te blijven leven en werken. De film is realistisch genoeg om de blanke dokter, die over biologische vooroordelen wil heenstappen, ten slotte voor sociale vooroordelen te laten wijken. Hij wil Pinky wel tot vrouw hebben maar dan moet haar afkomst geheim blijven. Hij wil haar niet aanvaarden zoals zij is. Zo betekent Pinky’s terugkeer tot haar volk ten slotte de breuk met de man, van wie zij houdt.

MeU een verbazingwekkende openhartigheid stellen de Amerikanen ook in deze film de misstanden in hun eigen land aan de kaak. De rassendiscriminatie, waarvan de negers in de Zuidelijke staten het slachtoffer zijn en die elk ogenblik in terreur kan overgaan, wordt duidelijk getoond. Daar tegenover staat echter als positieve mogelijkheid de doorbreking der vooroordelen door een waarachtige humaniteit. Het feit dat films als deze in Amerika gemaakt kunnen worden bewijst, dat die mogelijkheid géén fictie is doch een realiteit. J. A. HES

enkele wijze rekening mee houdt acht ik minstens een gebrek aan fantasie.

Het dienstboek is klaar. Het zal gebruikt worden. Het zal menigeen dwingen zich te verdiepen in de schatten van het verleden. Het zal de aandacht scherpen voor de goede orde in het samenzijn als biddende en horende christelijke gemeente. Maar het zal ook dringen tot de vraag: en wij, mensen van heden, ziende op de toekomst, verlangende naar contact met hen, die de weg tot de kerk niet kunnen vinden, wat moeten wij? L.H.R.

Pinky