MILITAIRE ONZIJDIGHEID IN

Frankrijk

Wij hebben aan Maurice Voge, algemeen secretaris van de „Fédération frangaise du Christianisme social” (de Franse Religieus-Socialistische beweging) gevraagd voor onze lezers een artikel te schrijven over het neutralisme in Frankrijk. Hij stond ons twee artikelen af, waarvan we hier het eerste, in vertaling, onze lezers aanbieden. Red. Secr.

'Geleidelijk aan zijn West-Europa en frankrijk in de koude oorlog betrokken aan he zijde van de U.S.A.

®6t is niet zo, dat het plan-Marshall, zo on- voor ons economisch herstel, onvermijdelijk meebracht, dat ons land toetreden zou tot het Atlantisch Pact. Dit feit had vermeden kunnen worden door de aan- van de Volksrepublieken en van he U.S.S.R. in de 0.E.E.C., waar zij dan een tegenwicht hadden kunnen vormen t.o.v. he Amerikaanse invloed. Ons volk heeft échter bij afwezigheid van dit tegenwicht *tjn achtereenvolgende regeringen gedwongen de soberheidspolitiek prijs te geven Voor een politiek van de minste weerstand. Zodoende waren we niet in staat weerstand te bieden aan de Amerikaanse verlokkelijke aanbiedingen en verloren onze nationale het Atlantisch Pact, het hulpplan, de Generale Staf te de wapenzendingen, het

plan der Duitse herbewapening... Frankrijk en Europa zijn bezig het vooruitgeschoven bastion te worden van Amerika, de Fransen worden de aanstaande voetknechten van de coalitie. Europa een der haarden van de koude oorlog. Voortaan zijn wij er bij betrokken.

Langzaam maar zeker rijst de dageraad: het idee van een onzijdig en vreedzaam Europa. Een grote stem klinkt op om aan Amerika voor te houden, dat alles nog niet gezegd is.

Gilson, een hoogstaande intellectueel, een voortreffelijk R.K. Christen, professor aan het Collége de France, staat twee indrukwekkende artikelen af aan „Le Monde”. Beuve Méry, de redacteur van deze krant, die wel is waar burgerlijk is, maar dan toch van het centrum, een bekende en vurige verzetsman, brengt een serie artikelen van dezelfde strekking ten gunste der onzijdigheid.

Ministers ondersteunden deze gedachtengang: Buron, de minister van Financiën, Petsche, Valay; Claude Bourdet, een journalist, verzetsman en gedeporteerde, richt „L’Observateur” op, een neutralistisch weekblad. Een jaar geleden werd de minister van Buitenlandse Zaken Schuman beticht van neutralisme op de conferentie van Londen, omdat hij zinspeelde op „de toestand van de openbare mening in Frankrijk”. Hetzelfde geldt voor Pleven, die „van

Van de dienstknecht die zijn talent begroef

zou een betoog kunnen luiden waarin 2ou worden uiteengezet waarom de „ver- Uieuwers” van het omroepwezen hebben gefaald, nl. omdat de normale middelen hw. samenwerking met die krachten in het dio evenzeer vernieuwing bastreven, werd verzuimd. aangezien bijbelse vergelijkingen gebezigd worden om eigen inzichten te laten schijnen dan ze zijn, ten «oste van de evangeliewoorden lijkt het Jbister om het artikel „De Weduwe, de rechen het recht der radioluisteraars” in Tijd en Taak van 30 Juni zakelijk te bestrijden.

Öeschrijver,E.Daalder,betwist het auteursder omroepverenigingen op hun pro-Sramma’s. Deze opvatting werd geen recht geweigerd maar tientallen malen berecht, b de uitslag was dat deze opvatting onbchtmatig is. Nu kan men ook als een zeggen dat alle rechten onrechta.ardig zijn, maar dat betoog is weinig ® programmabladen kunnen kleiner en goedkoper zijn zegt Daalder. Natuurze kunnen ook royaler en duurder zijn, de gekozen vorm blijkt te voldoen. Wil mij niet bij één van de bestaande laten onderbrengen zegt Daalder, h" bestaande groepen willen zich niet “y Daalder laten onderbrengen. Ergo wordt

in feite naar verdere versplintering gestreefd. Velen dromen van een nationale omroep zegt Daalder. Daar is over te praten, maar niet als men tegelijkertijd meerdere medezeggenschap voor de luisteraars nastreeft, Want dat is de quadratuur van de cirkel. ~De Ikor en de Wereldomroep bleven vrij en onafhankelijk. Doch hoe lang nog? Ik vraag waarom zijn Ikor en Wereldomroep meer vrij en onafhankelijk dan K.R.0., Vara etc.? ~’t Gaat er ons ook om, dat wij de Ikorgedachte onder ons levend houden.” Het treft dat ook de Vara, principieel en hardnekkig eigen zendtijd voor de kerken bepleit.

En zo kan men doorgaan, de ene opmerking in het bedoelde artikel is al even willekenrig als de andere. Voorshands is de toestand deze dat een aantal geen winst beogende organisaties ons radiobestel verzorgen in een zekere mate van samenwerking en dat 'nergens ter wereld een systeem bestaat dat meer vrijheid en luisteraarsinvloed kent. Valt er dus niets te verbeteren? Ik hoop van wel, maar tevergeefs wacht men daartoe op suggesties van de gepatenteerde „vernieuwers”. Hun advies luidt: Begin eerst je talent maar eens in de grond te stoppen, dan zullen we verder zien. En daartoe zijn wij niet bereid. BURGER, voorzitter Vara.

oordeel was, dat Frankrijk de aanvullende militaire uitgaven, als voorzien in het kader van de algehele strategie, niet kon opbrengen”. Het na „Life” meest gelezen Amerikaanse magazine „Times” schreef dan ook; „Frankrijk wil zich niet verdedigen. Wij kunnen wel wapens geven. Maar wij kunnen het geen militaire geest verschaffen, noch de wil zich te verdedigen...” Heden ten dage kunnen wij drie soorten neutralisme onderscheiden:

le. Dat van Pierre Cot, dus van de Communistische Partij en van de met deze partij sympathiserenden. Dit soort onzijdigheid is onder voorbehoud. Het betekent neutraliteit van Frankrijk en, voor het geval de U.S.A. Rusland aanvalt, zullen wij met Rusland vechten.

2e. Dat van Bourdet, Beuve-Méry... Dit zijn geen radicale pacifisten, maar zij menen, dat de militaire onzijdigheid in de huidige omstandigheden het minste risico oplevert. Zij zouden bereid zijn om in geval van vreemde bezetting, gewelddadig verzet te plegen tegen welke bezetter ook. 3. Dat van de radicale pacifisten (christelijk en niet-christelijk) die menen, dat militaire onzijdigheid in de politieke lijn ligt van het pacifisme.

Hoewel nu het neutralisme geen uitgesproken politieke kleur heeft, dringt het door in alle linkse en middengroepen. Er moet rekening mee gehouden worden en de regering heeft dan ook het neutralisme in staat van beschuldiging gesteld om Amerika gerust te stellen. De neutralisten worden uitgejouwd voor lafaards, défaltisten enz. In ’t bijzonder Gilson is, zowel in zijn persoon als in privéleven, belasterd. Voegen we er ten slotte aan toe, dat deze stroming verward en dubbelzinnig is en voorstanders van de onzijdigheid bijeenbrengt om heel verschillende redenen. We komen er nog op terug. Wat nu zijn de voorstellen van de neutralisten?

Aan Europa een zekere militaire en internationale autonomie overlaten, waardoor de kansen om in een internationale of burgeroorlog meegesleept te worden, verkleind worden.

Verbonden blijvend met Amerika, dat ons wel te hulp moet komen in geval van agressie, zou Europa zijn politiek en verdediging

op kunnen bouwen volgens een plan, dat ®lhe van een offensief zou uitsluiten. Dit nu zou, in geval van een buiten-Europees conflict, de tegenstander er van kunnen weerhouden van zijn gebied een secundair slagveld te maken. Ziehier waarom. le. worden niet beschermd en wij kunnen ons niet beschermen tegen een invasie, Amerika belooft aan Europa de eindoverwinning. Het kan ons niet beloven bescherming tegen bezetting en vernietiging. Het Atlantisch Pact is een illusie, wat betreft onze materiële veiligheid,

2e. De onzijdigheid van Europa zou bijdragen om de koude oorlog geheel af te koelen, door zowel de U.S.S.R. als de U.S.A. duidelijk te maken, dat ze niet behoeven te rekenen op partijgangers in Frankrijk. Ze zou uit onze politiek wegnemen de factor „provocatie”.

3e. De onzijdigheid zou de Franse eenheid handhaven, die nu bedreigd wordt door verdeling en door burgeroorlog, in geval van aanval, gegeven de tegenstrijdige sympathieën bij ons voor Amerika en Rusland, 4e. De onzijdigheid, zou, door de besparingen op het militair budget, ons in staat stellen met de heropbouw door te gaan en sociale hervormingen door te zetten. se. Met India, en in Europa. Zweden, Zwitserland, Duitsland, Joegoslavië en waarom niet de andere Europese landen? zou