indruk te maken gaat hij nu zijn geheimzinnig talent tot het doordringen van de dikste muren misbruiken voor bankroof en juwelendiefstal. In korte tijd is hij de schrik van Parijs en de sensatiepers schildert hem het onaanzienlijk mannetje, dat maar niet over zijn verlegenheid heen kan komen als een vervaarlijk misdadiger. Ook de muren van de gevangenis, waar hij ten slotte terecht komt, kunnen hem natuurlijk niet houden en zo wordt de toeschouwer door deze film van de ene verwikkeling in de andere gestort. Het slot is meesterlijk!

« * « Ten slotte: „Laughter in Paradise” („De Leukste Thuis”) een Engelse film geregisseerd door Mario Zampi. Deze regisseur van Italiaanse origine is er in gesiaagd een film van typisch Engelse humor te vervaardigen. Alleen de aanvankelijke situatietekening en het slot zijn misschien wat nadrukkelijker en uitbundiger, dan andere films van dit genre het ons te zien geven. Het verhaal begint met de dood van een bekende grappenmaker. In zijn testament laat deze aan een viertal familieleden aanzienlijke bedragen na. De vreugde van de (verre) nabestaanden bekoelt echter, wanneer blijkt, dat aan de uitkering van de

erfenis strenge voorwaarden verbonden zijn. Zij moeten ieder een nauwkeurig omschreven taak vervullen, die dwars tegen hun neigingen en tegen hun levenswijze ingaat. Agnes, een lastig en heerszuchtig vrouwmens, dat haar personeel tyranniseert, moet zelf een maand in de huishouding gaan werken. Deniston, een door-endoor fatsoenlijk man (ook al schrijft hij sensatieiectuur) moet zorgen, dat hij een maand gevangenisstraf krijgt en daartoe een misdrijf begaan. Herbert (jeugdig en onbeholpen bankbediende, als de dood voor zijn baas, moet een roofoverval op deze plegen en Simon ten slotte, het zwarte schaap van de familie, moet trouwen met het eerste meisje, waarmee hij spreekt. Terwijl de anderen braaf de voorwaarden uitvoeren, hoe moeilijk dat ook valt, probeert Simon ze te ontduiken. Het gevolg is echter dat juist hijzelf lelijk bedrogen uitkomt. Maar vooral de wanhopige pogingen van Deniston om een bescheiden misdrijf te begaan en daarvoor in de gevangenis te komen zijn subliem. Alastair Sim doet dat voortreffelijk. Al met al een film, die wij niet met „Whiskey Galore” en „Twee Bolhoeden naar Londen” op één lijn stellen maar die toch wel dezelfde verkwikkende sfeer van gezonde en eigenaardig-Britse humor ademt. J. A. HES.

soclaal, economisch, cultureel en defensle-gebled. In de derde plaats zal men bij het opstellen van dit program In ruime mate rekening moeten houden met het verantwoordelijkheidsgevoel, de zelfwerkzaamheid en het persoonlijk Initiatief, zonder welke de mens nu eenmaal niet waarlijk mens kan zijn. Men zal moeten breken met de gedachte dat het steeds „de staat” moet zijn die Ingrijpt, regelt en coördineert, doch dat deze taken behoren toe te vloeien aan gemeenschapsorganen die op het niveau liggen dat bij de desbetreffende onderwerpen past (federalistische opbouw van de gemeenschap),

De conferentie werd door ca 65 personen bijgewoond. Uit de levendige discussies bleek met name de bezorgdheid die er ten opzichte van het opgroelend geslacht bestaat.

MEDEDELINGEN

De Centraal Bond voor Inwendige Zending en Chr. Maatschappelijk Werk zal op 13 September as. zijn 50-jarig bestaan herdenken. Dit vindt plaats In een openbare bijeenkomst in de Nieuwe Kerk te Amsterdam om 2 uur n.m. De voorzitter, dr Ph. J. Idenburg, zal een herdenkingsrede uitspreken, getiteld: „Woord en daad In de kentering.”

Verder zullen de minister van Justitie, mr H. Mulderlje, en mr H. de Ble, voorzitter van het jubileumcomité, het woord voeren.

Het geheel zal opgelulsterd worden, door zang en muziek door mevrouw E)ora van Doorn-Lindeman en de heer Henk Loohuys.

BENTVELD-NIEUWS

De verschraling van het socialistisch denken en voelen Van 21 tot 25 Juli werd te Bentveld door de A. G. der Woodbrookers, te zamen met de Wiardi Beekman Stichting, een studie-cursus gehouden onder de titel „De verschraling van het socialistisch denken en voelen”. Ds L. H. Ruitenberg nam in zijn inleiding het voor-oorlogse socialisme onder de loupe en karakteriseerde het in zijn kracht en zijn zwakheid. Ir B. van Dam sprak over het na-oorlogse socialisme, de verwachtingen die het heeft gewekt en de teleurstellingen die in de na-oorlogse situatie eveneens ons deel zijn geworden.

De heer W. J. v. d. Woestijne, ec. drs, wees op de noodzakelijkheid van een nieuwe, goed geformuleerde socialistische theorie; de oude marxistische theorie immers functionneert niet meer doordat de geestelijk-zedelijke fundering daarvan (de toenmalige mensbeschouwing) niet meer bestaat. De heer Y. Foppema ging dieper in op de verschraling van het zedelijk élan, dat de stoot tot het socialisme gaf en dat, gesteund door de theorie van de onafwendbaar op komst zijnde heilstaat, tot een pseudo-religieuze bezieling leidde, die jarenlang de beweging wist te dragen.

Mevr. dr H. Verwey—Jonker gaf een analyse van de ingrijpende veranderingen die zich op politiek, sociaal en economisch gebied in de wereld, in Europa en ons land hebben voltrokken en gaf in grove trekken, hier en daar wat meer in détail tredend, de lijnen aan waarlangs een concrete socialistische politiek zich thans te richten heeft. In een tweede inleiding ging mevr. Verwey—Jonker in op een vraag, die velen zich momenteel stellen: „Heeft het democratisch socialisme nog kansen?” Ondanks een onmiskenbare malaise, waartegenover slechts enkele lichtpuntjes staan, bleek spreekster geneigd deze vraag bevestigend te beantwoorden, mits de socialistische beweging aandacht besteedt aan effectieve methoden van ledenwerving en kadervorming en bereid is ook in dit opzicht nieuwe wegen te bewandelen.

Het is binnen het bestek van de beschikbare plaatsruimte ondoenlijk van een dergelijke veelomvattende cursus, waar ook in de discussies nog vele waardevolle bouwstenen werden aangedragen, een verslag in de vorm van een „uittreksel” te geven. Vandaar dat ik mij wil beperken tot het aangeven van de grote lijnen die in deze vacantiecursus, dwars door de inleidingen en discussies heen, voor mij zichtbaar werden. Ik hoop dat de inleiders en zij, die deze cursus bijwoonden mij deze subjectieve verslaggeving willen vergeven.

Het democratisch socialisme verkeert in alle landen waar het bestaat in een impasse. Zijn oude theorieën passen niet meer op het huidige maatschappijbeeld. De emotionele bezieling is vrijwel afgestorven. Er is een algemeen gebrek aan politieke belangstelling, waardoor het ledental der democratisch socialistische partijen relatief terugloopt, met name in de arbeiderskringen en nieuwe

leden zeer moeilijk kunnen worden gewonnen. Grote groepen socialisten hebben geen besef van enig geestelijk-zedelijk fundament, waardoor het handelen der partijen veelal een opportunistisch, beginselloos en stijlloos karakter draagt en er tussen de diverse nationale socialistische partijen aanzienlijke verschillen in opvatting en doelstelling bestaan. Als hoofdoorzaken hiervoor zijn aan te wijzen: le. De optimistische, rationalistische wereldbeschouwing van de 18e en 19e eeuw met zijn ontkenning van het demonische en egocentrische in de mens, is door de ervaring gebleken een drogbeeld te zijn.

2e. Hierdoor en door het falen van de prognose, die Marx van de maatschappij-ontwikkeling gaf, is de oude theorie uitgehold en is op de pseudo-religieuze heilsverwachting een „kater” gevolgd. 3e. Door de vergaande ontkerstening en het falen van de valse góden der 19e en 20e eeuw, zijn de geestelijk-zedelijke ontwrichting en daarmede het nihilisme hand over hand toegenomen. De vraag is dus, hoe in een mensheid, die hard op weg is naar de volledige „robotisatie”, die geestelijk niet meegegroeid is met haar technisch kunnen en die als het ware gebiologiseerd en daardoor van angst verlamd een nieuwe uitbarsting van geweld tegemoetziet, een vernieuwing van het democratisch socialisme tot stand te brengen.

Voor wie de vraag zo stelt, is het duidelijk dat het in eerste instantie niet om de toekomst van het socialisme als politieke denkwijze gaat, doch om het centraal plaatsen van het Evangelie en de daaruit voortvloeiende houding tegenover God en de naaste. Zonder dit fundament is geen wezenlijke vernieuwing van het socialisme mogelijk. Op basis van dit fundament zal wellicht een nieuwe theorie kunnen worden opgebouwd. We zullen hiermee wat geduld moeten betrachten.

Van een nieuw „politiek ideaal” zullen we moeten afzien, al was het alleen maar omdat door de steeds toenemende gecompliceerdheid van de maatschappij het besturen daarvan meer en meer een zaak van gespecialiseerde economen en ingenieurs lijkt te worden. Des te klemmender wordt hierdoor echter onze taak om op grond van onze mede-verantwoordelijkheid vanuit kleine kernen mee te bouwen aan het fundament.

De vakmensen zullen nuchter en practisch concrete doelstellingen moeten uitwerken, daarbij steeds voor ogen houdend (om het met ds Ruitenberg te formuleren) dat elke mens meer is dan een meeeter uit de trog, namelijk een met ons door heilige banden verbondene.

Hierbij dienen zij in de eerste plaats rekening te houden met het feit, dat het democratisch socialisme momenteel geen „wereldboodschap” kan zijn. De cultuur en de maatschappij-structuur van de wereld buiten Europa zijn principieel anders en men geeft zich daarvan ter plaatse meer en meer rekenschap.

In de tweede plaats zal een socialistisch programma niet voor elk Europees land afzonderlijk moeten worden geformuleerd, doch er zal, waarschijnlijk op straffe van ondergang, één Europees democratisch socialistisch program moeten komen op

„Woord en Daad in de kentering” wordt ook weerspiegeld in de bundel studiën (getiteld „Evangelische benadering van de mens”), die ter gelegenheid van dit jubileum wordt uitgegeven en waaraan dr Ph. J. Idenburg, Jhr M. C. Th. van Lennep, ds C. Aalders, prof. dr G. Brillenburg Wurth., dr A, Hljmans, prof dr G. C. van Nlftrik, dr J. G. Pernhout, ds B. C. Harder, drs G. J. Visser, dr P. C. Kuiper en mejuffrouw M. James hebben medegewerkt.

Nadere gegevens over dit royaal en keurig gebonden boekwerk zijn verkrijgbaar aan het bureau van de Bond, Stadhouderskade 137, Amsterdam. Alle leden van de gemeente en belangstellenden zijn hartelijk welkom bij de plechtigheid in de Nieuwe Kerk op 13 September te Amsterdam. Eten jubileumcomité ontvangt graag giften om het werk te kunnen onderhouden en uitbreiden. Te storten op giro-rekening 2040 van de firma Lissa en Kan, Den Haag, onder vermelding: bijdrage jubileum Centraal Bond.

ARTSENCONFERENTIE

Derde artsenconferentie in het N.H. Vormingscentrum „Den Alerdinck” te Heino op Zaterdag 20 en Zondag 21 October a.s. onder leiding van prof. dr E. L. Smelik. Spreker: dr J. H. v. d. Berg, Utrecht. Onderweip: „Psychologische beschouwingen over leven en dood”. Evenals de vorige keren zijn ook nu de doktersvrouwen hartelijk welkom. De kosten voor deelneming bedragen ƒ7,50 per persoon.

Men geve zich ten spoedigste op bij: Directie „Den Alerdinck”, post Laag-Zuthem (Cv.).

WEEKEINDE BARCHEM

Op 29—30 September houdt de A. G. der Woodbrookers te Barchem een weekeinde met thema: „Het huwelijk”.

Programma

Zaterdag 29 Sept.: 16—17 uur Aankomst; 17 uur Opening. 19.30 uur: Sexuele verhouding man en vrouw door E. G. van Heusden, arts te Arnhem. Zondag 30 Sept.: 10 uur Ochtendwijding: 10.30 uur Huwelijk. Gave en Opgave, door K. Toornstra, Hattem; 15 uur Gemeenschappelijke nabespreking; 17 uur Sluiting. Leiding K. Toornstra.

In <Je Stichting „Beileroord” te Beilen wordt gevraagd een HOOFD VAN DE HUISHOUDING liefst in het bezit van het diploma Huishoudkundige voor Inrichtingen. Sollicitaties te richten tot de Adj.-Directrice.

GETROUWD: D. J. Groot Nibbclink en An Vermaas. Toekomstig adres: G. 23, Ommen 5 September 1951.

N.V. De Arbeiderspers