Juan Perón wankelend dictator

Peróns steunpilaren waren tot voor kort de 3600 der officierenkaste en de honderdduizenden der Argentijnse vakbeweging. Met de hulp van het leger is hij zijn politieke loopbaan begonnen, als vice-president onder generaal Edelmiro Farrell. Op 25 Februari 1944 vond hun staatsgreep plaats. Reeds in 1945 probeerde een andere generaal, Avalos, Perón aan de dijk te zetten. De nieuwbakken landsbestuurder was te radicaal en te sociaal met zijn loonsverhogingen, zijn eerste sociale maatregelen, en de door hem bewerkstelligde verdeling van enige latifundia. De arbeiders hebben hem toen gered. Grote stakingen braken uit en binnen veertien dagen zat hij al weer op het kussen.

Daarna kon Perón het wagen met een soort democratie. Hij herstelde de democratische vrijheden en werd op 15 Maart 1946 president door de vrije keuze der Argentijnen: anderhalf millioen stemmen kreeg hij, dat was driehonderdduizend meer dan de tegencandidaat van de samen werkende radicalen (links-liberalen), socialisten en communisten kon behalen.

In de Kamer verwierven de „Peronisten” 109 van de 158 zetels, in de 30 leden tellende Senaat kwamen 26 zijner partijgenoten.

Juan Peróns troef was zijn radicalisme. Zijn optreden was een gebeurtenis in het ontstellend achterlijk land. Hij beloofde de radicaalste hervormingen ten behoeve van de arbeiders, die veelal in maatschappelijke staat verkeerden, weinig verschillend van de lijfeigenschap. Hij zou de „descamisados”, de hemdlozen verheffen; een einde maken aan het weerzinwekkende onrecht, dat de vroegere regerende groep der Concordancia, in stand had gehouden, ondanks de materiële welvaart die de eerste wereldoorlog en de hausse daarna aan het graanen vleesrijke Argentinië had gebracht.

Het moet worden gezegd: Peróns gematigde dictatuur heeft veel van zijn beloften waargemaakt. De arbeiders, ook de allerarmsten hebben nu een hemd (en meer dan dat); zij genieten een goed loon en zelfs een redelijke sociale verzorging (voorzover die in een zo korte tijd uit de grond gestampt kon worden); de bodem is eerlijker verdeeld onder de landbouwers, aan de uitbuiting der machtige grootgrondbezitters is goeddeels een einde gekomen.

Tot voor kort gingen deze hervormingen samen met een gematigd politiek bewind. O neen, Perón was wel een dictator, maar onder zijn dictatuur mocht een zekere oppositie bestaan. Goede en minder goede kranten brachten hun critiek, doordacht of overdreven. Zo nu en dan moesten er eens wat redacteuren vluchten naar het altijd gastvrije Uruquay, maar daar bleef het ook al bij. Er kwamen wel eens onschuldigen in de gevangenis, maar er waren geen concentratiekampen. Van de politieke partijen was alleen de communistische totaal verboden, de andere werden matig gecontroleerd- Voorwaar geen slecht bewind van de man, die respect had voor Hitler en Mussolini, maar door het gegeven voorbeeld de fouten der Europese dictators wist te vermijden. Een bewind, dat rust bracht in een woelig Zuidamerikaans land, en dat die rust bestendigde door de grote bron van oproer, de sociale ongerechtigheid, weg te nemen.

Het risico van elke dictatuur is de verering der partijgenoten. Perón was het aan zijn aanhang verplicht om steeds meer

weldaden te brengen aan de Argentijnse arbeiders. Toen hij het punt der welvaart had bereikt, dat binnen het economische vermogen van zijn land lag, had hij vooral voor uitbreiding van de economische mogelijkheden moeten zorgen. Industrialisering, consolidatie van de afzetgebieden, buitenlandse investeringen, vormden het a-b-c, dat hij wel heeft gezien, maar niet vermocht uit te voeren. Hij heeft een aanloop genomen, maar miste kennelijk de vertrouwde adviseurs om het voornemen in nuttige daden om te zetten. Van hem zelf, de man die genoegen had in een leger met stalen helmen en blinkende knopen, mocht men hoogstens de richtlijn, nimmer de practische uitvoering verwachten. Een demagoog ziet soms het doel, maar nooit de middelen.

In strijd met wat nuttig was, probeerde hij het onderste uit de kan te halen wat de prijzen van ’s lands exportartikelen betrof. Hij moest dit wel, want de hoge lonen drukten zwaar op de productiekosten. Hij was zelfs gedwongen de markt te overschatten.

De vleesoorlog met Engeland bijv. in ’47 en ’4B bracht hem de nederlaag. Toen het buitenland zich niet willig toonde, liet hij zich verleiden tot een campagne tegen het vreemde bezit in zijn land. De geneigdheid tot investering in Argentinië leed er ernstig door. De min of meer openlijke breuk met de Verenigde Staten was er het gevolg van.

’s Lands economie werd steeds moeilijker. Inflatie ontstond. Perón kwam tot, overigens niet bijzonder geslaagde, afleidingsmanoeuvres. Zijn luidruchtige aanspraken op het Britse Zuidpoolgebied; zijn roeriger woord op de laatste Pan-Amerikaanse conferentie, toen hij de Noordamerikaanse leiding niet meer wilde erkennen; zijn provocerende steun aan Spanje, ingegeven door de talrijke nazi-vluchtelingen, die een uitweg zochten voor hun rancune; ten laatste zijn nog al lachwekkende atoomonthullingen, die na het bezoek van onze zeer critische professor Bakker resulteerden in de levering van een cyclotron om met dat atoomonderzoek pas in werkelijkheid te kunnen beginnen...

De critiek in het binnenland moet pijnlijk

Ernst Barlach (1870-1938) zittend meisje. Houtsculptuur