dienen, mag ook bekend worden geacht.

Een goed-geoefend leger moge een noodzakelijkheid zijn. Wanneer die geoefendheid alleen maar bereikbaar is ten koste van de opoffering van onvervangbaar en kostbaar recreatie-gebied, vormt zij tevens een bedreiging voor het welzijn van ons volk.

25 Januari.

Ik geloof het maar op gezag van de Amerikaanse correspondent van „Vrij Nederland”, dat in sommige Amerikaanse staten de stemmen, die op een eventueel als socialist bekend staande candidaat, eenvoudig niet eens worden meegeteld. En dat in andere staten de kieswetten zodanig zijn, dat een socialist niet eens de kans krijgt het tot candidaat te brengen

Die „American way of life” schijnt hier en daar in dat grote land toch een bizar kronkel weggetje te zijn. En de „democracy”, waarvan men weleens de indruk krijgt, dat zij geworden is tot de „true religion”, de ware godsdienst van alle Amerikanen, schijnt er net als andere godsdiensten vreemde secten op na te houden Wat overigens noch tegen de echte godsdienst, noch tegen de echte democratie (die geen halve of hele godsdienst is) pleit, maar alleen tegen die secten

26 Januari.

Volgens het verslag in de krant heeft prof. Zuidema in het te Delft gehouden debat met dr Van Rhijn over de vraag, of een Christen lid kan zijn van de Partij van de Arbeid als zijn mening uitgesproken.

dat critiek op de christelijke partijen in dit debat niet aan de orde mocht worden gesteld. Het ging om fundamentele vragen, aldus prof. Zuidema. Zoals bijv. dat de P.v.d.A. krachtens haar beginselprogramma' Gods woord niet mocht uitdragen; dat de P.v.d.A. het Christendom slechts aanvaardt als wapen in de strijd voor het socialisme, enz.

Afgezien van het feit, dat zulke „fundamentele vragen” altijd verdacht veel gaan lijken op vooralsnog in het gesprek te bewijzen stellingen, die door formulering en „toon” een heel bepaalde kleur krijgen, kwam het mij, dit krantenverslag lezend, voor, dat prof. Zuidema te weinig het feit verdisconteerde, dat werkelijk fundamentele vragen de eigenschap bezitten, dat ze leiden tot het antwoord op heel concrete situaties. Doen ze dit niet, dan zijn ze o/ niet fundamenteel genoeg of alleen maar in schijn fundamenteel.

Welnu; Veel overtuigde Christenen hebben even overtuigd neen gezegd tegen de Christelijke politieke partijen, omdat de antwoorden van die politieke partijen op de concrete situaties voor hen onaanvaardbaar en in hun ogen onjuist waren.

Antwoorden, die hun uitgangspunt heetten te vinden in de „fundamentele vragen”. Waaruit zij de conclusie trokken, dat dan die vragen, enz

Weshalve zij er ook niets voor voelen om gehoor te geven aan de uitnodiging van prof. Zuidema: „Keer weer, verdwaalde, om Jezus’ wil”. Een uitnodiging, waarover ze met plezier een heel hartig woordje zouden willen zeggen J. H.

TAL EN LAST

Wie in Amsterdam vanaf de Dam door de Kalverstraat wandelt krijgt aan zijn rechterhand kort voorbij de Sint-Luciesteeg een mooi toegangspoortj e van het oude Burgerweeshuis, waarboven het volgende versje prijkt:

Wij groeien vast in tal en last. Ons tweede vaders klagen;

Och ga niet voort aan deze poort. Doch helpt een luttel dragen.

De juist verschenen mooie brochure van het Centraal Bureau voor de Statistiek (Het toekomstig verloop van de Nederlandse bevolking) toont dat ons vaderlandje als geheel in tal en last sneller zal blijven groeien dan iemand ooit had gedacht. Voor 1 Januari 1980 wordt als „werkgemiddelde” een cijfer gegeven van iets meer dan 13 mln, dat is een hoger aantal dan bij mijn weten ooit was voorspeld.

Het ramen van een bevolkingsontwikkeling is uiteraard een min of meer onzeker bedrijf, omdat men uit moet gaan van een aantal vooronderstellingen, waaromtrent verschil van inzicht mogelijk is. Het CBS heeft een viertal van deze mogelijkheden uitgewerkt, maar ik laat die hier onbesproken. Het werkgemiddelde van deze vier mogelijkheden is voor de lezer voldoende. Wel is voor hem van belang dat de inhoud van het boekje gedekt wordt door de Rijksdienst voor het Nationale Plan en het Centraal Planbureau, want daardoor is de kans gering dat de ene geleerde achteraf het werk van de andere geleerde af gaat breken.

Zeer merkwaardig is de enorme invloed die emigratie op het bevolkingscijfer blijkt te hebben. Als er per jaar 50.000 personen

emigreren in vergelijking tot de jaarlijkse aanwas een niet heel groot aantal dan blijkt de voorspelling voor 1 Januari 1980 niet te zijn 13 mln, maar slechts 11,1 mln.

Dat is dus verheugend. In het algemeen betekent echter de sterke bevolkingsgroei een groot economisch probleem, dat ten gevolge zal hebben dat industrialisatie, exportbevordering en wat dies meer zij nog lange tijd op de agenda zullen blijven staan. Met het oog hierop was het boekje nóg nuttiger geweest als het nu ook nog eens een voorspelling had gegeven van de toeneming der bevolking in de voor arbeid geschikte leeftijden. Deze bevolking vormt immers de grondslag van de zogenaamde beroepsbevolking; deze laatste wordt gevormd uit diegenen in de voor werken geschikte leeftijden die zich werkelijk op de arbeidsmarkt aanmelden (dus niet; gehuwde vrouwen, jongeren in opleiding, e.d.). Deze beide reeksen zouden wellicht met het materiaal dat het boekje bevat kurmen worden uitgerekend, maar ook dit is specialistenwerk. Misschien doet het CBS dit nog eens?

R. BOUDEWIJNS. I

Bij het artikel „JVat dunkt u van de mens” in Tijd en Taak van Zaterdag 2 Februari, was de ondertekening weggevallen. De schrijver is Kr. Strijd

Vakbeweging en Neo-Fasdsme

De samenwerking tussen werkgevers en werknemers in Duitsland wordt er, als de tekenen niet bedriegen, niet beter op. Midden in de puinhopen van 1945 waren de werkgevers wel bereid de arbeidersvakbeweging met enige welwillendheid tegemoet te treden. Nu het gaat om de verwezenlijking van de medezeggenschap wordt een actie gevoerd om de vakbeweging te verzwakken en zo mogelijk verdacht te maken. De verdraagzaamheid van de vakbeweging in de afgelopen jaren wordt nu uitgelegd als zwakte en domheid.

Ook van links zijn er aanvallen op de vakbeweging. De wilde havenstakingen in Hamburg en Bremen waren even zo vele bewijzen, dat men tracht de vakorganisaties uit te hollen.

Vele ambtenaren, die wegens hun houding tijdens het Hitler-regiem niet in de vakbeweging terecht kunnen, hebben hun positie in het overheidsapparaat behouden. Helaas maakt de regering-Adenauer van hun diensten en adviezen gebruik bij het uitvoeren van de overheidstaak. Het gevolg hiervan en van de houding van de regering in het algemeen is, dat de samenwerking tussen regering en vakbeweging erg stroef gaat.

Ondanks alle tegenslagen schroomt de vakbeweging niet zich duidelijk uit te spreken voor de democratie. De D.G.B. heeft kortgeleden een verklaring afgelegd over het neo-fascisme.

Met bezorgdheid wordt vastgésteld, dat onder bescherming van democratische rechten fascistische groeperingen zich opnieuw verzamelen. Dat deze groepen de regeringsvorm en de staatsorganen bespotten, de kleuren der republiek beschimpen en anti-semietische propaganda maken. Dat met de vroegere beroepssoldaten, die zich in de burgermaatschappij nog steeds niet thuis voelen, misbruik wordt bedreven. Kortom dat alles wordt gedaan, wat zij of hun voorgangers voor 1933 deden.

Met verbittering zien de Duitse vakorganisaties, hoe degenen, die aan het ongeluk van het Duitse volk de hoofdschuldigen zijn geweest, het hoofd weer opheffen. Reeds eenmaal is de democratie aan de verdraagzaamheid van de democraten ten gronde gegaan, een verdraagzaamheid, die door haar tegenstanders als zwakte en dwaasheid bespot werd.

De Duitse vakbeweging spreekt namens zes millioen arbeiders, die de democratie voorstaan. Zij roept de democratische partijen en regeringen van de bondsrepubliek op, de strengste maatregelen te nemen om het neo-fascisme te bestrjjden. Zij eist, dat de noodwet direct wordt aangenomen en onverbiddelijk wordt toegepast. Zij verwacht dat daarbij met de treurige ervaringen uit de republiek van Weimar rekening zal worden gehouden en dat niet weer een wet ter bescherming van de democratie, tegen de democraten zal worden gebruikt.

Het grote voordeel van deze algemene, zelfstandige vakbeweging is, dat zij namens bijna alle arbeiders kan spreken, omdat zij leden van verschillende confessionele en partij-politieke richting verenigt.

J. VAN DER PLOEG.