DE HANDEL

TUSSEN OOST EN WEST

Een van de belangrijkste bindingen tussen de volken is de uitwisseling van goederen. De functie van een zo normaal mogelijk handelsverkeer mag niet onderschat worden. Elke miskenning van zijn waarde leidt onherroepelijk tot aanzienlijk nadeel, waarvan het gevolg is, dat er internationale spanningen op politiek terrein ontstaan.

Het tegengestelde is al even waar, nl. dat politieke spanningen op den duur in meer of mindere mate kunnen wegebben, wanneer in weerwU daarvan een redelijk handelsverkeer tussen de politieke tegenstanders tot ontwikkeling komt. De ramp van de Oost-West-scheiding is derhalve niet .slechts beperkt tot het ongeluk van een steeds verder gaande scheiding der geesten; zy is er ook een van een steeds meer Ingeperkt handelsverkeer. Voor deze inperking zy'n verschillende redenen aan te voeren en nog meer oorzaken aan te wyzen. U kent ze wel. By de huidige defensie-inspanning, die bewust rekening houdt met een oorlogskans tussen Oost en West, wordt het bedenkelyk als Westerse staten het Sowjetgebied van strategisch belangrijke materialen voorzien. Even goed als het onzinnig is oni Rusland in de huidige situatie atoombommen te leveren, kan de militaire dwaasheid worden aangetoond van de levering van byvoorbeeld vliegtuigmotoren. Terecht heeft Amerika zy’n bondgenoten dan ook voorgehouden, dat geen strategische goederen naar de communistische landen mogen worden vervoerd.

Maar wat zijn op de huidige dag strategische goederen. Voor de totale oorlog is welhaast alles, dat buiten de luxe-sector valt, mln of meer strategisch. Ook kleding en schoeisel, ook voedingsmiddelen, ook, om eens iets heel anders te noemen, strijkbouten, want als Rusland strijkbouten van elders kan betrekken, ontstaat er voor zyn industrie meer ruimte voor de wapenproductie. Te spitsvondig? Misschien wel, maar het ziet er naar uit, dat de Amerikanen langzamerhand neigen tot een zo ruime interpretatie van „strategische goederen”.

De Amerikanen hebben gemakkelyk praten, zy zyn niet afhankeiyk van de handel op Rusland etc. Hun economische p>ositie is sterk. Maar voor West-Europa is dat anders. Het achterland van Duitsland was Oost-Europa. Wat komt er voor in de plaats? Engeland kan het communistische gebied evenmin ontberen. Toch zal het dat moeten, als alles naar Amerikaanse wens gaat. Een ander voorbeeld is Japan, dat in sterke mate van het wederzijds handelsverkeer met China afhankeiyk is. De Japanse industrie komt weer met moeite op toeren, maar waar zyn de nieuwe afnemers?

Steeds duideiyker wordt hoe moeUijk het wordt als de handel met de commimistlsche landen wegvalt. De spectaculair opgezette economische conferentie te Moskou, die vorige week besloten werd, is dan ook goed getimed. De Sowjet-Unie heeft de vier duizend gedelegeerden, die lang niet allen communistisch zyn georiënteerd, getracteerd op een ruim aantal handelsmogelijkheden. Plotseling is de deelnemers ge-

bleken, wat de communistische landen thans allemaal kunnen bieden. De Russen willen de handel van het door hun gedomineerde gebied met de rest van de wereld ontzaglijk uitbreiden, tot het totaal van maar liefst een dertig milliard gulden. Dit gebaar heeft grote verbazing gewekt bij de Westerse regeringen en voorzichtige vreugde bij tal van industrieën, die langzamerhand met hun goederen geen raad meer weten.

Rusland biedt dus op het ogenblik de mogelijkheid om het ziekelijke handelsverkeer tussen Oost en West op gang te brengen. Elke redelijke kans hiertoe zal moeten worden aangegrepen. Het ziet er naar uit, dat de Westerse landen sterke druk op Amerika zullen uitoefenen om, ook al wordt het Amerikaanse „voorschrift” ten aanzien van strategische goederen een beetje overtreden, van deze kans te maken wat er van te maken valt. Dit laatste is overigens een beperking, die in het onderhavige geval veelzeggend is. Want Rusland, hoewel momenteel de houding aannemend van degeen die altijd wel heeft gewild, maar door Amerika steeds minder kans kreeg voor handel met het Westen, heeft duidelijk een nieuwe koers ingeslagen. Jarenlang hebben de vertegenwoordigers van diverse regeringen moeizaam onderhandeld over handelsverdragen met de Sowjet-Unie. De resultaten waren veelal slecht door Russische terughoudendheid. Waarom wil China nu plotseling textiel uit Engeland kopen, en wil Polen auto’s hebben? Nog enkele maanden geleden toonden zij er In het geheel geen belangstelling voor. Zo kan een hele opsomming gegeven worden van verbazingwekkende koersveranderingen. Het is prettig, dat de Russen nu wel willen, maar waarom hebben zij het nooit eerder laten weten?

Een eerste vraag is, of Rusland werkeiyk te sluiten overeenkomsten zal honoreren of deze slechts op papier zal laten bestaan, zoals reeds zo dikwyis is gebeurd. Een tweede, wat uiteindelijk de politieke bedoeling van deze gebeurtenis is.

De beantwoording van deze laatste vraag is al min of meer gegeven door de door het congres unaniem aangenomen resolutie, aan de U.N.O. te vragen de kwestie der handelsbelemmeringen in een speciale commissie te laten behandelen. Rusland wil de wereld doen geloven, dat het Westen de handelsbelèmmeringen heeft ingesteld. Voor een deel is dat waar, maar het Ijzeren Gordyn is een zuiver Russische vinding. Hier ligt dus de politieke adder in het gras, de aanwyzing voor het propagandistische profyt, dat Rusland uit deze koerswyziging hoopt te trekken.

A 1 kunnen wij dus de politieke reden, althans een belangrijke er van, reeds aanwyzen, toch neemt dat niet weg, dat de propagandistische waarde èn de nuttige betekenis van dit gebeuren geenszins mogen worden onderschat. Vooral de Verenigde Staten zullen zich ernstig moeten afvragen, of het verstandig is om in hun streng afwijzende houding ten aanzien van de Oost-West-handel te volharden. Als Amerika dit standpunt toch wil handhaven', hetgeen

practisch moeilijk lijkt, maar gezien de interne politieke verhoudingen niettemin schier onvermijdelijk, zal het er goed aan doen om in elk geval de economische mogelijkheden binnen het Westerse geheel aanzienlijk te vergroten. De kwestie der afzetmogelijkheden zal dan grondig moeten worden herzien. Zoals de New York Herald Tribune opmerkte, zou Amerika een einde moeten maken aan de importbeperkingen uit Europa die nu nog gelden, bijvoorbeeld op kaas en andere zuivelproducten. Hierover is al veel te doen geweest. Voorts zou volgens het blad de technische hulpverlening aan andere landen moeten worden uitgebreid en meer gelegenheid moeten wcM-den gegeven voor Amerikaanse kapitaalsinvestering in het buitenland. Ten slotte zouden de gelden voor buiterdandse hulp sneller beschikbaar moeten worden gesteld.

Dit alles neemt niet weg, dat, met welke Amerikaanse maatregel ook, het in wezen zeer ongezonde van het ontbreken van een intensieve handel tussen Oost en West blijft bestaan. Elke Amerikaanse maatregel, ofschoon hij verbetering kan brengen, kan de kwaal zelf niet genezen.

De Russische aanbiedingen blijven dan ook zeer verleidelijk. Men zal er goed aan doen de geboden mogelijkheden grondig te onderzoeken en elke werkelijke kans om deze economische levensdraad weer te leggen, aan te grijpen. In elk geval zou het rampzalig zijn de Russen met een duidelijk verbod op de meeste handel tussen Oost en West een nieuw, en heel wezenlijk propagandawapen in de hand te geven.

H. VAN VEEN

I OM TE ONTHOUDEN I r

Twee goede berichten:

1. De kansen voor onze woningbouw stijgen: de stand van de woningbouwlening wijst nl. 84 mln, doordat de inschrijving op de in kleine coupures verkrijgbare spaarbrieven goed blijkt te lopen. Deze blijft open tot 1 Juni. Op dus naar de 100 mln! Of we in 1952 evenwel de 50.000 woningen zullen halen, zal een spannende vraag blijven, doordat het aantal begonnen woningen nog achterblijft; er blijkt nl. na de inzinking een langere aanlooptijd nodig te zijn dan men had gehoopt. Als men de gemiddelde bouwtijd op zes maanden mag stellen, is het pleit van dit jaar dus in de komende paar maanden beslecht.

2. De daling in de goud- en deviezenvoorraad van het sterlingblok is in Maart gelukkig sterk vertraagd, zodat de ook voor ons land zo erg belangrijke gezondheidstoestand van het sterlinggebied een iets betere kans schijnt te krijgen. De cijfers zijn onlangs door minister Butler meegedeeld: daling in Maart $ 71 mln, in het hele eerste kwartaal echter niet minder dan $ 636 mln, bij een stand der reserves op 81 Maart van ongeveer $ 1700. Analyses, o.a. van de minister zelf, tonen dat de verbetering nog voor een te belangrijk deel is te danken aan eenmalige factoren, maar ook dat het vertrouwen dat de minister internationaal heeft gewonnen, een rol blijkt te spelen.

Tussen twee haakjes: heeft u gezien dat Australië zijn invoer met liefst de helft (op jaarbasis £ 600 mln) heeft besnoeid?

De strijd tegen het faillissement wordt dus door de sterlinglanden met de bij Angelsaksers bekende verbetenheid voortgezet.,

R. B.