gevolg is, dat de r.-katholieke boekhandel niet aan een behoorlijke bestaansmogelijkheid komt en dat de r.-kath. uitgever de catholica gaat beschouwen als een noodzakelijk kwaad, maar zich, om des bestaans wille, moet gaan richten tot het uitgeven van niet-specifieke r.-katholieke lectuur, althans van lectuur, die niet onder het leesverbod of het voorzichtigheidsgebod van de clerus valt. Een voorbeeld hiervan is de goedkope uitgave van de werken van Dickens door „Het Spectrum” overigens lofwaardig, omdat Dickens nog steeds aan jong en oud uit alle kringen iets te bieden heeft.

Ter vergadering werd aan de hand van dit verschijnsel opgemerkt, dat ten gevolge van de summiere belangstelling voor hetgeen de r.-kath. boekhandel kan of mag verkopen, het culturele peil van het r.-kath. volksdeel een grote achterstand vertoont en er nog heel wat moet gebeuren om het te verhogen en de schade in te halen.

Men zal en dat bleek ook wel. hier en daar uit hetgeen „De Nieuwe Eeuw” schreef —de censuur op wat gedrukt wordt en uitgegeven mag worden als voor r.-katholieken on- of minder „gevaarlijk” niet alleen lastig en remmend -vinden voor het zaken doen in deze sector, maar ook wel beseffen, dat men met dit alles allerminst een greep op zijn mensen heeft en dat dus de beschermende factor, hierin aangebracht, maar zeer ten dele functionneert. Misschien kan dit betekenen, dat het culturele peil, vooral in de intellectuele laag van het r.-kath. volksdeel, nog wel wat meevalt, omdat zij blijkbaar zich het allerminst stoort aan wat wel of niet gelezen mag worden en rustig haar gang gaat. Aan de andere kant kan het wellicht zijn, dat dit culturele peil over de gehele linie bij de r.-katholieken inderdaad te laag is en dat dit onder meer kan worden afgemeten aan het bioscoopbezoek, waaraan in ons land percentsgewijs het meest door de r.-katholieken wordt deelgenomen. Men zou dan kunnen zeggen, dat door velen gezocht wordt naar een weinig inspanning gevende ontspanning, die men, misschien, vrij critiekloos neemt, omdat ze er nu eenmaal is.

Intussen blijkt wel, dat censuur geen middel is, dat geeft, wat het beoogt. Men gaat er langs heen, n’en déplaise de kerk. Ten aanzien van de functie van de kerk zegt dit ongetwijfeld ook nog het een en ander, dat zich waarschijnlijk niet zal beperken tot het gebied der lectuur. En ook dat weet men binnen de r.-kath. kerk wel. Integendeel censuur leidt juist, en dat is een algemeen menselijk en psychologisch verschijnsel tot lezen. De verboden vruchten smaken het zoetst. Daarin is een r.-kath. niet anders dan een ander. Het is zelfs de vraag of een zodanige censuur niet het bewust kiezen van het niet-gecensureerde sterk in de hand werkt. En of werkelijke beiangstelling voor de cultuur niet uitgaat van het intuïtieve besef, dat er slechts betrekkelijk gesproken kan worden van r.-katholieke cultuur. De cultuur omvat ook de r.-katholieke. Maar niet altijd correleert de r.-katholieke met de cultuur, die universeel is en in feite aan geen grenzen gebonden.

Het wii ons voorkomen, dat problemen als deze en met betrekking tot boekhandel en uitgeverij, voor de protestanten veel en veel minder gelden. In ’t algemeen gaat het de christelijke boekhandel goed. De klant heeft er alle mogelijkheden. Wat hij hebben wil, kan hij er krijgen en gewoonlijk ook van te voren zien. Maar hij wordt in niets belemmerd bij zijn keuze. In zulk een geval richt hij zich eerder tot de „eigen”

lectuur. Hij weet, dat wat hem hierin wordt aangeboden on voorwaardelijk aan zijn eigen oordeel wordt vrijgegeven. Niemand beschouwt hem op een of ander punt als onmondig. Dat zou strijden met zijn individualisme als zoon der reformatie. Maar het strijd bij dlle Nederlanders met hun volkskarakter, dat... individualistisch is. „Een vrouw en een aardappel kiezen wij zelf”, zegt de Hollander. Maar die vrijheid wenst hij óók te hebben voor zijn boek.

De r.-katholieken zullen bemerken, dat cultuur, culturele groei en al wat er mee samenhangt, zeer veel met de vrijheid te maken hebben. En dat zonder die, de achterstand, waarover men klaagt, zal blijven. Of dat hij zal worden ingehaald buiten de kerk en haar geordende machten om. Men zal zich daarom moeten beraden op het verschijnsel, dat een verschijnselvan-de-tijd is, dat men het „eigen volk” niet meer kan voeren langs de wegen, die men zelf als de enige en de beste heeft verkoren. Men is dndere wegen gaan ontdekken en heeft ze te vaak reeds prettiger en meer begaanbaar gevonden!

N. G. J. V. SCHOUWENBURG

KORTE AANKONDIGING

Het mocht u misschien ontgaan, daarom wijzen wij u er even op:

1. Sociaal contact. Spiegel van het Rotterdams Maatschappelijk Werk, eerste jaargang nr 1, Mei 1952. Redactie en administratie: Bureau van de Sociale Raad Rotterdam, Schepenstraat 100, / 3,50 per jaar, 11 nrs plm. 20 pag.

Dit maandblad is een uitbreiding van „Vidimus”, een door de gem. dienst voor sociale zaken te Rotterdam verzorgde samenvatting van artikelen, die voor sociale werkers van belang zijn. Het zet de traditie van deze uitgave voort, maar brengt tevens eigen bijdragen op dit gebied: als documentatie-, discussie- en mededelingenblad voor werkers op sociaal gebied, zal dit blad met een- grote staf van medewerkers zijn weg wel vinden. Aanbevolen!

2. Ds H. G. Groenewoud: De grote Zondag. Uitgave Van Keulen, Delft 1951, 87 blz., ƒ 1,45 geb. De bestemming van dit boekje is belijdenisgeschenk, herinnering en gids voor het jonge kerklid. Het boekje is geschreven in de vorm van een uitleg van Zondag I van de Heidelbergse cathechismus. De stijl is een wonderlijk mengsel van joviale aanspraak en plechtige kanseltaal. De ihhoud is degelijk en op de practijk van het geloofsleven gericht. Daarom is dit een waardevol boekje en een goed geschenk.

3. F. M. Dostojewski: Mémoires uit het Souterrain. Uit het Russisch vertaald door ir P. Dekker. Paria-reeks. Uitgave De Driehoek, ’s-Graveland 1950, 171 blz.

Ziehier een boekje, dat slechts bij telkens herhaalde lectuur zijn rijkdom openbaart, maar dan ook diepten van het leven ontsluiert, die huiveringwekkend zijn. Namen als Kafka, Sartre, Heidegger komen op de lippen, maar toch is dit boekje in zijn essentie anders: de menselijke vrijheid wordt er gepeild en deze vrijheid wordt beleefd in de aanwezigheid van de alom-zich-presenterende morele kwaadaardigheid. Het boekje ontleent zijn aesthetische betekenis aan de eigenaardige aantrekking en afstoting, die uitgaat van deze monologen van een half-waanzinnige, met wie de lezer zich beurtelings één voelt en anders. Mooi manr moeilijk.

4. E. Heimans en Jac. F. Thijsse: In het bos. Derde druk. Uitgave Ploegsma, Amsterdam 1952, 174 blz. ƒ4,90.

Ook iemand, die ciet erg thuis is in de natuur.

Ds Niemöller spreekt

Ds Martin Niemöller spreekt voor de Vredesbeweging „De Derde Weg”. Op 28 Mei a.s. zal ds Martin Niemöller een toespraak houden over De Derde Weg in Duitsland in het kader van de Vredesbeweging „De Derde Weg” in het gebouw Bellevue (ingang Leidsekade) te Amsterdam.

De avond zal onder leiding staan van ds Kr. Strijd, terwijl de vertaling zal worden verzorgd door ds J. J. Buskes Jr uit Amsterdam.

Toegangsbewijzen a ƒ0,50 o.a. verkrijgbaar bij het gewestelijk secretariaat. Singel 135, Amsterdam, telefoon 37920.

beleeft zijn vreugde aan het enthousiaste relaas van deze schrijvers over hun omzwervingen door de bossen. En wat weten zij veel te vertellen! Voor natuurliefhebbers moeten dit wel ideale boeken zijn, deze reeks over het natuurleven. Laat men er eens aan denken, als men peinst over een geschenk aan een opgroeiende jongen of meisje.

5. H. G. K. Westenbrink: Het Erfhuis der Natuur, Darwin, 54 blz.; dr W. van Ravesteyn: Satyre als medicijn. Jonathan Swift, 46 blz.; H. Bonger: Leraar der Mensenrechten, Thomas Jefferson, 73 blz.

Drie deeltjes uit Gastmaal der eeuwen. Uitgave van Loghum Slaterus, Arnhem 1951. Ziehier weer drie taferelen uit de cultuurgeschiedenis. De drie boekjes zijn stuk voor stuk belangwekkend om hun onderwerp en interessant door de wijze van behandeling. De persoonlijke visie der auteurs maakt ze echter wel eens aanvechtbaar. Ik denk speciaal aan sommige uitingen in het tweede boekje, waar overigens de discussie het verhaal soms vertroebelt. De boekjes hebben meestal een inhoud, die uitgaat boven een eenvoudige levensbeschrijving. Zo geeft Westenbrink een goede samenvatting van de stand der natuurwetenschap, voor Darwin met zijn evolutie-leer kwam. Van Ravesteyn geeft een brede schets van het geestelijk leven der eeuw, waarin Swift een schrille tegenstem liet horen, terwijl Bonger van zijn boekje tevens een historische discussie heeft gemaakt over wat er omtrent de rechten van de mens in de loop der tijden tot nu toe in het midden is gebracht. Aanbevolen! Red. secr.

LEESTAFELNIEUWS

De Pinksterkroon, een bundel Pinksterverhalen door p. A. Cramer-Schaap, Dam Jaarsma, C. Wilkeshuis, Johanna Kuiper, Anna Hers, Dora van del* Meiden-Coolsma, N. M. Twijnstra-Brands, C. S. Vermeer, C. E. Elink Schuurman, L. A. A. Liemus, W* J- Bakker-Tenthoff. Met een inleidend woord van ds F. H. van Aalst. Uitgave van Gorcum en Co, Assen 1952, 136 blz., ƒ3,25 ing., ƒ4,25 geb. Een aanwinst deze nieuwe verhalenbundel. Een stijlvolle inleiding van ds Van Aalst, waar vrijz. en orth. lezers mee zullen instemmen. En dan elf verhalen, alle het lezen waard. Sommige voor kinderen vanaf 10 jaar, anderen wel over kinderen, maar geen kinderlectuur m.i. Van de kinderverhalen trof mij bijzonder het verhaal van D. Jaarsma. Jammer, dat de taal van dit verhaal wel eens te veel verhollandst-Pries is.

Ik ben blij dat er nu voorleesstof is voor Pinksteren, een feest dat dikwijls te veel alleen-maarzomerfeest is. Voor een gezin of club of kindertehuis zult u er zeker een verhaal in vinden dat mee kan helpen de vreugde van het Pinksterfeest te verdiepen. R.8.-v.R.

Verzoek

De Harvard University in Amerika vraagt ter completering van de jaargangen de nr 50 van de 48e (1950) en de nr 14 en 15 van de 49e (1951) jaargang van Tijd en Taak. Wie helpt door de gevraagde nummers te zenden aan het red.secr.?

KORTEHEMMENNIEUWS

In Kortehemmen staat een huis en dat is het huis van de Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers.

U weet, dat ook hier ieder jaar vacantie-weken gehouden worden in de sfeer van de A.G. en waar ieder welkom is? Voor de kinderen is aparte leiding aanwezig.

Kortehemmen ligt aan de rand van de bossen van Beetsterzwaag en Olterterp, maar ook, wal verder, treft men water en weiden aan.

’s Avonds is er een gemeenschappelijk programma, terwijl er overdag gelegenheid is voor het maken van tochtjes te voet of per fiets, voor spel en sport e.d.

De vacantieweken worden gehouden: Eerste week: 21-28 Juli. Leiding de heer en mevr. S. Knigge-PCruikemeijer. Tweede week: 28 Juli-4 Augustus. Leiding ds en mevrouw K. M. Witteveen-Berger. Derde week: 4-11 Augustus. Leiding dr en mevr. J. G. Bomhoff-Van Rhijn. Vierde week: 11-18 Augustus. Leiding ds en mevr, D. Bender-Ham.

Kosten: ƒ3O,- per persoon; echtparen ƒ55,; kinderen t/m 10 jaar ƒ 17,50; kinderen van 11 t/m 14 jaar ƒ22,50 per persoon.

Opgaven kan men richten aan de administratrice van het Woodbrookershuis Kortehemmen, post Boombergum.

Druk N.V. De Arbeiderspers Amsterdam