Taak” voor „Kerk en Wereld” grote aandacht had. Daarom willen wij in dit artikel iets meedelen omtrent enkele nieuwe plannen, die hun oorsprong vonden in de kring van „Kerk en Wereld”. Nieuwe plannen, die zeer direct zijn voortgekomen uit het besef van solidariteit met en verantwoordelijkheid voor ons volksleven.

Het eerste plan heeft gestalte gekregen in de stichting van een „Instituut voor Sociaal Vormingswerk”. Dit nieuwe instituut beoogt een opleidingscentrum te worden voor een aantal functies, die wel zeer onmiddellijk en letterlijk problemen raken, die „midden in ons volk” leven.

Het „Instituut voor Sociaal Vormingswerk” heeft nl. in eerste aanleg drie opleidingen geprojecteerd.

En wel opleidingen voor: personeelsfunctionaris voor het bedrijfsleven, voor sociaal-culturele vormingsleider(ster) en voor vormingsleidster voor de gezinsopvoeding.

De eerstgenoemde opleiding behoeft stellig weinig toelichting. Wie iets op de hoogte is met het moderne bedrijfsleven weet, hoe brandend daar het vraagstuk is van de mens in het bedrijf.

Of, om het met een vakterm te zeggen: van de „human relations”.

Met blijdschap mag worden geconstateerd, dat in toenemende mate het bedrijfsleven zelf zich van de ernst en de belangrijkheid van de hiermee samenhangende problemen bewust wordt en dat in gelijke mate de noodzaak van en de waardering voor een goede personeelsleiding duidelijk wordt gezien en werkelijkheid wordt.

Er ligt naar deze kant een reeks van mogelijkheden voor de geschikte en goed-opgeleide persoon open.

De tweede opleiding richt zich vooral op de problematiek van het platteland, waar zich steeds sterker de negatieve en ontbindende verschijnselen van een moderne, getechniseerde maatschappij doen gelden. De sociaal-culturele vormingsleider of -leidster, zoals die bij deze opleiding is gedacht, zal in de toekomst bij voorbeeld leiding kunnen geven aan het vormingswerk in buurthuizen, dorpshuizen, streekcentra; in vormingscentra en volkshogescholen; in plattelandsorganisaties en opbouworganen.

De derde opleiding die voor „vormingsleider voor de gezinsopvoeding bedoelt niet in de plaats te treden of een duplicaat te vormen van de opleiding en de functie van maatschappelijk werkster. Wanneer wij het juist zien, heeft de maatschappelijk werkster een bijzondere en uitermate waardevolle plaats in onze maatschappij verworven. Een taak, die ligt op het terrein van de helpende zorg voor het maatschappelijk zwakke of moeilijkaangepaste gezin. Bij de „vormingsleidster voor gezinsopvoeding” is aan een andere kant gedacht, nl. aan het educatieve, het helpend-opvoedende werk ten dienste van het „normale” gezin.

Om een paar voorbeelden te noemen: deze „vormingsleidster” zoals ze bij de nieuwe opleiding is gedacht, zal bijv. een voorlichtende functie kunnen krijgen op het gebied van opvoeding en gezinsverhoudingen; of een taak ten aanzien van de zorg voor zieken, ouden van dagen en alleenstaanden.

Nu de vraag „Wat zal ik worden?” voor heel wat jongeren een vraag begint te worden, die niet meer zo gemakkelijk te beantwoorden is, vooral wanneer men zoekt naar een functie, die sociaal en zinvol is, is het misschien goed, dat men van de mogelijkheden, die het nieuwe „Instituut voor Sociaal Vormingswerk” biedt, op de hoogte is.

Wie nadere inlichtingen wenst, schrijve aan dit Instituut. Het adres is: Hoofdstraat 211, Driebergen.

Het tweede plan, waarover ik iets wil zeggen, is mogelijk geworden, doordat door samenwerking van enkele Hervormde instanties een buitengewoon mooi en uitgestrekt landgoed kon worden aangekocht. Het betreft hier het juist over de grens van Driebergen in de gemeente Doorn gelegen landgoed „Hyde-park”. Een prachtig bebost gedeelte van circa 80 hectare van dit landgoed zal bestemd worden als recreatieen vacantie-oord.

Achter deze schijnbaar vrij zakelijke opzet ligt de bewuste bemoeienis met een eveneens zeer urgent probleem. Het probleem namelijk van het scheppen van mogelijkheden voor een goede, zinvolle en stijlvolle vrije-tijds- en vacantiebesteding. De vrije tijd en de vacantie zijn geen bijkomstige of luxe-aangelegenheden voor de moderne mens, in het bijzonder voor de moderne grote-stadsmens.

Integendeel: zij hebben zeer veel te maken met het sociale en geestelijke welzijn van ons volk. Daarom is de bewuste aanpak van dit probleem allesbehalve een zaak van ondergeschikt belang.

Te meer, daar juist het zinvolle en stijlvolle van een vacantiebesteding óf dikwijls ontbreken óf door puur-commerciële opzetten bedreigd worden. Een verschijnsel als de Butlinkampen is in dezen een waarschuwing!

Het is stellig overbodig hierbij te zeggen, dat bij dit plan van het eerste ogenblik af vooral ook gedacht Is aan het scheppen van mogelijkheden voor hen, wier financiële draagkracht beperkt is.

In eerste aanleg zal de opzet zeer bescheiden moeten zijn en zich beperken tot het bieden van goede kampeergelegenheid in groeps- of gezinsverband.

Maar de uiteindelijke plannen omvatten veel en veel meer en beogen een recreatieen vacantie-oord van brede opzet met zeer gevarieerde mogelijkheden. J. H.

ANDRÉ DUNOYER DE SEGONZAC: FRANS LANDSCHAP 1924

BARCHEMBEWEGING

Dezer dagen liet de Barchembeweging (Vereniging Woodbrookers in Holland) haar zomerprogramma 1952 verschijnen. Een 15-tal cursussen over de meest uiteenlopende themata zijn in dit programma opgenomen. Gedurende 3-4 maanden willen in Barchem cursusleiders, sprekers en spreeksters en cursisten, die allerlei kerkelijke en niet-kerkelijkp richtingen vertegenwoordigen, samen zoeken naar het licht —r „in oprecht verlangen naar God” dat over persoonlijke, maatschappelijke en geloofsvragen valt als mensen bijeen zijn, die bereid zijn naar elkaar te luisteren.

Zo worden op de Zakencursus (6-10 Juni) de zakenlieden verwacht. Regenten uit stad en dorp op cursus II: Gezagsdragers (16-21 Juni). Het vraagstuk: „Is de oorlog onvermijdelijk?” (23-28 Juni) zal, naar het bestuur hoopt, de belangstelling uit velerlei kring wekken.

Met maatschappelijke vragen, waarbij de religieuze niet worden verwaarloosd, houden zich bezig de cursussen: V (7-12 Juli): „De stad als samenleving”, VII (21-26 Juli): „Bevolkingstoename en eerbied voor de mens”! Een speciale plattelandscursus wordt gehouden van 3-8 November. Het thema van deze cursus is: „Het platteland en onze huidige samenleving”. Cursussen waarbij de nadruk valt op de geloofsvragen zijn: IV (30 Juni-5 Juli): „Lot en vrijheid” en VIII (28 Juli-2 Aug.): „Christus in ons geloofsleven”.

Op de cursussen XIII (I—6 Sept.): „De invloed van de huidige wijsbegeerte op het godsdienstig leven” en XIV (8-13 Sept.): „Bezinning op de vragen, welke de verhouding van geloof en dieptezlelkunde ons stelt” wordt de verhouding van geloof en genoemde geestesgebieden doordacht. De cursussen VI (14-19 Juli): „Vernieuwing der moraal”, IX (4-9 Aug.): „Waar liggen onze grenzen?" en XII (25-30 Aug.): „Wat dunkt u van de mens?”, zijn cursussen, welke de vele vragen van het menszijn bespreken.

Jeugdbewegers, oud en jong, worden speciaal verwacht op cursus X (11-16 Aug.): „Jeugdidealisme en ’s levens werkelijkheid”. Een internationale cursus XI (18-23 Augustus): „Towards integrated living” brengt bezoekers aan de wereldconferentie der Quakers te Oxford en Nederlanders samen.

Barchem weet zich nauw verbonden met de geest van het Quaker-college Woodbrooke te Birmingham, ook al gaat men in Barchem eigen wegen. Het is het bestuur een vreugde dat de Barchembeweging deze cursus in haar gebouwen te Barchem mag verzorgen.

De cursussen, welke in het tijdvak 14 Juli-16 Aug. vallen, zijn ook toegankelijk voor echtparen met kinderen (leeftijdsgrenzen 4-14 jaar). Deelnemersprijzen (naar keuze) zijn: ƒ25,-, ƒ30,-, ƒ35,-. Voor echtparen zijn deze: ƒ45,-, ƒ50,-, ƒ60,-. Kinderen beneden de 10 jaar ƒ 10,-, daarboven ƒ 15,- voor de gehele cursusweek.

Men vrage een volledig programma aan bij de secretaris: ds W. Knoppers, Barchemseweg 8 te Lochem. Telefoon (K 6730) 1000.