ld en Tuuh volheid. J Psalm 24 : 1

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR. EVANGELIE 'EN SOCIALISME

VERSCHIJNT 50 MAAL PER JAAR 50STE JAARGANG VAN „DE BLIJDE WERELD”

Zaterdag 7 Juni 1952 Nr:36

Redactie:

dsj. J. Buskesjr

ds L. H. Ruitenberg dr J. G. Bomhoff

Redactie-Secr.: Roerstraat 48*

Amsterdam-Zuid

Telefoon 24386 p/a dr J. G. Bomhoff

Vaste medewerking van prof. dr W. Baiming J. Hulsebosch

H. van Veen dr M. V. d. Voet

dsH.J. de Wijs Mej. dr M. H. v. d. Zeyde e.a.

[bonnementperjaarfS.-; halfjaarf2,7s; kwartaal f 1,50pksfo,ls incasso. Losse nrsfO,ls; Postgiro 21876; Gent. giro V 4500; Adm. N.V. De Arbeiderspers, Hekelveld 15, Amsterdam-C; Postbus 800

MENSENVERACHTING MENSENLIEFDE

Onlangs hoorde ik op een conferentie de stelling verkondigen, dat over de gehele aarde het godsdienstig leven verzwakt, teruggedrongen wordt, vervangen wordt door moderne politieke ideologieën. Het geldt dus niet alleen voor Europa en het christendom, maar ook voor India en het hindoeïsme, voor China en het boeddhisme en het oud Chinese tao-isme, en ook reeds voor de Arabische wereld. De vraag naar de oorzaken van het geconstateerde verschijnsel werd niet gesteld, is vermoedelijk ook te gecompliceerd Om beantwoord te kunnen worden door één man, maar de stelling zelf heeft mij enige dagen beziggehouden, vooral naar deze kant: wat betekent dit voor ons mens-zijn, voor de inhoud van onze menselijkheid? Ik waag mij niet aan een beantwoording van die vraag voor de gehele aarde wie zou zo dwaas zijn zich daaraan te vertillen? Maar een enkel, naar ik hoop wezenlijk ding voor onze Europese wereld lijkt mij wel mogelijk te stellen.

Ik meen nl. in Europa waar te nemen een beklemmende toeneming van de verachting voor de mens, en ik waag de hypothese, dat deze samenhangt met de toenemende verzwakking van de krachten van het Evangelie. (Om alvast een interruptie van deze of gene tegen te houden: die hypothese is niet wat men noemt „wetenschappelijk”, zij hangt rechtstreeks samen met mijn geloof, is daarvan zelfs een direct uitvloeisel • ik ben mij dat wel bewust, evenzeer als van het feit, dat zich over „mensenverachting” niet laat spreken zonder levensovertuiging). Ik zie dus een toenemende verachting van de mens: de brutaliteit en de misdadigheid van het nazi-dom was er een machtig symptoom van, maar ook de arbeidskampen onder het communistisch regiem, trouwens elke dictatuur die de mens wil kneden naar uniforme modellen de opvoering van de militaire apparaten en het aanwakkeren van massale haat en angst zijn andere sympto-

men, en in de „democratische” landen wordt innerlijke waarachtigheid ook voortdurend uitgehold, naarmate het denken in blokken toeneemt en met hartstocht aan de massa’s wordt opgelegd. Laat ons overigens nooit vergeten, dat de proletarische ellende die bij het kapitalisme behoorde, één van de eerst machtige verschijningsvormen was van mensenverachting, en dat een politieke democratie deze maar al te gemakkelijk heeft geduld. Eén van de dingen, die mij onder de zich noemende democraten telkens pijnlijk treft, is het gemak waarmee men innerlijke oprechtheid, wanneer die buiten de politieke denkschema’s valt, hoont, verdacht maakt, met modder gooit: ook dat is een vorm van mensenverachting. In de hedendaagse existentiefilosofie vecht men op een bepaalde wijze ook met het verschijnsel der mensenwaarde: wil men niet, dat de mens zich laat terugroepen, eventueel terugrukken uit de vervlakking, de futiliteiten, de schema’s van het rumoerig dagelijks bestaan tot een oorspronkelijke waarachtigheid, die verloren is gegaan in „de massa” en het massaleven, dat ons allen in z’n greep heeft? Ik wil in dit verband geen oordeel uitspreken over deze moderne filosofie dat onderwerp is nu niet aan de orde; ik stel slechts: zij is mede een reactie op een overal merkbare mensenverachting.

Is het zin vol, dit verschijnsel in verband te brengen met de verzwakking van de godsdienstige, evangelische krachten? Ik meen van wel. Ik hoop, dat onze lezers er geen „dogmatiek” zullen speuren, wanneer ik stel: het Evangelie ziet in de gestalte van Jezus Christus, in zijn leven, strijden, sterven en opstanding, het ondoorgrondelijk en onuitputtelijk geheim van de liefde van God tot de mens, tot heel het menselijk geslacht, tot „de wereld”. Het Evangelie zegt op elke bladzijde: God heeft de mens lief, God heeft de wereld lief. Niet de „ideale” mens en niet de „ideale” wereld, maar de doodgewone, stumperige en arm-

zalige mens, die van eigen leven niet zo bijster veel terechtbrengt; en de wereld zoals zij reilt en zeilt, met haar oorlogen en revoluties, haar geschiedenis van bloed en leed, van onrecht en verdrukking déze mens en déze wereld zijn voorwerp van de machtige liefde Gods. en dat weten wij uit het Evangelie, door de figuur van Jezus Christus. Als wij het zo mogen stellen, dan is daarin het tegendeel gegeven van de mensen verachting: immers de liefde van God tot de mens. En brandt niet de liefde alle verachting weg?

Ik stel dus: overal waar mensenverachting zich brutaal en breed maakt, zijn de krachten van het Evangelie uitgeschakeld. Mag ook het omgekeerde worden gesteld: waar het Evangelie wordt uit- en afgewezen, komt de mensenverachting te een of andere tijd en in een of andere vorm om de hoek kijken? Daarmee roept men in Nederland onmiddellijk het gegriefde protest van het humanisme op ik zal mij daarvoor hoeden, juist omdat het ons te doen is om het tegengaan van alles wat de mens schendt en belaagt. Wie in het huidig tijdsbestek bezorgd is om de humaniteit, zal geen hinderlijke scheidsmuren oprichten of onnodig grieven. Toch stel ik op grond van eigen overtuiging, dat voor ons de enig betrouwbare bron van krachten, die de mensenverachting in de moderne wereld tegen kan gaan en ten diepste overwinnen, ligt in de boodschap van de liefde Gods gericht op mens en wereld. Wij zeggen dat óók als socialisten. Voor ons is zeker het socialisme een zeer concrete en zakelijke politiek, een duidelijke en klare maatschappelijke en politieke orde maar het motief, dat ons tot socialisten maakt, is het protest tegen de mensenverachting, is de gehoorzaamheid aan de liefde Gods, die óók een gebod betekent. Een motief, dat zich keert tegen kapitalisme en dictatuur, maar dat zich óók kan richten tegen een socialisme, dat aan eigen innerlijk wezen ontrouw werd.

Ik weet: een dergelijke toevoeging wordt geïrriteerd door vurige socialisten afgewezen. Te haastig, dunkt mij. Wij weten van een geschiedenis van het christendom: hoe dikwijls is dè,t ontrouw geweest aan eigen innerlijk wezen? Waarom zou van het socialisme vaststaan, dat het aan deze zonde niet zou kunnen vervallen? Elke idee, door mensen gedragen, loopt dit gevaar in de geschiedenis het pleit niet tegen de idee, zegt alleen maar iets zeer wezenlijks over de mens, die de idee draagt in aarden vaten” zegt het N.T. Wie iets van deze „menselijke situatie” verstaat, weet ook van de noodzaak van rusteloze vernieuwing door terugkeer naar de levende bronnen... Dat o.a. heeft Pinksteren ons nog eens weer willen inbranden.

W. B.