Organisatie-leven in Jamaica

Hoe moeilijk het is om bepaalde sociale verschijnselen op een eenvoudige manier te verklaren, werd mij opnieuw duidelijk tijdens mijn bezoek aan Jamaica. Ik heb nergens een boerenbeweging gezien, die zo onmiddellijk en automatisch bij alles wat ondernomen zal worden vraagt om regeringshulp, hetzij in de vorm van subsidies of leningen (welke maar heel traag terugbetaald worden), als op dit 250 kilometer lange eiland in Br. West-Indië.

Zie, dacht ik, daar heb je nu de invloed van de eeuwenlange toestand van slavernij, waarin de grote meerderheid der Jamaïcanen eens verkeerde. Maar zo eenvoudig ligt de zaak niet. Zij, die niet af stammen van slaven, vragen even ijverig om regeringshulp als de nakomelingen van hen, die tot in het begin van de 19de eeuw het eigendom waren van de eigenaren der suiker- en koffieplantages.

De tweede deuk kwam in mijn eenvoudige theorie toen meer en meer bleek dat er in Jamaica vrijwel geen sprake meer is van een „colour bar”. Men kan hier kleurlingen aantreffen tot in de hoogste functies in het organisatie-leven en in het regeringsapparaat (hoewel enkele sleutelposities nog in handen van Engelsen zijn), en de afstammelingen der slaven zijn volkomen geassimileerd in de maatschappij.

In de derde plaats is er een zeer druk politiek leven in Jamaica, waaraan de gekleurde burgers met nog meer enthousiasme deelnemen dan de blanken. Het politiek palet van Jamaica kent eigenlijk twee kleuren. Er is de „Labour Party”, die onder haar leider Bustamente aan het bewind is, en de Nationale Volkspartij van welke Bustamente’s neef, de intelligente advocaat Manley, de voorzitter is. De woorden „leider” en „voorzitter” zijn hier met opzet gebruikt. Bustamente regeert zijn partij inderdaad niet volgens Europese democratische lijnen, hetgeen Manley wel veel meer probeert te doen.

De kleurrijke Bustamente, die een fantastische carrière heeft gemaakt, is niet alleen leider van zijn partij, maar ook van zijn vakbond, de Bustamente Trade Union, en bovendien eerste minister, zij het voorlopig zonder de volle ministeriële verantwoordelijkheid. Hij is een fascinerende figuur, die vele eigenschappen bezit, welke hem tot nationaal leider van zijn volk kunnen maken. Het zwakke punt van zijn partij is echter het gebrek aan program.

In dit opzicht staat de soberder Manley er beter voor. Hij heeft iets van Sir Stafford Cripps, door wie zijn partij, welke politiek veel dichter bij de Engelse Labour Party staat dan Bustamente’s creatie, dan ook is opgericht. Manley vertegenwoordigt meer het intellectuele, linkse nationalisme, terwijl Bustamente eigenlijk alleen maar anti-kolonialist en pro-Jamaïca is. Toch ontbreekt er ook aan het program van Manley veel, en hij zou zeker, zo hij bij de volgende verkiezingen aan de regering mocht komen, grote moeilijkheden hebben om een eigen duidelijke lijn te vinden.

Zoals Bustamente zijn Trade Union heeft, zo had ook Manley’s partij haar Trade Union Congress. Juist in Maart van dit jaar heeft Manley zich echter ontdaan van een aantal communistisch geïnfecteerde leiders, die de T.U.C. in handen hadden. Manley kon ze uit zijn partij zetten, maar zij namen de T.U.C. mee, hetgeen Manley

voor de noodzaak plaatste om een nieuwe eigen vakbeweging op te zetten, de National Workers Union. Deze wint snel in kracht, en de T.U.C. zal waarschijnlijk wel wegkwijnen.

Deze vakbonden, alle nog zeer jong, spelen een belangrijke rol in de economie van het eiland. Zij hebben er zeker toe bijgedragen om de positie der werkers sterk te verbeteren, maar aan de andere kant verwekken hun acties zo veel onzekerheid, dat het eiland minder aantrekkelijk

voor buitenlands kapitaal is geworden dan anders het geval zou zijn geweest. De vakbonden moeten voortdurend acties voeren. De_Jamaïcanen zijn namelijk nog slechte contributiebetalers, en wanneer hun vakbond hun niet met korte tussenpozen verbeteringen bezorgt, dan houden ze op met betalen, en raakt het bestaan van de bond in gevaar. Bovendien heeft men in Jamaica een in Nederland onbekend systeem van onderhandelen uitgewerkt.

In ieder bedrijf mag nl. maar één vakbond namens de werkers optreden, en de vraag is nu: welke? Om dit uit te vinden, houdt men verkiezingen in de bedrijven, waarbij de arbeiders stemmen op hun favoriete bond. Telkens als een vakbond het gevoel heeft, dat hij zijn mededinger kan verslaan, of als er een nieuwe bond ont• (Zie verder pag. 6)

Paul Gauguin (1843-1903) Het Witte Paard