BENTVELD-NIEUWS

Wat Henriëtte Roland Holst ons naliet.

, , „ Weekendcursus te Bentveld op 7 en 8 Februari 1953 1. „Als stem van haar generatie – Prof. dr G. Stui- Tals rehgieus-socialiste – Ds D. A. Vorster.

3. Hoe ziet de jonge generatie haar – Wika Anton

B. Lam. Leiding: dr A. van Biemen, mej. ds W. H. Buijs.

Met het werk van de Arbeidersgemeenschap der Woodbrookers heeft mevrouw Roland Holst—van der Schalk zich nauw verbonden geweten, gelijk wij ons met haar. Het heeft derhalve zin om na de en langere beschouwingen bij haar overlijden in dag- en weekbladen verschenen, in Bentveld de vraag aan de orde te stellen wat zij ons heeft nagelaten. Op een bijzondere wijze toch was zij in haar studies, haar artikelen, haar verzen en lekespelen de steun van haar generatie. Hoevelen nu van haar eigen generatie, en van de daarop volgende herkennen óók nu nog haar als representante van hun aUer streven en verlangen? Daarbij gaat het niet zozeer om een afwegen van de waarde van haar literaire productie in het geheel van de Nederlandse literatuur, als wel in hoeverre zij daarmee uitdrukking gaf aan wat in bepaalde groepen leefde. En verder gaande welke waren de visie en de weg die zij zag. Wij denken daarbij in het bijzonder aan die socialisten, die haar verzen declameerden, alsook aan die studenten die haar vroegen lekespelen voor hen te schrijven. Als religieus-socialiste heeft zij voor een belangrijk gedeelte de religieus-socialistische beweging in ons land gestempeld en naar buiten gestalte gegeven. Weer rijst de vraag: hoe zag zij het wezen van deze geestesgesteldheid, hoe de taak en de mogelijkheden van deze beweging? Ten slotte: hoe ziet de jongere generatie haar persoon en haar werk. Is zij voor hen alleen maar mythe of heeft zij nog actuele betekenis? Anders gezegd: herkennen zij in haar verzen en artikelen een geluid dat hen nóg aanspreekt en bezielt of beschouwen zij dit alles slechts als voorbije geestesgrootheid en voorbije bezieling?

Het is de A.G. der Woodbrookers een behoefte om deze vragen openhartig aan de orde te stellen. Immers hoe het antwoord daarop ook moge uitvallen, het kan ons helpen eigen geestesbezit en geesteshouding, eigen visie en weg duidelijker te bepalen. Wij hopen en verwachten dat vele ouderen en jongeren zich gedrongen zullen voelen om met ons de vraag te beantwoorden: wat heeft mevrouw Roland Holst ons nagelaten?

Het vraagstuk van de politieke bewustwording. Weekendcursus 14—15 Februari 1953 te Bentveld. 1. Maatschappelijke positie en politieke keuze, mevrouw dr H. Verwey—Jonker. 2. Psychologische en sociaal-psychologische aspecten, drs M. Heslinga. 3. Politieke meningsvorming, prof. dr 1. Samkalden (gevr.). Leiding: dr A. van Biemen.

WEEKEND „DE HORST”

De Zondagsviering en haar wettelijke regeling. Onder dit thema zal op „De Horst” op 21 en 22 Febr. een weekend worden gehouden ter bezinning op de vele vragen, die thans rijzen rondom het doel en de betekenis van de Zondag, mede in verband met het ontwerp van een nieuwe Zondagswet. Leiding: mr J. J. R. Schmal en W. H. Eijgenhuijsen uit Driebergen.

Onderwerpen: a. Het wezen van de Sabbath, door drs H. van Praag, Amsterdam. b. De ontwikkeling van de Zondagsviering, door ds H. Witvliet, Amsterdam. c. De oude en nieuwe wettelijke regeling van de Zondagsrust, door mr J. H. v. d. Meide, Voor burg.

Kosten van deelname: ƒ6,50 per persoon. Aanmeldingen worden gaarne ingewacht bij het Secretariaat van Kerk en Wereld te Driebergen.

LEE STAFELNIEUWS

Ferdinand Langen: Hoe maakt u het? Uitgave Arbeiderspers 1952. 199 blz., geb. ƒ5,90. Het land van de humor blijkt onafzienbaar te zijn. F. Langen heeft er een eigen wingewest. Ei wordt gegiecheld om mensen en situaties, die maar een klein beetje afwijken van het normale. De pret voor de lezer bestaat hierin, dat hij de kleine a.- wijkingen waarneemt en er tevens bij bedenkt, hoe bijna-gek we allemaal doen. De schr. laat ons daarbij aan ons lot over. Zelf overdrijft hij niet. In een uiterst correcte stijl doet hij zijn relaas. In dit geval gaat het over enkele jonge mensen, die beramen een tijdschrift op te richten op kosten van de a.s. erfenis van een oom, die het hardnekkig vertikt dood te gaan. De fijnproevers raad ik aan op de titels der hoofdstukken te letten en de anderen moeten dit boekje ongelezen laten. Ze zullen het erg flauw vinden. De omslag van Bertram is in de stijl van het boek.

Dr F. Drost: Care! Steven Adama van Scheltema. Uitgave G. W. v. d. Wiel, Arnhem, 1952. 255 blz., ƒ 7,90.

Het is goed dat dit boek geschreven werd, want het werd tijd, dat er eens een samenvattend boek verscheen over deze socialistische dichter, die steeds in de schaduw van Gorter en H. Roland Hplst gestaan heeft. (Het wachten is nu nog op een dergelijke studie over Van Collem). Het is ook goed, dat de schr. vanuit een grote, niet aflatende bewondering dit boek geschreven heeft, want alleen zó kan men de energie opbrengen om dit vrij* omvangrijke oeuvre met steeds gespannen aandacht te doorvorsen. Persoonlijk ben ik heel dankbaar voor het eerste deel: uitvoerig en met veel treffende details, vanuit een intieme kennisneming en profiterend daarenboven van veel tot dan toe gesloten archiefstukken is hier de levensgang, de persoonlijkheid en de gedachtenwereld van Adama van Scheltema geschetst. Het tweede deel ontleedt het werk en is m.i. veel zwakker; de algemene zowel als de détail-

analyse der gedichten is mij te subjectief en bedien zich van een grof en ouderwets begrippenapparaat. Het lijkt wel of aan dr Drost de moderne stilistiek ontgaan is. Zo komt hij wel tot terloopse treffende opmerkingen, maar een dieper-omvattende synthese ontbreekt. Met instemming las ik het verweer van de schr. tegen veel laatdunkende uitingen over de dichter, maar of hij er in geslaagd is zijn eigen visie en waardering van Scheltema overtuigend mee te delen, betwijfel ik. De mens Scheltema is me door dit boek veel nader gekomen; de betekenis van zijn poëzie blijft, voor en na, die van een natuurlijk maar middelmatig talent. Het is niet gering het ontvankelijk gemoed voor poëzie gevoelig te maken en die functie vervult A. v. S. uitmuntend. Er komt echter een dag, dat de Nederlandse lezer, die bij Scheltema poëzie leerde lezen, van de dichter afscheid neemt om meeslepender, grootser poëzie te lezen. Maar ontdekken, dat A. v. S. niet tot de grootsten behoort van dit aan poëzie zo rijke land geeft geen vrijbrief om deze beminnelijke dichter te kleineren. Hij had een klein maar zuiver talent.

L. N. Tolstoi: Waardoor mensen leven, ingeleid door Henr. Roland Holst, vertaald door Henr. Roland Holst en Wils Huisman. Uitgave Contact, A’darh, 1951. 368 blz., ƒ6,90.

Dit boek is allereerst waardevol door de magnifieke inleiding van mevr. Roland Holst. Het opstel over Tolstoi is gedateerd 1941 en is een rijp werkstuk. Het ademt bewondering, zonder critiekloos te zijn, voor een van de figuren, die haar steeds geïnspireerd hebben. De verhalen, die er vervolgens in staan behoren tot de allermooiste die Tolstoi geschreven heeft: ,De dood van Iwan Iljitsj’; .Vader Sergius’ e.a. Vervolgens deed mevr. Roland Holst een deskundige en interessante keuze uit de dagboekbladen van de grote Russische schrijver; en ten slotte bevat het boek een keuze van haar hand uit Tolstoi’s verrukkelijke brieven aan zijn vrouw. Met dit alles is gezegd dat dit boek een uitstekende inleiding vormt tot de lectuur van deze zeer grote Russische schrijver, als kunstenaar een der belangrijkste figuren uit de wereldliteratuur van de XlXe

eeuw, als denker en Inspirator misschien even belangrijk; men hoeft slechts de naam Gandhi te noemen, om zich te heriimeren wat Tolstoi voor de man van India betekende. De omgang met Tolstoi zij ieder aanbevolen: dit boek is, als gezegd, een zeer geschikte inleiding. J. G. B.

Dr G. J. Kloosterman: Moedercursus, een boek voor aanstaande vaders en moeders. Geïllustreerd door Ruscha Kloosterman—-Wijdeveld. 168 blz., uitgave „De Tijdstroom”, Lochem, z.j. (1952).

Dit is niet het eerste boekje over dit onderwerp dat ik las, maar wel hetgene, dat mij het meest aansprak. „Niet wat de verloskundige denkt, doet of meent, is van belang om uiteen te zetten, maar wat de a.s. moeders denken, doen of vrezen, hoort besproken te worden”, zegt de schr., die geneesheerdirecteur van de Kweekschool voor Vroedvrouwen te Amsterdam is. De schr. is er m.i. bijzonder goed in geslaagd om uitgesproken en onuitgesproken gedachten en angsten van a.s. ouders te beschrijven en te beantwoorden. Het is begrijpelijk van taal, nuchter, soms humoristisch, maar vooral treft de begrijpende toon van de arts die naast de a.s. ouders wil staan. Zeer aanbevolen.

Mr L. J. F. Wijzenbeek: Mij spreekt de blomme een tale, een briefwisseling over de betekenis van bloem en plant met dr Anne Berendsen, Anton van Duinkerken, dr A. Schierbeek, prof. dr ir J. T. P. Bijhouder, A. D. Hosman en Emihe van Walree. 93 blz. Uitgave W. Gaade, Delft, 1952.

Een aardige opzet, deze bundel brieven, en zeer verzorgd met mooie foto’s uitgegeven. De brieven zijn stuk voor stuk interessant, maar van „De kleine tuin” van prof. Bijhouwer heb ik bijzonder genoten. Hij geeft daarin een stukje historie van de kleine tuin, eenvoudig van taal en tegelijk zó beeldend, dat men voortaan tuinen op schilderijen en prenten, maar ook het tuintje in onze herinnering van grootouders en ouders met begrijpender ogen zal bekijken.

M. M. Stiemens—Hopman: een doktersvrouw uit het Zuiden De zoveelste huisgenoot, van Gorcum's Verhalenbundel nr 20, 75 blz. Uitgave Van Gorcum, Assen, 1952. Ing. ƒ2,25, geb. ƒ3,25, bij uitdeling van 20 ex. en meer resp. ƒ 1,90 en ƒ 2,90.

Dr Portielje leidt deze schetsen over huisdieren in en prijst de kunst om met dieren om te gaan, waarnemingsvermogen en gevoel voor humor van de schrijfster. Kon zij betere aanbeveling krijgen? De woordkeus is mij wel eens te zoetelijk. Prettige ontspanningslectuur voor ieder die van dieren houdt.

L. J. Goedemondt en J. G. Th. van Nes: De wei in. 152 blz., met illustraties van Th. Mast en de schrijvers en met talrijke foto’s en schematische voorstellingen. Uitgave J.. H. Kok, Kampen. Geb. ƒ 5,75.

Wij Hollanders vinden de wei te gewoon om er veel aandacht voor te hebben, zeggen de schr. in hun voorwoord. „De belangstelling voor die gemeenschap op te wekken of te verhogen is ons doel”. Het werd een degelijke studie, eenvoudig, zakelijk, wel wat droog verteld over grassen, bloemen, zwammen, vogels, vijanden van de wei, enz. Geen boek om achter elkaar uit te lezen, maar geschikt werk om te raadplegen en er veel uit te leren. Talrijke duidelijke illustraties en een uitvoerig register.

R. B. R.

2e verantw. Ontvangen Geschenk-abonnementen:

W. W., L. H., J. L„ J. W„ G. J. H., er M. de R.. dr A. B. 8., me.l. E. A. P„ me.l. dr M. H. v. d. Z., L. 8., J. V. jr, E. S.-S. ƒ5, J. H., A. L. O. ƒ2,75, H. 8., G. 0., C. 8., mej. B. F., ƒ 2,50, J. P. v. d. St„ C. V. 8.-H. ƒ3, K. B. ƒ1,50, G. C. V. D. ƒl.

red.-secr.

LEEST U DIT A.U.B. OOK.

Voor nieuwe abonné’s hebben wij geen exemplaren meer van Tijd en Taak van 3 Jan. ’53, no 1 van de 51e jrg. Wie zijn exemplaar af wil staan, zende het naar Red. secr. Roerstraat 48 111, A’dam-Z.

Druk N.V. De Arbeiderspers Amsterdam