Jeruzalem indkn ik u vergete. . . .

De laatste jaren heb Ik heel wat boeken over Israël gelezen, maar geen van deze boeken heeft mij zo Intens geboeid als het pas verschenen boek van dr Nederbragt. Dr Nederbragt heeft eerst als consulgeneraal en later als gezant van Nederland de zo belangrijke en bewogen jaren van het ontstaan van de staat Israël van nabij meegemaakt. Van veel groter betekenis echter Is het feit, dat hij deze jaren meegemaakt heeft als een oprecht vriend van Israël, die vanaf het begin toen allen nog sceptisch stonden en zich op een afstand hielden In de staat Israël geloofd heeft. Israël heeft In die jaren maar weinige oprechte vrienden gehad, die In de toekomst van Israël vertrouwen hadden. Dr Nederbragt was één van die weinigen.

Er Is In ons land nogal veel gediscussieerd over „Kerk en Israël”. Dr Nederbragt heeft aan die discussie niet deelgenomen. Terwijl wij aan het discussiëren waren, zat hij In Israël. „Kerk en Israël” was voor hem geen probleem. Van uit zijn geloof In Jezus Christus, de Messias van Israël en de Heer der wereld, was hij voor Israël een vriend, wiens trouw zich daarin als echt betoonde, dat hij Israël zijn crltlek der liefde niet spaarde. En het moet voor hem een voorrecht zijn geweest, dat Israël deze trouwe vriendschap op de juiste waarde heeft weten te waarderen.

Oude Jeminiet schrijft passages van de Thora over

Jeruzalem, indien ik u vergete..., zo luidt de titel van het boek, dat dr Nederbragt na zijn terugkomst in Nederland gepubliceerd heeft. Hij ontleende die titel aan Psalm 137 en hij koos hem, om tot uitdrukking te brengen, dat zijn boek geboren werd uit de herinnering aan de gelukkige tijd, die hij onder de Joden in Jeruzalem doorbracht, en uit de liefde tot de Heilige Stad en hetgeen, waarvan zij het onverwoestbaar ideaal is.

In zijn opdracht aan dr Meron zegt de schrijver, dat dr Meron doorzien heeft, waar het hem in zijn leven om te doen was, om de democratie des harten, die uitsluitend naar waarheid streeft, omdat naar het woord van de grote Joodse rabbi alleen de waarheid vrij maken kan, en die in deze mens, overal en altijd, de broeder ziet Van wat deze democratie des harten in de practijk van het politieke leven betekent, geeft het boek van dr Nederbragt de boeiende en overtuigende illustratie.

Er is nog een ander woord, dat als sleutel kan dienen, om ons toegang te verlenen tot het juiste begrijpen van dr Nederbragts boek.

Tot één van zijn vrienden zei dr Nederbragt eens: „staande op de basis

van de Tenach (het 0.T.) kon Ik niet anders zijn dan Ik was en verwacht Ik van Israël lets anders dan van andere volken”. In het eerste deel (100 blz.) geeft dr Nederbragt zijn persoonlijke, op de bijbel gebaseerde, opvattingen over het probleem Israël. Hij gelooft, dat Gods beloften voor de Joden en hun land vervuld zullen worden. Het Heilige Land Is van Godswege het land der Joden. Dr Nederbragt moet niets hebben van de meeste vooraanstaande theologen, die beweren, dat alle profetieën van het Oude Testament vervuld zijn en Israël heeft afgedaan.

lk geloof, dat dr Nederbragt In dit opzicht onbillijk Is. Dat komt waarschijnlijk, omdat hij tot de Gereformeerde Kerken behoort, die wat de toekomst van Israël betreft bijna uitsluitend van negatie weten: Israël heeft afgedaan. Het moge dr Nederbragt bemoedigen, dat er bulten de Gereformeerde Kerken vele theologen zijn, die deze negatie overwonnen hebben en weten van een toekomst van Israël In de heilsgeschiedenis en met hem van oordeel zijn, dat het gebeuren In Israël een schrede Is op Gods weg naar de vervulling van de profetie.

Het tweede deel (300 blz.) is in de vorm van een dagboek een historisch en critisch document, dat de nieuwste geschiedenis van Israël beschrijft. Ik zeg niet, dat het eerste deel niet van belang Is. Integendeel. De opvattingen, die dr Nederbragt In dit eerste deel geeft, wa-

Jeruzalem, de oude stad, naar een tekening van Anna Ticho

ren mij echter vertrouwd en bekend, zodat dit deel mij niets nieuws bracht, tenzij dit nieuwe, dat hier een gereformeerd man, in afwijking van wat in zijn kring de gangbare overtuiging is, op grond van de bijbel spreekt over de toekomst van Israël.

Het tweede deel heeft mij uitermate geboeid. Hier is dr Nederbragt de man,, die deelneemt aan een stuk geschiedenis, dat behoort tot het allerbelangrijkste van de geschiedenis van onze tijd. Meer dan enig ander boek heeft dit dagboek mij vervuld met bewondering voor het stille heldendom van de Joden, die de staat Israël in harde strijd en zelfverloochenende toewijding in het leven geroepen en ondanks de allergrootste moeilijkheden tot op de dag van vandaag in stand gehouden hebben.

Verwacht u geen sensatie. Het is het bijna zakelijke en nuchtere verslag van een ooggetuige, maar van een ooggetuige, die een oprecht vriend van Israël is, de democratie des harten in pracktijk brengt en van Israël iets anders verwacht dan van andere landen.

Het is onmogelijk een overzicht te geven van wat in de 300 bladzijden van dit dagboek beschreven wordt: vrijwel alle problemen, waarmee Israël te maken heeft, politieke, sociale, internationale, culturele en godsdienstige problemen, wier oplossing voor de toekomst beslissend is. Wie het tegenwoordige Israël wil leren kennen en liefhebben, leze dit dagboek.

In menig opzicht beschamende lectuur. De christenheid heeft Israël eigenlijk voortdurend in de weg gestaan. Wij hebben de Joden aan hun lot overgelaten. Wij hebben niet eens geprobeerd, hen te begrijpen in hun lijden en hun heimwee. De houding van Engeland. Afschuwelijk. Van Rusland en Amerika valt niet veel beters te vertellen. De rotheid van de wereldpolitiek, door en door goddeloos, ook voor zover zij door het christelijke Westen bedreven werd, komt in haar naakte afschuwelijkheid in dit dagboek voor ons te staan. Om je weg te schamen.

Maar deze lectuur is ook verheffend en bemoedigend. Ik denk aan wat dr Nederbragt vertelt over de kiboetsiem en de opbouw van het Joodse volksleven. Daar haalt geen roman bij. Begrijpt u mij goed. Ook in Israël zijn mensen maar mensen. Dat blijkt telkens weer. Maar in Israël is in deze jaren bewezen, wat mensen kunnen zijn en

(Zie verder pag. 4)