den Heef j behoort de aarde i en haat 1 volheid. J Psalm 24 ; 1 y

Jnd en Taak

WEEKBLAD VOOR EVANGELIE EN SOCIALISME

VERSCHIJNT 50 MAAL PER JAAR SISTE JAARGANG VAN „DE BLIJDE WERELD”

Zaterdag 12 September 1953 Nr 36 Redactie; dsJ.J. Bmkesjr ds L. H. Ruitenberg dr J. G. Bomhoff Redactie-Secr.: Roerstraat 48’ Amsterdam-Zuid Telefoon 724386 p/a dr J. G. Bomhoff Vaste medewerking van prof. dr W. Banning J. Hulseboscb H. van Veen dr M. V. d. Voet dsH.J.deWiJs Mej. dr M. H. v. d. Zeyde e.a.

otmmenlper jaarf 5,—; halfjaar f2,75; kwartaalf 1,50plusf 0,15 incasso. Losse nrsf0,15; Postgiro 21876; Gem giro V 4500; Adm. N.V. De Arbeiderspers, Hekelveld 15, Amsterdam-C; Postbus 800

Mensen en machten

Mr et bijzondere belangstelling lees ik I altijd het verloop van de wethou-I dersverkiezingen. Nu weet ik wel, Ldat velen zich een beetje geërgerd af keren van al dat zetelgedoe. Zij hebben ongelijk. Zij miskennen de grote betekenis van het feit, dat in de democratie zo maar, open en bloot, onderstreept door journalistiek commentaar, mensen en machten, zoals ze zijn, voor het voetlicht treden. Er is geen sprake van een broeierige sfeer, vaak eigen aan de strijd om functies achter de coulissen van het ambtenaarlijke leven en in de bedrijven. Wat naar voren komt is wat in ons volk leeft. En wij moeten dat zien, opdat onze zelfkennis vermeerderd wordt. De openbare wethoudersverkiezing is een der zegeningen van de democratie. Misschien is er, alles overziende, wel ruimte voor de opmerking, dat ons volk in zijn gemeentelijke vertegenwoordigers wel erg gematigd, hoffelijk en betrekkelijk onbaatzuchtig is. Ten slotte zijn er 100 nieuwe colleges gekozen en slechts in hooguit (het zuiden meegerekend) een vijftigtal gemeenten is er werkelijk een beetje spul geweest.

Het boeiende van het geheel is, dat het bij deze verkiezingen op grote schaal tegelijkertijd om mensen en om machten gaat.

Het gaat om mensen. Voor vijf jaar ditmaal hebben de leden van 1000 gemeenteraden ongeveer 2200 mannen en vrouwen (van deze laatsten overigens niet meer dan 10) uitverkoren om naast de burgemeester de publieke zaak van dag tot dag te behartigen. En, laten wij goed begrijpen, zij doen dat niet als een winstgevend bedrijf. Meet men de verantwoordelijkheid, die deze mensen hebben aan de beloning, die zij er voor krijgen, dan is dat in de ogen van mensen die in het bedrijfsleven werken, eenvoudig belachelijk. Dit betekent, dat over het algemeen slechts een bepaald type zich tot aanvaarding van deze functie aangetrokken voelt. En ook aanvaard kan worden. Men moet strikt onomkoopbaar zijn, men moet plezier hebben in details. Men moet achtergronden en strekkingen van allerlei voorstellen en plannen minstens snel vermoeden. Men moet geduld en uithoudingsvermogen hebben. lemand, die gauw geïrriteerd is, krijgt ruzie met Den Haag en met de ambtenaren en die deugt er dus niet voor. Het gevaar is, dat tot deze functie mensen worden aangetrokken voor wie geldelijk gewin wel is waar niet aantrekkelijk is, maar die genieten van het be-

zitten van macht. Een beetje geldingsdrift is ook weer niet erg, maar wanneer het bepaald machtsbegeerte wordt, dan loopt het op den duur spaak. En als het dan ook ergens spaak loopt, is het vaak, omdat de geldingsdrift van een bepaald persoon te groot was. Dat wordt vaak niet onderkend, omdat men in de politiek zo heerlijk het verlangen naar persoonlijke macht kan hullen in een camouflagepak, nl. dat van de strijd voor bepaalde beginselen.

Met deze mensen nu, van deze kwaliteit en met deze verleiding, moet Nederland het doen op het grondvlak van het bestuursapparaat. Zij moeten de gemeentepolitiek bedrijven. Zij moeten gestalte geven aan de vaak tegenstrijdige politieke wil van de bevolking, tot uiting gekomen in de verschillende politieke partijen.

Welke tendens ontdekken wij daarin? Men weet, dat de Party, van de Arbeid dit jaar er een 200 raadszetels bij gewonnen heeft. Onvermijdelijk was het, dat deze partij dus op vele plaatsen aandrong op meer wethouderszetels.

Dit is nergens van harte gegaan. Soms waren de aanspraken van de P.v.d.A. aanvechtbaar. Maar ook dat is een boeiend element in het geheel; er ligt in deze dingen iets van de sfeer van de bridgetafel. Het komt er maar op aan, hoe de kaarten verdeeld zijn en wat de tegenpartij in handen heeft.

Over het algemeen kan men zeggen, dat met het naar voren komen van de Partij van de Arbeid de weerstand zich verstijfde en deze de andere partijen op één hoop dreef. In Den Haag was dat het geval, waar de P.v.d.A. slechts 2 van de 6 wethouderszetels kreeg op 16 raadsleden, terwijl reeds in 1949 Amsterdam, waar toen minder leden van deze partij, nl. 14, in de gemeenteraad van 45 zaten, er drie socialistische wethouders waren. Het grote verschil tussen deze twee plaatsen was, dat hier de communisten in het kaartspel als blinde functionneerden. Ze speelden niet mee, maar hun kaarten telden toch. En de communisten hebben nu eenmaal in Amsterdam meer zetels dan in Den Haag.

In Den Haag bleek het, dat de protestants-christelijke fracties liever een r.k. dan een P.v.d.A.-wethouder hadden. Omgekeerd in Delft: daar steunden de prot.-christelijke fracties de P.v.d.A. tegen de r.k. in hun streven om, ondanks zetelverlies, toch twee zetels te behouden. Dat ging intussen in Alkmaar niet op. De P.v.d.A. wilde daar

haar twee wethouderszetels behouden. Zij was bij de gemeenteraadsverkiezing vooruitgegaan en zag geen enkele reden, waarom zij er nu een moest afstaan. Toch vormde zich een falanx van tegenstanders en de P.v.d.A. kreeg haar zin niet. Ook de éne gekozen socialist bedankte.

Soms speelt de politieke overtuiging van de burgemeester daar een rol bij. Meestal tellen degenen, die er voordeel bij hebben, hem er niet bij en wie wat winnen wil, rekent hem wél daartoe. Ook dat is een interessant probleem. Ik ben geneigd hier getrouwelijk de bedoeling van de Grondwet te volgen en hem als niet-politiek figuur te beschouwen.

Blijkbaar is dat in Amersfoort niet zo gezien, anders waren daar geen 2 prot.-christelijke wethouders voor 8 zetels gekozen tegen één P.v.d.A.-man voor 11 zetels.

Zo zouden wij nog een hele tijd kunnen doorgaan. Overal liggen de zaken weer even anders, overal moet men rekening houden met de menselijke factor in de machtsverhoudingen.

Nu beweert men wel in de eerste plaats dat de gemeentebesturen niet zo bar veel ruimte voor eigen initiatief hebben, en in de tweede plaats dat er veel kwesties zijn, waarbij partijpolitieke beslissingen niet ter zake doen, maar men doet goed deze bewering, graag in „Elsevier”-kringen gelanceerd, met een korreltje zout te nemen. Het komt toch steeds op de richting van het streven aan. Maar juist bij het gemeentebestuur blijkt het steeds -weer streven van mensen te zijn. Eki indien ergens, dan luistert het hier zeer nauw, of de gemeentebestuurders voor zich zelf niet alleen het programma en de macht van een partij achter zich hebben, maar of zij in hun persoon, in hun wijze van zijn, bij de ontvouwing van hun motieven medebouwend aan de gemeenschap zijn. Heel veel successen van de democratisch-socialistische beweging op dit vlak zijn geboekt doordat de man of de vrouw die wethouder was, gestalte gaf aan een zedelijk-geestelijk willen, dat eerbied afdwong vanwege waarachtigheid, onbaatzuchtigheid, moed en visie.

In het spelen met cijfers, in het pleiten voor maatregelen, in het nemen van beslissingen mogen vooral democratische socialisten dit niet vergeten. Het is niet vreemd, dat juist gemeentebestuurders van socialistischen huize, buitenkerkelijk van origine, meermalen sterke behoefte bleken te hebben aan een ontmoeting met de wondere kracht van het Evangelie.

Laten wij niet vergeten, dat machten met mensen kunnen spelen. De omgang met het Evangelie doet de Macht kennen, die deze machten in toom houdt.

Dit zij ons woord aan het begin van een nieuwe, ditmaal vijfjarige wethoudersperiode.

L. H. R.