j den Heer I behoort de aarde i \ en haar 1 \ volheid. > Psalm 24 ; 1 Z'

Tyd en Taah

WEEKBLAD VOOR EVANGELIE EN SOCIALISME VERSCHIJNT 50 MAAL PER JAAR 52STE JAARGANG VAN ~DE BLIJDE WERELD

Redactie: ds. J.J. Buskesjr. ds. L. H. Ruitenberg dr. J. G. Bomhoff Redactie-Secr.: Roerstraat 48* Amsterdam-Zuid Telefoon 724386 p/a dr. J. G. BomhofiF Vaste medewerking van prof. dr. W. Banning J. Hulsebosch H. van Veen dr. M. V. d. Voet ds. H.J. deWijs Mej. dr. M. H. v. d. Zeyde e.a.

-mmt per jaarj 5,-; halfjaar f 2,75; kwartaalf 1,50 plus f 0,15 incasso. Losse ms f 0,15; Postgiro 21876; Gem. giro V 4500; Adm. N.V. De Arbeiderspers, Hekelueld 15, Amsterdam-C; Postbus 800

DE SCHATKAMER OPEN!

Als tekst voor de Nieuwjaarspreek in T. en T. kies ik een woord van prof. Snouck Hurgronje, dat ik vond in het boekje van prof. Wertheim: „de Mensheid op Avontuur”. Dit woord: „Elk nieuw tijdperk in de beschavingsgeschiedenis noodzaakt een godsdienstige gemeenschap een algemene herziening van de inhoud van zijn schatkamer te ondernemen.” Het woord is al van 1916 en geschreven met het oog op het mohammedanisme ik geef het gaarne bij het begin van 1954 door aan allen, die in Nederland op één of andere post ploeteren om de levende kracht van het christelijk geloof in dit tijdperk onzer geschiedenis concreet te maken. Wat houdt het in?

Voor ons is „geloof” in eerste instantie: kracht, die uit eeuwige Bron, uit God, ons toestroomt, opdat het leven worde gelouterd en geheiligd. Wij, mensen,strijden onze strijd persoonlijk, sociaal, politiek, cultureel in de tijd, maar wij weten van de levende werkelijkheid Gods in de eeuwigheid, en daarmee is het grote thema van alle waarachtig leven, ook in de geschiedenis, gegeven. Aan het begin van de geschiedenis van het christendom staat de centrale figuur van Jezus Christus: in Hem stroomt kracht van God de wereld der mensen binnen, en dadrom heeft men verwonderd gestaan of zich geërgerd. Nu is het met de grote wereldgodsdiensten, die dus bij een bepaalde cultuur behoren en een geschiedenis van enkele eeuwen achter de rug hebben, telkens zó, dat de gegrepenen uit de eerste periode worden begeleid en later opgevolgd door de denkers en de organisatoren, door theologen en kerkvaders, die het nieuw geschonken leven formuleren in begrippen, en zo de schat doorgeven aan volgende geslachten. Maar deze volgende geslachten hebben hun eigen, andere, problemen, omdat maatschappij en cultuur voortdurend in beweging zijn, en er andere noden komen, waarop een antwoord moet worden gegeven. Dan moet de „schatkamer” worden „her-

zien” ik zou het liever zó zeggen: dan moet het waarachtige leven zijn kracht bewijzen door in de nieuwe noden de oude rijkdom te bewijzen. Om nu maar direct in onze eigen tijd te springen: er zijn twee alle andere overschaduwende problemen, waarmee het leven, de ziel van de hedendaagse mens zijn gemoeid, en die een vroegere periode nooit zó heeft gekend. Dat is het probleem van de geïndustrialiseerde arbeid en dat van de totalitaire oorlog. Ernst Jünger symboliseert ze in een boekje: „Het woud als toevlucht” als: de Arbeider en De Onbekende Soldaat. Het socialisme is in West-Europa de beweging, waarin geworsteld wordt om de mens in de arbeider. Om de mens te redden zal het militair geweld moeten worden getemd en gebroken. Dat zijn de alles beheersende noden van dit tijdvak, die geen andere periode zo heeft gekend. Nu is mede onze worsteling, om de levende kracht van het Evangelie te doen functionneren in deze problematiek van nu.

Dat is principieel iets anders dan „aanpassing”. Van een bepaald gezichtspunt gezien is „aanpassing” helemaal niet kwaad integendeel. Wie van het land verhuist naar de stad, wie van Jong meisje getrouwde vrouw wordt, wie met emeritaat of pensioen gaat, zij beoefenen allen met min of meer succes „aanpassing” aan nieuwe omstandigheden. Maar wanneer het probleem: christendom-moderne maatschappij aan de orde is, gaat het toch om iets anders: dan moet de schat van eeuwen, dan moet het leven uit God, als de creatieve, reddende kracht worden beleefd en erkend, en moet er radicaal hetgeen hier betekent: in simpele gehoorzaamheid ja en neen worden gezegd. Het verleden is natuurlijk niet meer goed te maken of over te doen maar het blijft nog steeds diep te betreuren, dat de kerken in de 19e eeuw niet neen hebben gezegd tegen de kapitalistische practijk en het kapitalistische stelsel, maar zich hebben aangepast. Daaraan denkende, is het

als een enorme stap vooruit te zien, dat de in de Oecumene samenwerkende kerken thans „de verantwoordelijke maatschappij” als doel stellen tegenover kapitalisme en dictatoriaal communisme. Hieraan wordt duidelijk, dat men bezig is de schat van het verleden levend te maken voor het heden. In die richting moet ook de worsteling gaan met het geweldsvraagstuk: „aanpassing” zonder meer is niet minder dan verraad.

Nog een derde opmerking, die overigens helemaal niet nieuw is. Het blijkt telkens en het is één van de gróte dingen in de wereld van de kleine mensen dat als men bezig is met dit fundamentele werk: de schat van het verleden levend te maken voor het heden, de oude tegenstellingen tussen links en rechts eenvoudig niet meer bestaan. Natuurlijk: er zijn er, links en rechts, zó druk bezig met hun oude posities en formuieringen te cultiveren, dat zij voistrekt onvruchtbaar worden. Anderzijds: als de schrijnende nood en het dreigend gevaar van het huidig maatschappelijk bestel mensen in hun christelijk geweten rdakt, dan zullen zij natuurlijk nog wei te herkennen zijn aan hun afkomst (de één komt uit de hoek van Abraham Kuyper van 1891. een ander uit het Hersteld Verband, een derde is gewekt door de rode dominees van de Blijde Wereld), maar dan is bij allen verwonderde vreugde: omdat één sterk positief begeren samenbindt. Het begeren nl. om het Evangelie te beleven als kracht voor de noden van vandaag. Ik heb meer dan eens uiting gegeven aan een critiek op het emperisch christendom van heden, óók op de empirische theologie van links en rechts: ziet men dan niet, dat wij allen te zamen, van welke kerk of theologische richting ook, geoordeeld worden aan wat wij opbrengen aan genezende kracht voor de geschonden mens en de verraden menselijkheid van vandaag? Laat mij het vandaag positief mogen zeggen: de betekenis van het christendom voor de toekomst hangt af van het levend maken van de schatten van het verleden. Die betekenis hangt niet af van een zegepraal van links of rechts of middengroep. Wel misschien hangt zij samen met de geduldige arbeid en gehoorzame toewijding van allen samen aan wat prof. Snouck Hurgronje formuleerde als de taak van een godsdienstige gemeenschap in een nieuw tijdperk der geschiedenis.

Voor ons betekent dat een practische arbeid naar twee kanten: naar die der socialistische niet-christenen om de scheppende en verlossende kracht van het Evangelie te laten zien als leven; naar die van de ernstige christenen, om te tonen dat het socialisme concrete oplossingen biedt voor de sociale vraagstukken. Beide kanten hangen wezenlijk samen beide kanten zijn allesbehalve eenvoudig.

Een goed jaar, makkers! W. B.