VOGEL Ik heb het onverwacht gemerkt: ik houd een vogel levend gevangen, soms midden in mijn bezig werk drukt hij z’n vlerken aan de stangen.

Ik weet: ik moet hem vrijheid geven, dat ik zijn vlucht niet keren kan, ik voel zijn hunkering in mij leven, het diepe ademen, nu en dan.

Hij zal z'n eigen weg wel vinden, reeds is het rotsnest hem vertrouwd, dat ontoegankelijk bij hoge winden, in sneeuw en stilte is gebouwd.

Maar wat moet ik hier nog beginnen, als hij eenmaal vervlogen is, die nu nog veilig bij mij binnen, DIRK JORRITSMA sluim’rend mijn droom, mijn eigen is?

moeten instellen. Nog nooit heeft een man die voor anderen geen reclame mocht maken het zo prachtig voor zich zelf gedaan. Hij gaf lepeltjes, asbakken en kalenders cadeau, en het duurde niet lang of hij verlootte gehele serviezen onder de hossende menigte. De andere grutters bepaalden zich tot het verbeteren van het peil van hun feesten; een van hen echter kon niet nalaten voor z’n winkel een met groene zeep besmeerde mast met hammen en koektrommeltjes bovenin op te stellen.

De enkele mensen waarover ik het straks had, en die meenden dat het verband tussen grutten en politiek op een ander vlak lag, vonden het wel een beetje erg. Vier maal sleetjerijden, volksdansen en mastklimmen is wat veel. Zij vonden een volksfeest wel leuk, maar ze koesterden tegen deze feestviering bezwaren; vooral toen er vier fanfares tegen elkaar in begonnen te spelen. Ernstiger nog vonden ze het dat nu aan beide zijden van de straat een luidruchtig protesterende groep melk-, groente-, kolen-, petroleumboeren en een zandzeepsodamannetj e stonden.

Tijl Uilenspiegel, die het de vorige middag zeer druk had gehad met aan de dochter van z’n herbergier het hof te maken, was de stad ingegaan. Hij mopperde: het doorwaden van een halve meter sneeuw is uiterst vermoeiend. In ’n zeer slechte stemming arriveerde hij bij de Gruttersdwarsstraat. Z’n eerste opwelling was, zich tussen de dansenden te werpen, maar alras begreep hij dat de toestand meer mogelijkheden bood. Bovendien ergerde hij zich aan het feit dat al die boeren en mannen met hun wagens in de kou stonden.

Hij leende ergens ’n schop en begon de sneeuwhopen in ’t midden weg te ruimen. Dat ging natuurlijk niet zonder wat sneeuw op de voetpaden te gooien, doch hij meende dat straks iedereen maar in ’t midden moest lopen.

De vier grutters waren ten zeerste in hun wiek geschoten over dit initiatief. Zij beweerden dat de klant koning was hetgeen men niet altijd kon merken aan de kwaliteit van hun erwtjes en dat de paden vrij moesten blijven. Daar ze Tijl echter reeds bijna halverwege de straat zagen bulldozeren begrepen ze dat er snel iets moest gebeuren. Ze stuurden een knecht naar de magistraat.

Even later verscheen de voltallige vroedschap met de schepenen aan ’t hoofd en de schout met z’n rakkers in de achterhoede bij wijze van militair machtsvertoon. Een van de schepenen tikte de wel wat al te ijverig doorscheppende Tijl op de schouder en vroeg naar z’n vestigingsvergunning. Tijl kon echter slechts een visakte tonen en derhalve maakte de schepen zich gereed hem plechtig de waarheid te zeggen. „Mitsdien het ons voorkomt, dat gij, niet in het bezit zijnde van de in de artikel I van de Middenstandswet omschreven bevoegdheden, de in hogergenoemde wet omschreven bepalingen op fiagrante wijze...”

„Goed jongens.” zuchtte Tijl. „Ik hoor het alweer. Ik hou al op. Maar een ding wil ik u vragen: Wat was er gebeurd als ik had kunnen doorgaan met scheppen?” De raad zweeg en daarom gaf Tijl zelf antwoord. „De straat was vrijgekomen, en de grutters hadden hun klandizie behouden; misschien hadden ze zelfs vrede gesloten en gezamenlijk een beter feest...” „Gezamenlijk?” gaapte de raad. „Zijt gij ervan onkundig, dat hier alles op doelmatige wijze in partijen is georganiseerd?” „Welzeker,” zei Tijl. „Ik heb me zelf ook georganiseerd in een éénmanspartij. Ik zie de zaak niet zo eenvoudig als u denkt. Ik heb geen bezwaar tegen grutters. Ik heb geen bezwaar tegen politieke partijen. Ik heb zelfs geen bezwaar tegen politiek getinte grutters, want ik kan me voorstellen dat men z’n havermout graag bij partijgenoten haalt. Maar ik ga van m’n leven niet accoord met ’n gruttersmentaliteit die zich uit in onverantwoord hevige concurrentie, het verkopen van tweede kwaliteit erwten en het laten liggen van sneeuwhopen... Blijf dan maar zitten met je rommel.”

Hij stelde z’n schop aan de schepenen ter hand, draaide zich om en verdween. Bij de stadspoort liet hij z’n pas zien en daar zette men het stempel „Accoord. Van Putten” erin. Maar met dat stadje was niet alles in orde. Daar staat nog steeds de magistraat met de hem opgedrongen schop in de handen verdwaasd te luisteren naar het kermisrumoer, dat steeds luider weerklinkt tussen de geveltjes. En als het inmiddels niet gedooid heeft, dan is de raad er nog steeds over aan ’t praten wie die sneeuwhopen moet opruimen. C. MH,OT

BENTVELD NIEUWS

De jaarlijkse ledenvergadering van de A.G. der Woodbrookers is vastgesteld op Zaterdag, dus niet zoals voorheen op Zondag, 3 April des avonds te 19.30 uur te Bentveld. Na het Intem beraad van October 1953 waarop we de zorgen openhartig hebben besproken, willen wij thans uitvoerig met elkaar spreken over de gang van zaken, over zorgen en vreugden, en over onze verdere plannen.

Wij rekenen erop dat vele A.G.-leden aanwezig zullen zijn. AGENDA: 1. Opening

2. Notulen. 3. Jaarverslag secretaris over het werk te Bentveld en Kortehemmen; bespreking van het verslag. 4. Rekening en verantwoording van de penningmeester.

5. Bestuursverkiezing. Het aftredende bestuur stelt zich herkiesbaar, uitgezonderd de heer A. Elffers onze penningmeester. Bovendien moet voorzien worden in de vacature J. G. Suurhoff. 6. Zomerplannen Bentveld en Kortehemmen.

7. Verdere cursusplannen. 8. De samenwerking met Barchem. 9. Internationale contacten. 10. Tijd en Taak.

11. Rondvraag. 12. Sluiting. Opgaven voor deelname vóór 27 Maart a.a. aan de administratie v. d. A.G. der Woodbrookers, Bentveldsweg 3, Bentveld. Tel. 26728 (K 2500). De secretaris, A. van Blemen.

LEDENWEEKEND 3-—4 April 1954 Rond de jaarvergadering hebben wij zoals gewoonlijk een ledenweekend geprojecteerd. Wat het programma betreft Is rekening gehouden met de wensen van een aantal leden om niet te veel lezingen te doen houden. Vandaar dat het er als volgt uitziet:

1. Aankomst Zaterdag tussen 16-17 uur. 2. „Zijn plaatselijke groepen gewenst?” een openhartig gesprek over de antwoorden op onze Kerstbrief ontvangen – 0.1. v. A. van Blemen, Zaterdag 17-18 uur. 3. Maaltijd Zaterdag 18 uur.

4. Jaarvergadering Zaterdag 19.30 uur. 5. Ochtendwijding door mej. ds. W. H. Buijs, Zondag 9.45 uur.' 6. Wandeling en/of onderlinge besprekingen. Zondag 11-12.45 uur.

7. Voor de Zondagmiddag zoeken we een kunstzinnige vulling. Wat het wordt blijft een verrassing, Zondag 15-17 uur. 8. Sluiting, Zondag 17.30 uur.

9. Broodmaaltijd, Zondag 18 uur.

Opgave voor deelname vóór 27 Maart a.s. aan de administratie v. d. A.G. der Woodbrookers. Kosten: ƒ4.50, ƒ5.50 of ƒ6.50 per persoon. ★ ★ ★

„Het kind in zijn groei tot mens” Cursus voor Jonge vrouwen van s—lo April ’54

Er zijn maar weinig vrouwen, die niet elke keer weer zwaar de verantwoordelijkheid op zich voelen drukken een klein wezen te mogen en moeten helpen bij het volwassen worden. Des te meer beseffen we die verantwoordelijkheid, wanneer we inzien, dat groeien, volwassen-volgroeid worden maar een fax:et is van het mens worden. Wat is een mens? Hoe word ik zelf mens, hoe kan ik een ander, mij toevertrouwd mensenkind helpen bij dat mens worden? Er zijn zoveel factoren in en buiten de mens die hem a.h.w. in zijn menswording belemmeren. Ook wij, volwassenen, staan dikwijls zonder het te weten onze kinderen in de weg in hun ontplooiing. Die ontplooiing heeft vele facetten, lichamelijke en geestelijke. De A.G. der Woodbrookers heeft van s—lo April in Bentveld een cursus opgezet om de bovengenoemde vragen met een aantal jonge vrouwen en moeders te bespreken. Natuurlijk zal maar een deel van de problematiek van de opvoeding besproken kunnen worden. Kinderen kunnen worden meegebracht.

Naast deze cursus is ook een vacantiecursus opgezet met het thema: „Omgang met mensen”. Deze cursus, die ook voor oudere vrouwen open staat zal de verschillende facetten van het omgaan met mensen (in de theorie en in de praktijk!) behandelen. De hoofdleiding bij beide cursussen heeft mej. ds. W. H. Buijs. De kosten bedragen: ƒlB, ƒl9 of ƒ2O per persoon.

Opgave voor beide cursussen bij de administratie van de A. G. der Woodbrookers, Bentveldsweg 3, Bentveld. Tel. K 2500—26728. De volgende onderwerpen staan op het programma: Cursus voor jonge vrouwen. 3 lessen in kinderpsychologie wrsch. door mevrouw dr. O. v. Andel