KORTEHEMMENNIEUWS

Kortehemmen. Week-end 26—27 Juni 1954

DE GEESTELIJKE EENZAAMHEID

Was het het behandelde onderwerp, de intieme sfeer of de inrichting zelf met haar huishoudelijke staf, die ons na afloop met voldoening en dankbaarheid op dit samenzijn in Kortehemmen doen terugzien? Ik weet het niet precies, maar in elk geval niet direct het buiige najaarsweer, dat ons verhinderde van de mooie omgeving tevens te profiteren en ons dwong binnen te blijven, hetgeen ook alweer zijn voordeel had door een kijkje te nemen in de mooie en ruime bibliotheekzaal.

Het onderwerp „Geestelijke Eenzaamheid” was aantrekkelijk genoeg voor mijn vrouw en mij, die voor het eerst hier waren.

Mocht het jammer gevonden worden, dat drs. Heslinga plotseling verhinderd was te komen, de mij wel bekende mr. J. A. de Jong is niet voor één gat te vangen en bleek een waardig plaatsvervanger te zijn. Diens voordracht op Zaterdagavond: „De eenzaam makende wereld” gaf ons veel te denken. Beginnende met de primitieve mens, levende in een kleine besloten gemeenschap, waarin de geestelijke eenzaamheid in het algemeen geen wortel kon schieten, vertelde mr. De Jong van de grote figuren uit de literatuur en de Kunst (Shakespeare, Rembrandt), die wel hun eenzaamheid moeten hebben gekend; om vervolgens en vooral te komen bij de tegenwoordige mens, de massa-mens, die zich soms, ondanks alle vooruitgang, alle vermaak en alle ontwikkelingsmogelijkheden, zo ontstellend eenzaam gaat gevoelen. Bij de discussie hierover kwam in het bijzonder naar voren de vraag naar het „waarom”. Waarom voelt men, voelt de jeugd zich eenzaam? Geen ideaal meer, geen perspectief in het leven? En ook, diepste aller vragen, „heeft een mens, om volgens een bepaalde zedelijke norm te kunnen leven, een perspectief nodig?

Welk een probleemstelling!

De tweede voordracht werd ingeleid door ds. A. van Santen met „De eenzame mens en wat hem staande houdt”. Vooraf echter een door hem geleide kerkdienst in het zo aardige kleine, in de nabijheid liggende kerkje op Zondagochtend. Heb ik goed geluisterd, als ik zeg, dat ook hier in de preek weer de eenzame mens, David, die de strijd aanbond tegen Goliath, van geen schipperen wilde weten en in gelovig vertrouwen de vrees om hem heen uitbande, even werd getekend?

In de conferentiezaal besprak ds. Van Santen speciaal het boek van prof. dr. Bouman. „De Revolutie der Eenzamen”, en trachtte daarbij ook in het bijzonder de titel te verklaren. Grote figuren werden opgeroepen, die telkens voor de wereld en de mensheid zo ontzaglijk verantwoordelijke beslissingen hadden te nemen en zich dan wel zeer eenzaam moeten hebben gevoeld.

Daarna werden er drie groepen gevormd ter overdenking en bespreking vooraf van een vijftal vragen, die ten slotte in openbare discussie werden behandeld en betrekking hadden op de Geestelijke Eenzaamheid.

Deze nabespreking was m.i. zeer belangrijk; velen namen er aan deel en ongetwijfeld zal ieder nog lang stof tot nadenken hebben, zoals de steller van dit verslagje. D. J.

BENTVELDNIEUWS

DE hedendaagse MENS EN DE SOCIALISTISCHE BEWEGING een zomercursus van 24—28 Juli te Bentveld.

Eén van de dingen waartoe men in de socialistische beweging te weinig komt is het nadenken over de mens. En toch is het juist deze mens, om wie het in het socialisme naar zijn wezen gaat. Het spreekt dat ook uitdrukkelijk uit.

Wil daarom de socialistische beweging in de huidige maatschappij haar functie blijven vervullen, dan zal zij zich met de mens en de mensbeschouwing moeten bezighouden. Met name is het dan ook nodig zich af te vragen hoe de hedendaagse mens in de maatschappij van nu ruimte en vormen vindt, waarin hij zich als mens kan ontplooien. Die ruimte en die levens- en spelvormen mogelijk te maken is één van de taken der socialistische beweging.

Ook aan de mens, die dikwijls uit half bewuste overwegingen al of niet de socialistische beweging kiest, zal duidelijk gemaakt moeten worden, waarom ’t gaat. Degenen, die in de socialistische beweging een bepaalde verantwoordelijkheid weet te dragen of daarin stimulerend zou willen werken hebben zich te bezinnen op deze problematiek; op het leven en denken van de moderne mens en op de vragen die dit aan de beweging stelt.

Een hulp in deze bezinning wil de in Bentveld geprojecteerde zomercursus bieden die plaatsvindt van 24—28 Juli.

Leiding: dr. A. van Biemen, mej. ds. W. H. Buijs.

Programma: 1. Hoe leeft en denkt de moderne mens?, dr. A. van Biemen. 2. De inhoud van het begrip personalisme, ds. J. M. de Jong. 3. De verwerking van het personalisme in het socialistisch denken, ds. L. H. Ruitenberg en J. W. Willems (gevr.). 4. De verwerking van het personalisme in de practijk, prof. dr. ir. W. Schermerhom.

Kosten naar draagkracht: ƒ 18,—, ƒ 19,50 of ƒ 21,— per persoon; echtparen ƒ33,—, ƒ36,— of ƒ39,—.

Het maximumaantal deelnemers bedraagt 35, men geve zich dus spoedig op.

Het is echter ook mogelijk de korte erop volgende cursus De mens in opstand van 28—30 Juli te volgeiiT De kosten hiervan zijn per persoon ƒ 13,—, ƒ 14,— of ƒ 15,—; echtparen ƒ 24,—, ƒ 26,— of ƒ 28,—.

Deze cursus is echter bijna voltekend. Wil men dus laatstgenoemde cursus volgen, dan is zeer spoedige opgave dringend gewenst. Men betale in dit geval ƒ1,50 extra voor de tussenliggende maaltijd.

ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE EN SOCIALE PSYCHOLOGIE I.V.M. OPVOEDING EN ONDERWIJS

Zomercursus van 24—30 Juli 1954 te Bentveld.

Een cursus in de eerste plaats bestemd voor leerkrachten bij het lager, voortgezet lager en middelbaar onderwijs. Zij immers bemerken in de practijk hoezeer juist op dit terrein van de psychologie hun kennis te kort schiet. Betrekkelijk jong in jaren is de wetenschap omtrent de ontwikkelingsfasen van het opgroeiende kind, intussen toch zover gerijpt, dat een verantwoorde visie op deze ontwikkeling te geven is. |

Voor allen, die met opgroeiende en tot volwassene rijpende kinderen te maken hebben is de kennis onontbeerlijk. Aan een enkele universiteit, bijv. Utrecht, wordt het vak gedoceerd; de literatuur erover is in ons land bovendien nog schaars. Op verlangen van een aantal leerkrachten hebben wij deze zomercursus opgezet, in de hoop daardoor aan dit tekort althans enigermate tegemoet te komen.

Het maximumaantal deelnemers bedraagt 40, zodat spoedige aanmelding voor deelname ten zeerste gewenst is, wil men de mededeling „geen plaats meer” voorkomen.

Leiding: dr. A. van Biemen, mej. ds. W. H. Buijs.

Programma (in grote trekken): De weg naar volwassenheid in primitieve culturen; Sociologische aspecten van de menselijke groei, beide ingeleid door drs. E. H. de Waal; Grondprincipes van het menselijk functionneren,. drs. A. G. Dekker; Hoofdperioden in de ontwikkeling van het kind, door een kinderpsychiater; gevraagd is dr. M. Stibbe. Wat hebben deze inzichten didactisch te betekenen; de schoolklas als groep, drs. G. Wieringa.

Kosten naar draagkracht: ƒ 37,50 of ƒ 40,— per persoon; echtparen: ƒ7O,— of ƒ75,—. De middagen zijn vrijwel alle vrijgehouden voor vacantiegenoegens.

Opgaven voor deelname zende men aan de Administratie van de A.G. der Woodbrookers, Bentveldsweg 3, Bentveld. Tel.: K 2500—26728.

NA DE KIRCHENTAG IN LEIPZIG Conferentie voor predikanten van Zondagavond 18 Juli tot Maandagavond 19 Juli a.s. op „Den Alerdinck” te Laag-Zuthem bij Heino. Thema: Weest blijde in dé hoop. Inleidingen: ~De Kirchentag. Arbeid, wereld en techniek. Het platte-- Sprekers: mej. da. K. van Dnmmelen, s. . C. van der r ner. Kosten ƒ6, ; echtpaar /10, . Opgaven aan de administratie.

pjgj. vormingscentrum „De Vonk” te Noordwijkerhout vraagt een loiHcfroi* IGIOSICr voor handenarbeid en één of meer der volgende activiteiten; toneelspel, stofbewerking, sport en spel, volksdansen. functie is intern ' „„ figg "\nlSht!n|en van De' vonk” te Noorüwijkernou .

LEESTAFELNIEUWS

Edgar Allan Poe: Fantastische vertellingen, vertaald door André Noorbeek, Spectrum, Utrecht 1953, 251 blz. ƒ1,25.

Het werk van deze Amerikaanse schrijver (1809— 1849) staat aan de ingang van de moderne romankunst. Het is niet alleen het begin van de detectiveroman, maar ook van de thriller, het griezelverhaal, maar ook van de roman, die verslag uitbrengt over droom en hallucinatie. Verbazend hierbij is, dat de man die het eerst deze kunstvormen ontwierp, het tevens zo volmaakt deed, dat hij wel geëvenaard, zelden overtroffen werd. Deze verhalen moet ieder lezen die zijn smaak en onderscheidingsvermogen wil oefenen bij de lectuur van de moderne roman.

A. Tsjechow: Zaal 6. Vertaald door M. Budimir en Th. J. v. d. Wal, uitgave L. J. Veen, Amsterdam 1953, 228 blz. ƒ4.90.

itfJO, Ul-Ci. J T,J7W. Deze Russische schrijver (1860—1904), vooral bekend om zijn toneelstukken en korte verhalen, is tegenwoordig meer dan ooit, nationaal en internationaal in de mode, en men kan hier slechts mee instemmen. De vier in dit boek geboden verhalen zijn, vooral het eerste, uitstekende voorbeelden van zijn eigenaardige kunst, die eerder een emotie of een stemming analyseert, dan een verhaal voordraagt. De openbaring van het menselijk tekort is de weemoedige, nimmer aangezette grondtoon bij deze verteller, die zijn fundamenteel pessimisme camoufleert achter een warme menselijke belangstelling en een nimmer aflatende deernis met de stakkers, die soms opvlamt tot een fel verzet tegen de profiteurs en uitbuiters. Deze grijze kunst, van pasteltinten en schemerige lijnen, zij ieder aanbevolen!

Arthur van Schendel: Jan Compagnie. Uitgave Spectrum, Utrecht 1953, 221 blz. ƒ 1,25.

Om met v. Schendel kennis te maken is dit misschien, juist voor jeugdige lezers maar niet voor hen alleen, het meest geschikte boek. Van Schendel kon dat: schijnbaar onbewogen schrijven over een zeer bewogen tijd. Jan de Brasser, een schamele Amsterdamse volksjongen die naar de Oost trekt, in de begintijd der Oost-Indische Compagnie, en als rijk geworden koopman terugkomt, is het onderwerp van dit historisch verhaal. Heel de kunst van v. Schendel is er aanwezig: zijn prachtige, lichtelijkarchaïserende stijl, zo rustig en evenwichtig, zo kalm en zo vloeiend, zijn suggestieve beschrijvingskunst (vooral van oud-Amsterdam in het begin en einde van dit boek) maar ook zijn gemis aan spanning en dynamiek.

Fedde Schurer; Bonlfatius. Historisch spel in drie bedrijven. Friese en Nederlandse tekst. Uitgave drukkerij Laverman, Drachten 1954, 122 blz. ƒ 4,75. Misschien niet als drama, maar als een fraaie stiiering van een groot historisch gebeuren is dit spel van Fedde Schurer zeker geslaagd. Niet iedereen komt er toe een ernstige studie te lezen over wie Bonifatius was en wat hij deed, maar een dergelijk historisch spel plaatst ineens omgevmg, tijd en persoon voor ons, terwijl de afwisseling der taferelen een spannend geheel vormt, de fantasie bezig houdt en gelegenheid geeft tot boeiend toneelspel. Ik hoop dat dit stuk bij opvoering veel succes zal hebben. Een klein bezwaar: de gang van het stuk brengt mee, dat het eigenlijke van de evangelische boodschap, die Bonifatius bracht, niet helder tot zijn recht komt. Ten overvloede: het beste boek in het Nederlands over Bonifatius, dat ik ken is: dr. W. Lampe O.F.M. Willebrord en Bonifatius in de Patria-serie.

Er is een aantrekkelijke prentbriefkaart verschencni Bonifatius predikend. Uitgave Van Gorcum, Assen, ƒ0,07 per stuk; bij aantallen goedkoper. J- G- B.

[ivrnpilprslevenskunst. Een boek voor ën over moeder met als ondertitel Moeder, wat maakt u van uw gezin? Uitgave; La Rivière en Voorhoeve te Zwolle, z.j. ƒ 4,95. Dit boek, geschreven door negen vrouwen en één man, in orthodox-protestantse geest, biedt veel op de praktijk ingestelde raad voor een goed christelijk gezinsleven.

De meester-verteller, W. G. v. d. Hulst, spoort aan minder te breien en te poetsen en meer te vertellen, Jo Kalmijn behandelt Het gevoel voor het schone. Ook over muziek, planten, dieren, verhouding jongens en meisjes wordt veel gezegd, dat practisch toe te passen is. Jkvr. Wttewaall van Stoetwegen schreef een boeiend hoofdstuk over De liefde tot zijn land is ieder aangeboren. De behandeling door mevr. Bouman-Eringa van Huwelijksproblemen stelde me teleur. De schrijfster constateert dat de moderne mens doodsbang is om natuurlijk te zijn. Angst is de achtergrond van kinderbeperking. We moeten de sprong wagen, volgens de schrijfster, van de angst naar de vreugde. „God, die ons in vrijheid stelt, zal ons zeker duidelijk willen maken, wanneer en hoe wij ons mogen inbonden, waar en wanneer en hoe wij ons mogen laten gaan.” Met alle respect voor dit sterke Godsvertrouwen. meen ik toch dat „Verstandig Ouderschap” hier ook besproken had moeten worden. R. B. V. R.

Druk N.V. De Arbeiderspew Amsterdam