GEIST DER FREIHEIT

De bekende protestantse Konsitorialrat Eugen Gerstenmaier, een van de zeer weinige leidende figuren van de résistance in het derde rijk die nog in leven zijn, heeft in Dusseldorp voor een groep genodigden de verzetspogingen van anti-Hitlerse Duitsers tegen aanvallen van velerlei aard moeten verdedigen. Zo ver is het dus weer...

En ook de mannen van „20 Juli” werden en worden in Duitsland soms op de meest infame wijze aangevallen. Sommigen noemen hen „handlangers van het Kremlin,” dnderen spreken van hen als van „dwaze reactionnairen,” voor velen zijn zij laffe landverraders. Ongeveer 70 publicaties met als onderwerp de „Putsch van 20 Juli 1944” zijn tot nu toe verschenen. Het eerste afgeronde en voor zover mogelijk objectieve beeld van de mannen en de achtergronden van deze tegen het nazi-regiem gerichte opstandige beweging, werd echter pas door Eberhard Zeiler gegeven, die in zijn „Geist der Freiheit” het hoe een waarom van deze merkwaardige en tragische poging tot het omverwerpen van het Hitlerse systeem onderzoekt.

Daar zijn dan de mannen, die van Hitler niets goeds verwachtten: Generaloberst Ludwig Beek en zijn vrienden, geboren tussen 1880 en 1890, groot geworden in het keizerlijke Duitsland, hoge officieren in de eerste wereldoorlog, conservatief en vijandig gestemd jegens de zwakke republiek van Weimar. Daar zijn generaal von Witzleben en Generalmajor Hans Oster (die de Nederlandse regering op de hoogte bracht van de Duitse inval op 10 Mei 1940), Canaris, Moltke en von Kleist, von der Schulenburg en von Treskow, Olbricht, Hassell, York, Popitz, von Stauffenberg, Gördeler, Leuschner, Leber, Mierendorff en vele anderen: nationalisten en socialisten, aristocraten uit de eerste families van het land. Sommigen waren drager van het „Ridderkruis”. Velen kenden West-Europa, hadden in Engeland gestudeerd, wisten dat er cultuur was „ook” buiten Duitsland... Zij allen gaven om kunst, en van Graf von Stauffenberg wordt zelfs gezegd: „Er lebte aus der Dichtung.” Hij werd vooral door Stefan George en zijn werk beïnvloed.

Tot 1938/’39 volgden zij en Ik doel voornamelijk op officieren en niet op figuren als Leuschner, Leber en Mlerendorff de „Führer”. De jongeren meenden hem te moeten helpen, om een „Pruisisch socialisme” op te bouwen. De eerste teleurstellingen kwamen In ’3B/’39: Jodenprogroms en de dreigende oorlog: twee redenen om zich van Hltler te distantiëren.

Toen de oorlog uitbrak, vergaten velen hun bezwaren tegen het nazisme. Als belangrijke functionarissen deden zij dienst in het leger. Tot 1942/’43. Tot zij beseften, dat hun Führer een Führer naar de afgrond was.

En nu doet zich de grote vraag voor: Zouden zij, de „Putschlsten van 1944”, niet met Hltler mee zijn gegaan tot het einde toe, Indlen zij de overtuiging hadden gehad, dat dit geen „bitter” eind voor hun land

zou worden? Verlieten zij Hitler, omdat Duitsland moreel of omdat het militair ten onder ging? Deze vraag valt moeilijk te beantwoorden; te veel motieven spelen in deze kring een rol, en bij velen zijn de twee hoofdmotieven te zeer in en door elkaar geweven. Hun politiek program was hooggestemd, idealistisch, utopistisch soms; uit het werk van Nietzsche en Burckhardt, Grtega y Gasset en Bernanos haalden zij hun ideeën. Duidelijk echter staat op de voorgrond de wil om te komen tot een „christelijke vernieuwing” in een op sociale rechtvaardigheid en individuele vrijheid gegrondveste staat. Van een nieuwe regering zou de socialist Leber of de Duits-nationale Gördeler Rijkskanselier worden. Na de vurig verwachte overwinning op de nazi’s zou men met de geallieerden onderhandelen en een eind aan de oorlog maken. Men stelde proclamaties voor „na de overwinning” samen en moest constateren, dat het bijzonder moeilijk was „nach jahrelangem Missbrauch aller auf Volk und Vaterland bezüglichen Rede eine echte schlichte Sprache zu finden.”

De mannen van de 20ste Juli, hoe zeer zij van elkaar verschilden, bezaten moed en doodsverachting. Zij wisten, dat er geen middenweg was. Overwinning of dood. Mierendorff zeide in ’43 tegen vrienden: „Von jetzt ab geht es nur noch aufwarts: zum Sieg oder an den Galgen.”

De galg wachtte hun. De 20ste Juli 1944 kostte 5000 mensen. Duitsers die het Duitsland van nu node kan missen. Naïeveteit, aarzelingen en organisatorische fouten werkten samen, om nadat de aanslag op Hitler was mislukt heel die onderneming

tot een afschuwelijke mislukking te maken. Terwijl In Parijs alles volgens plan was verlopen en door de „Putschlsten” de 1200 man SS en SD reeds waren gearresteerd, was In Berlijn de zaak al verloren. Welke tragl-komlsche bijzonderheden komt men tegen, wanneer men zich In een en ander gaat verdiepen. Een SS-rapport vermeldt bijv.: „Die stellvertretenden Generale (die tot de „Putschlsten” behoorden) begaben slch (op 20 en 21 Juli ’44) gerade zu dem und frugen den um Rat, den sle In erster Linie festnehmen sollten, namllch die Oaulelter.”

Lafheid valt alleen bij een enkel klein mannetje als majoor Remer en bij de hooggeplaatsten als de maarschalken von Kluge, von Bock en von Mansteln te constateren. Indien „de anderen” de overwinning hadden behaald, zouden zij zonder meer hun Führer, voor wie zij minachting hadden, de rug hebben toegekeerd. Zij en In het bijzonder von Rundstedt waren en bleven slaven en aanbidders van de macht.

Op ontzettende wijze nam Hltler wraak na de 20ste Juli. De eerstvolgende weken was voor hem het door de bloeddorstige Frelsler gelelde proces tegen de opstandelingen van meer belang dan heel de oorlog. Om de paar dagen ontving hij niet alleen Frelsler, maar ook de beul, die hem tot In details moest berichten, hoe de slachtoffers ter dood waren gebracht. En Hltler zelf beval, dat zij op de meest weerzinwekkende wijze vermoord moesten worden...

Waren zij geslaagd, was aan de ln plaats van In Mei 1945, reeds In Juli 1944 een eind gekomen, dan waren steden als Dresden, München, Bremen, Hamburg, Frankfort a.d. Maln, Neurenberg, Brunswick, Stuttgart meer of minder Intact gebleven, dan hadden heel wat mensenlevens bulten, maar ook In Duitsland gespaard kunnen blijven. Gedurende de laatste 9 oorlogsmaanden zijn meer Duitsers dan In de eerste 59 maanden van September 1939 tot Juli 1944 omgekomen. Indien de mannen rond von Stauffenberg, Beek en Leber een nieuwe regering hadden kunnen vormen, zou het einde van het derde rijk niet uitsluitend aan de activiteit der geallieerden, maar ook aan die van Duitsers, te danken zijn. En dit zou voor Duitsland en de wereld veel kunnen betekenen.

H. WIELEK

IS DE FILM GEVAARLIJK?

Wat hierboven staat behoeft enige nadere toelichting: is de Wild-West-film gevaarlijk, en is zij dat voor een bepaald soort jeugd. Bijvoorbeeld voor de jeugd in Den Haag verzameld rondom de Boekhorststraat, of in Amsterdam rond de Nieuwendijk?

In mijn schooljongensjaren heb ik met een vriendje, waarvan heus nog wel iets terecht gekomen is, tersluiks op vele vrije middagen van dit soort films gezien. O.m. een hele serie er waren toen nog „vervolgfilms”, in de tijd van de „stomme” „Vampier-films”. In de Witte bioscoop op het Damrak, waar nu de Cineac is. De moorden, die daar in li uur gebeurden, waren gewoonlijk niet te tellen. Ze werden bovendien smakelijk aangekondigd en toegelicht door een explicateur. En, wüt er ook in ons on- of onderbewuste van moge zijn achtergebleven, welke verholen agressies dientengevolge ook in mij kunnen huizen,

ik heb nooit het gevoel gehad, dat dit soort films ons psychisch heeft beschadigd. Al zegt het niet alles, met kinderrechters en andere kadi’s kwamen wij nimmer in aanraking en er is dan ook nooit vastgesteld, dat de film ons prille gemoed in de wortel heeft aangetast.

Ik zou daarom willen zeggen: de wildwest-film is niet zo schadelijk als men soms meent, mede op grond van de geconcentreerde doses, die beeldromannetjes e.t.q. daarvan geven. En dat niet, nu in zo’n film goed en kwaad gewoonlijk in een zeer eenvoudig schema tegenover elkaar worden gezet, waarbij de misdadiger zijn gerechte straf ontvangt en ten slotte de wreker van alle kWaad als overwinnaar van het witte doek verdwijnt. Gevechten, revolverschoten, wilde ritten op nog wilder paarden, of tegenwoordig dan in auto’s of zelfs vliegmachines, komen alleen maar tegemoet aan de remmingen, waaraan de jeugd