nummertje waarschuwende economische beschouwingen wordt gegeven. De uitkomsten van het bedrijf waren en bleven goed. Ook van het gehele Nederlandse bedrijfsleven. De redactie laat zien wat de fabriek presteert op de technische markt. Producten van grote waarde, modern, grote afzet in binnen- en buitenland. Het bedrijf breidt zich steeds uit en is er veel en veel beter aan toe dan in de bekende sisperiode van vóór 1940, onder anders georiënteerde regeringen. Maar het blad put zich uit in critiek op de huidige regering in Nederland, die al maar ingrijpt en een nivelleringspolitiek voert.

„Onderdrukte volken (citeert het blad) die gisteren nog voor de vrijheid pleitten, worden tot onderdrukkers van anderen op de dag zelf van hun bevrijding (en vervolgt dan zelf). Met een kleine variatie kan men dit ook van de toonaangevende politieke meerderheid zeggen, die „bezit” en bedrijfsleven in een greep houden, die veelal niet voor die van welke bezetter ook onderdoet.” (Cursief van ondergetekende.)

Het beweert dan dat als gevolg van dat regeringsbemoeien een stijgen op de maatschappelijke ladder vrijwel wordt uitgesloten, terwijl tijdens de vrije economie er vele kleine en grote bedrijven zich konden ontwikkelen (het grote aantal faillissementen wordt niet genoemd!) en sparen nog mogelijk was en zin had, wordt dat nu door geldbederf geneutraliseerd, etc. etc.

En dan volgt een verhaal, gebaseerd op cijfers van de United States Department of Commerce, dat als een economische wet moet aantonen dat de USA met economische crises gestraft zal worden indien het inkomen’van de werknemers meer dan 62 è, 64 % van het nationale inkomen bedraagt (in Nederland ligt dat heden ongeveer op 49%). De overheid kan zich dus gerust en beter terugtrekken, als het deze „wet” maar laat werken, is de bedoeling. Men geeft de volgende tabel aan:

Hierbij moet worden aangetekend, dat de derde kolom van ondergetekende is. Deze heeft de redactie Heemafpost wijselijk weggelaten. Want hoewel uit de vergelijking der beide kolommen 1 en 2 wordt aangetoond dat de geweldige daling van het nationale inkomen vergezeld gaat van een stijging van het percentage dat de werkers ontvangen (dus: daar ligt de oorzaak!), laat de derde kolom zien, dat in milliarden dollars ook de werkers een behoorlijke veer laten. Heel erg omdat dit van hun dagelijkse nood werd onttrokken, terwijl de cijfers van het nationale inkomen ook nog een behoorlijke portie weeide bevatten in de aanvang.

Het nationale inkomen daalde van ’29 tot ’33 tot 46 % en het inkomen der werknemers daalde in die periode tot 56 %. Wat een geheel ander beeld geeft dan de Heemafpost suggereert om het regeringsingrijpen als zwarte zaak te schetsen. Toch: de mensen van De Heemaf zijn zeker niet van kennis ontbloot, zij bewezen in elk

geval een goed bedrijf te kunnen voeren. Waarom dan deze wonderlijke wijze van argumenteren? Of bedoelt men, dat de werknemers eigenlijk alleen de crisislasten moeten dragen?

In de pers, o.a. in Ec. Stat. Ber., verscheen een advertentie, (16Jimi’54) waarin een „grote internationaal georiënteerde onderneming” een accountant vroeg. Grote vooruitzichten werden voorgespiegeld, interessant werk en vertrouwenspositie.

„Aan karakter en principialiteit(?) worden hoge eisen gesteld, zodat candidaten van progressieve of minder vaste levensbeschouwing niet behoeven te solliciteren.”

Dit brengt mij het volgende wrange verhaal in gedachten, dat enkele jaren geleden circuleerde; een jonge drs. ec. solliciteerde en werd door de directie gepolst. Op een gegeven ogenblik hakkelde de candidaat, dat hij ook nog iets in zake z’n persoonlijke leven moest bekennen. Algemene en zwijgend geïnteresseerde spanning. „Ik ben nl. lid van de NSB geweest.” Antwoord: bevrijdend gelach. „We dachten dat je lid van de PvdA was.”

Ik heb dit voor niet mogelijk gehouden. Maar dat geloof wordt door advertenties als boven niet gesterkt.

In Brabant Maakt Front, uitgave van de KVP te Eindhoven tijdens de laatste verkiezingen, wordt prof. Lieftinck nog eens ten tonele gevoerd. Hij mag uit Turkije terugkomen, niet als minister van Financiën, wel om een Mohammedaanse Werkgemeenschap te stichten in de Pévande Aa. „Dan raken we ten minste zo langzamerhand compleet. En dan heeft links en rechts ’n zakenman nog kans om voor z’n zalig afsterven z’n belasting te hebben betaald.” (curs. van mij). Hier komt de aap uit de mouw. Were di Edele Brabant, Were di! Nu dacht ik nog wel dat juist in Brabant de industrialisatie tot een enorme

bezitsvermeerdering had geleid, juist als gevolg van Lieftincks politiek!

Trouw schreef in ’4B (20 Febr.) dat deze regering ons schijnwelvaart liet genieten, reeds twee jaren. „Wij verwijten aan de regering wél dat wij twee jaren lang in a fools paradise, in een paradijs der dwazen hebben geleefd.” En omdat het voor de bezitters gelukkig, maar voor de politieke situatie helaas nu nog een steeds toenemende schijnwelvaart lijkt, daarom is T r o u w nu in plaats van „liever Turks dan Paaps” overgeschakeld naar „liever Paaps dan rood”, als ik het enthousiasme van de oude watergeuzen voor het mandement begrijpen kan. Het is trouwens erg toevallig dat het juist de conservatieve groepen zijn, die groepen die alleen door concurrentievrees van de PvdA vooruitstrevend en soms overbiedend gaan worden, die zich verheugen over de versterking van de erg conservatieve vleugel in de KVP, die het gevolg van het mandement (naar men hoopt) zal zijn. Noemen we mr. Verkerk, a.r,; mr. Schmal, c.h.u.; ds. Veldkamp, a.r.; de heer v. d. Heuvel, chr. b.; de heer Ruppert, CNV; en wie ontging mij nog?

Het schijnt een bonte rij, die langs u gevoerd werd. Maar de leden hebben dit gemeen, dat het hun blijkbaar niet mogelijk is zich los te maken van hun klassedenken. Dat zij zich op de wonderlijkste en voor op een afstand staande meest inconsequente wijze werpen op de socialistische tegenstander en bijna onverholen dat gebruiken wat een kansje schijnt te bieden deze afbreuk te doen. Terwijl dezelfde schrijvers en sprekers op andere gebieden blijk geven van bekwaamheid. „Omdat de voorstellen (van die socialisten) in strijd zijn met de folklore waaraan zij gewend waren”? zoals De Casseres het schreef?

E. M. BUTER

h-» »—* H-» h-* H* co CO co co co co Jaar; co co co co co tsO co to H* o co ÜT co Nation. ink CD o bO co cn -*q milliard. $ % dat de Oi -3 O) Oi werkn. u. h co co h{^ 00 co co nat. ink. ontvangen o Ink. V. de 29 34 co I-* c;i H* werkn. in milliard $

r i ‘' '

A. Naar aanleiding van de „algemene beschouwingen”, die zopas in de Tweede Kamer gehouden zijn, geef ik deze tip aan politiek-gëinteresseerden: als mr. Burger gesproken heeft, lees dan de volgende avond „Het Vrije Volk” of „Het Parool”. Als prof. Romme spreekt, koop dan de volgende ochtend „de Volkskrant”, terwijl men de redevoeringen van dr. Schouten goed kan lezen in „Trouw”. Overigens dient ge te weten, dat deze kranten de redevoeringen van hun politieke tegenstanders zo verkort weergeven, dat ge vrijwel altijd een caricaturaal beeld krijgt van wat ze gezegd hébben. Een of andere krasse uitspraak wordt groot opgemaakt en uit zijn verband gerukt, een veel te zwaar accent.

Pas op met „De Telegraaf” Zijn Kamerverslagen lijken op politieke pamfletten, geschreven door een onredelijk anarchist.

B. Kan men mij enig land noemen, waar theologie en politiek zo verweven zijn als in het onze? Wat zijn wij toch een vroom volkje! En wat zijn wij principieel! De overtuigden blijven overtuigd, maar wat dunkt u? zouden de onovertuigden gewonnen zijn door een der verschillende geloofsbelijdenissen?

C. Honderd jaar geleden zei Guizot in het Franse parlement: „Een politiek be-

toog heeft wel eens mijn intieme overtuiging gewijzigd, maar heeft me nooit anders doen stemmen, dan mijn plan was.” Vraag: geldt dit ook in de Nederlandse politiek? En wat is dan het nut van al die principiële vertogen? Nog een vraag: had Burger werkelijk gedacht, dat Romme zou antwoorden op zijn vragen?

D. Helaas, in de politiek gaat het niet om gelijk te hebben, maar om gelijk te krijgen. Het schijnt wel of daartoe ieder middel geoorloofd is. Hiervan was het „krachtig getuigenis van AR-fractieleider” (Trouw Zaterdag 9 Oct.) een triest voorbeeld. Ik ga voorbij aan de typering van de PvdA als de partij „die het licht niet op de kandelaar wil plaatsen, maar onder de korenmaat wil houden.” Ik kan erin komen, dat dr. Schouten meent, dat de partij van de doorbraak dit in feite doet, maar dat hij de christelijke leden J3an de partij voorhoudt, dat die partij dat wil doen, komt gevaarlijk dicht bij laster (= tegen beter weten in kwaad vertellen van iemand). Ik ga daar dus aan voorbij, maar leg aan de historici van de AR de vraag voor: onderschrijft ge de uitspraak, in deze rhetorische vraag verscholen? „Welke positieve betekenis hebben Erasmus en Coornhert gehad voor het protestantisme, als men aan het protestantisme een positieve inhoud geeft?” (dr. Schouten in de Tweede Kamer, zie Trouw 9 Oct.). Het is beschamend dat de politieke ijver een ontwikkeld man zulke ontoelaatbare historische vereenvoudigingen dicteert.

KORZELIGE KES