DE NATUUR

IS FANTASTISCHER DAN

WALT DISNEY

Twee films, vervaardigd in Zuid-Amerika en in de zuidelijke staten van Noord-Amerika, zullen binnenkort in ons land worden vertoond: „Macoumba, de magische dans”, door regisseur Napolitano en zijn operateur Craveri en „De woestijn leeft”, door Walt Disney.

Dit is een nuchtere mededeling, die u niets zegt. Als ik u vertel, dat „Macoumba” het resultaat is van een expeditie van vier Italianen (in twee auto’s), in de jungle van de Matto Grosso en dat het werk van Disney in een woestijn gemaakt is, die als het ware de Genesis-woorden „En de wereld was woest en ledig” illustreert, wordt u het geval misschien duidelijker.

Onder leiding van Bonzi trokken vier Italianen door de moerassen van Paraguay, door bos en pampa, naar het Andesgebergte en dan het hoogland in. Verrukkelijk zijn de opnamen van papegaaien, vlinders en een overdadige, een overweldigende fauna. Aangrijpend is de tocht van kudden koeien door de gevaarlijke rivier en de offerdood van een gewond kalf. Afgrijselijk het gevecht tussen twee slangen. Ontroerend het Indiaanse huwelijksfeest. En zonder effectbejag wordt het verhaal van een rubberarbeider, van zijn bestaan en vergaan, verteld dat niet anders is dan dat van een rubberboom, uit wiens stam de latex-sappen en het leven worden af getapt, totdat hij, gekerfd overal, is uitgedroogd. Onthullend zijn de extatische bezweringsdansen van negers, wier voorouders, slaven, op dezelfde haast infernale wijze geesten uitbanden.

Wij krijgen geen serie „mooie foto’s” te zien; het rhythme van het landschap wordt tot nieuw leven gewekt door het rhythme der beelden. Soms wordt met gevoel voor de filmbeweging van een eenvoudige beweging, bijv. van een diamantzoeker, die het gruis zeeft, gebruik gemaakt.

Onbewogen kijkt de „medicijnvrouw'’ neer op de extatische Macoumbadansers (uit „Macoumba”)

Men heeft de indruk, dat de makers van deze meermalen bekroonde film, door de gebeurtenissen „overvallen” werden. Zij trokken door gebieden vol leven en door dode gebieden en wisten niet wat hun ogen en camera’s allemaal zouden moeten verwerken. Dit is uiteraard maar ten dele juist; doch deze suggestie geeft „Macoumba” een bijzondere charme.

Deze film moest in kleuren worden opgenomen. En hoezeer ook de streken, die door de kleine expeditie werden bezocht, van elkaar verschilden groen werd de beheersende kleur.

De dans der springmuizen (uit „De woestijn leeft”)

Bruin beheerst de woestijnfilm van Walt Disney, die meer dan „Macoumba”, „volgens plan” geordend is. Maar dat kan slechts tot op zekere hoogte het geval zijn. Ook de mannen van Disney konden niet weten, welke avonturen in dit voorwereldlijke gebied te beleven vielen. Grillige reusachtige cacteeën sluipende en

krimpende op en onder de aarde levende monsters loopkoekoek en vleermuizen gevlekte stinkdieren en eekhoorntjes springmuizen en wilde varkens schorpioenen en schildpadden buizerd en uil neusberen en aasgieren duizendpoot en lynx ratelslang en torren mieren en tarantellaspinnen spinnendodende wespen en hagedissen... zij spelen hun spel. Zij leven hun leven. Zij vechten op leven en dood met de andere soort. Kracht, vergif, sluwheid zijn hun wapens. De wesp doodt de spin. De springmuis strooit de ratelslang zand in de ogen en doet haar op de vlucht slaan; en de muizen vieren feest. De buizerd valt een slang aan. De kikker hapt toe en doodt. Verbaasd kijkt de uil naar de vermakelijke dans der schorpioenen (op bevel van Disney begeleid door de zoete wijze van een quadrille!). Wij slaan de groteske „dans” van een graaf slang gade. Paring, strijd tussen jaloerse mannetj es, zorg voor het nest...

En dit alles in een bijna onwezenlijk aandoend landschap. Landschap? Ja ... ook dit; plotseling is er een bloemenpracht. Plotseling is er machtig stromend water, dat moeras wordt samen met het zand. Ziedende ketels. En de kleur is bruin.

Ge weet, hoe alle mogelijke en onmogelijk schijnende opnamen gemaakt kunnen worden. Ge kent de mogelijkheden van de moderne camera. En toch kijkt u bewonderend verwonderd naar deze sterk vergrote (en toch niet vertekende) opnamen, naar deze taferelen, die de toeschouwer soms de adem benemen. Dat zo iets mogelijk is! U ziet geen mens.

Mensen dringen in de geheimen van de meest geheimzinnige natuur door. Met welk oneindig geduld moest hier worden gewerkt. Hoeveel tijd is nodig geweest voor dit korte en dat andere korte scènetje ... Alles werd door de regisseur overzien en geordend. Maar in dit geval moest ook hij afwachten, wat ervan terecht kwam. Een gevecht tussen een roodkopbuizerd en een ratelslang kan niet „gearrangeerd” worden. Die stomme dieren luisteren niet eens naar Walt Disney.

Ook „The living desert” kon pas dank zij de kleur de laatste vorm en gestalte krijgen. Hetzelfde kan niet altijd van de in deze film toegepaste muziek worden gezegd; vooral in het begin was zij meer hinderlijk dan bevorderlijk voor de noodzakelijke beeld-geluidharmonie. In het tweede gedeelte wist de muziek, diverse taferelen onderstrepend, grappige effecten te bereiken.

Deze woestijnnatuur, zoals Walt Disney haar gezien en op het witte doek overgebracht heeft, is fantastischer dan welke tekenfilm over en uit het rijk der dieren ook. Déze wonderlijke dierenwereld kon zelfs door Disney’s tekenstift niet worden

„overtroffen”. H. WIELEK

mening der kerkvaders en van Thomas van Aquino, de discussies tussen Luther en Calvijn (de laatste mag men niet zonder meer als pro-kapitalistisch beschouwen!) de relatie tussen calvinisme en kapitalisme enz., enz. Er is slechts één grond m.i. voor de kapitaalrente, zoals wij die tegenwoordig kennen: ze hoort tot de grondslagen van onze economische orde. Binnen die orde beweegt zich de schrijver van bovenstaand artikel. Ik stel: deze orde, mede gebaseerd op arbeidsloos inkomen door middel van kapitaalrente moet op ethische (en) bijbelse gronden veroordeeld worden. Ik ben reëel genoeg om te begrijpen dat dit niet van vandaag op morgen gebeuren kan. Maar ik dacht zo, dat het geen kwaad kon eens te wijlden op bepaalde, belachelijke kanten van de rentepraktijk om zo los te komen van het dwangidee: alle geld moet zijn rente opbrengen.

„Is deze zede zedelijk” wilde ik vragen n.a.v. huizen in de Pijp bijv., die niet, waarde Van der Ploeg, uit circa 1938 dateren, maar uit de tijd van vóór 1900. En laat hij niet, in zijn orde denkend, de „samengestelde interest” vergeten! De lezer oordele zelf. J. G. B.