/ den Heer I behoort de aarde l en haar i \ volheid. Psalm 24 : 1 y'

fyd en Tank

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR EVANGELIE EN SOCIALISME

VERSCHIJNT 50 MAAL PER JAAR 52STE JAARGANG VAN „DE BLIJDE WERELD”

Zaterdag 23 Juli 1955 No. 29

Redactie: ds. J.J. Buskesjr. ds. L. H. Ruitenberg dr. J. G. Bomhoff

Redactie-Secr.: Roerstraat 48® Amsterdam-Zuid Telefoon 724386 p/a dr. J. G. Bomhoff

Vaste medewerking van prof. dr. W. Banning J. Hulsebosch H. van Veen dr. M. V. d. Voet ds. H. J. de Wijs Mej. dr. M. H. v. d. Zeyde e.a.

lbonnetnent per jamfs, ; halfjaar f 2,75; kwartaalj 1,50 plus f 0,15 incasso. Losse nrsfo,ls; Postgiro 21876; Gem.giro V 4500; Adm. N.V. De Arbeiderspers, Hekelveld 15, Amsterdam-C; Postbus 800

De vrijheid en het socialisme

Het leek overwonnen te zijn, de hetze tegen het socialisme op grond van zijn onbetrouwbaarheid ten opzichte van de vrijheid. Maar nu komt het weer. De doorwerking van de sociale wetgeving, de herordening der samenleving, de maatregelen, die door het overwinnen van de oorlogssituatie geboden zijn dat alles wordt met socialisme in verband gebracht. Vooral wanneer de maatregelen ons verlangen beperken om te doen wat wij willen. Dan schrijven de reactionaire bladen over vrijheidsbeperking en dan hebben Drees c.s. het gedaan.

Straks zal dit betoog in de strijd rondom de stembus verhevigd worden. En daarom lijkt het mij goed, na te ga,an, wat er voor verband of misschien wel tegenstelling bestaat tussen het socialisme en de vrijheid. Nu is vrijheid een troebel woord. Men kan het definiëren als de toestand, waarin een persoon, een groep, een volk zoveel mogelijk zich krachtens eigen wil kan ontplooien. Maar deze definitie is bleek en brengt ons weinig verder.

Gaan wij de situaties na, waarin wij over de vrijheid spreken, dan merken wij, dat zij steeds aan de orde komt, waar druk van buiten als knellend gevoeld wordt. Waar het verlangen naar zelfbepaling is wakker geworden. Zulk een verlangen wordt wakker, waar materiële druk groot is; eerder dan waar geestelijke knechting aan de orde komt.

Volken strijden voor hun vrijheid. Dat geschiedt intussen alleen maar, waar de zelfbepaling verlangd en dan verhinderd wordt.

De arbeidersklasse streed voor vrijheid. Dat geschiedde pas, toen het verlangen naar zelfbepaling gewekt was. Deze zelfbepaling van het volk van de arbeidersklasse had vaak weinig te maken met strijd voor individuele vrijheden. Integendeel: vooral door de invloed van Marx werd de klemtoon gelegd op de bevrijding van de klasse, wetend, dat deze bevrijding van honger, van rechteloosheid, van krenking, voorwaarde was voor de vrijmaking van de enkeling en niet andersom.

Nü weten wij, dat deze volgorde te schematisch is. Maar wij, socialisten, vergeten dat verband tussen de bevrijding van het volk én van de enkeling nooit. En daarom zijn wij niet liberaal.

Intussen dient hier nog iets aan te worden toegevoegd. Dat vrijheid een zaak van de natuur des mensen is, stond voor de oude socialisten vast. De mens is tot vrijheid geboren, kon men vernemen. Maar men zag deze vrijheid niet apart van de maatschappij, niet los van de verbanden, waarin men leefde. Daaroip kan de socialist ook heden niet zo geprikkeld doen over allerlei maatregelen. Hij weet, dat deze voorwaarde zijn tot vrijheid. Tot ruimte om het eigen leven zelf te bepalen.

En van deze situatie uit staat men niet meer zo vreemd tegenover een andere visie op vrijheid, dan de 19e-eeuwer, verlicht door de Franse Revolutie en Kant, had. Ik meen, dat het niet w'aar is, wanneer gezegd wordt: de mens is tot vrijheid geboren. Het is niet waar, dat hij van nature vrijheid begeert. Vrijheid is veeleer een taak, een roeping, een belofte. Vrijheid moet veroverd worden. In strikte zin heeft de mens er geen recht op, maar wordt hij er toe opgeroepen.

Hiermee komen wij op de bijbelse lijn. Begrijp ik de bijbelse visie op de vrijheid goed, dan is deze het resultaat van de overgave van de mens aan de macht van Christus „die vrij maakt”. Van nature is de mens gebonden, onderworpen aan velerlei machten. >De mens is dat en de aardse koninkrijken zijn dat. Er is sprake van de macht van de zonde en van de dood, die „laatste vijand”. Ik meen, dat dit allemaal zéér reëel is. Wij behoeven maar naar ons zelf te zien en om ons heen te kijken om te weten, hoe weinig vrijheid wij hebben. Dat geldt ook voor hen, die alle gelegenheid hebben om hun eigen leven zoveel mogelijk zélf te bepalen. De vrijheid, die de bijbel bedoelt, is de overgave aan, de verwachting van het Koningschap van God. Deze nieuwe gebondenheid maakt vrij, schept vrijheid.

Er is reden, dat door ons heen te laten gaan. Van Sartre is het huiveringwekkende woord afkomstig, dat wij „tot vrijheid veroordeeld” zijn. Dadr staan wij thans met de vrij heid-van-nature: Een Idst, een lót. En wij weten, hoezeer men geneigd is deze last van zich af te werpen. Men kiest voor dictaturen, men aanvaardt de massa-wording. De drankhandel schijnt succes te hebben in zijn streven om het volk te verslaven met zijn leus, dat de matige mens zijn vrijheid

waard is. Hier wordt, als zo vaak in de geschiedenis, de vrijheid op perverse manier gebruikt.

De vrijheid is een opdracht, een belofte. De vrijheid vraagt overgave aan Gods macht. Ziehier wat wij stellen tegenover de vrijheid als recht, als natuurlijk gegeven.

Nu meen ik, dat het socialisme in feite méér op de eerste lijn ligt, dan op de laatste. De theorieën mogen anders luiden, er moge in allerlei liederen en toespraken steeds weer een toespeling gemaakt worden op de vrij heid-van-nature, de strijd heeft geleerd, dat vrijheid betrekkelijk is, een opdracht, te vervullen aan ons zelf en de naaste. De strijd heeft ook geleerd, dat geen enkele vrijheid voltooid wordt, want waar de zelfbepaling veroverd werd, doken opnieuw machten op om haar in andere vorm te belagen. Maar socialisten schrikken daar niet van. Zij weten, dat zij ook met deze nieuwe belagers klaar moeten komen.

Ik denk hierbij aan de sociale wetgeving. Socialisten streden ervoor, ter wille van de vrijheid. Thans klagen sommigen, omdat de vrijheid wordt ingeperkt. Soms geschiedt dat klagen, omdat men alleen aan zich zelf denkt en niet het grote verband ziet. Zulke klagers zijn ongeneeslijk. Laat hen op De Telegraaf geabonneerd blijven. Maar er zijn ook klagers, die de toenemende vervlakking waarnemen en het wegzinken van het besef van verantwoordelijkheid. Zij hebben gelijk. Tot hen dient gezegd te worden, dat hier een nieuwe onvrijheid dreigt, nl. die van de verslaving aan het gemak. En ook deze onvrijheid zal bestreden moeten worden; echter niet door de sociale wetgeving af te vallen, maar door de vormingsarbeid met kracht ter hand te nemen. Vormingsarbeid is steeds: arbeid aan de mens, opdat hij zijn vrijheid dragen kan. Arbeid aan de mens en daarmee komt ook binnen de socialistische beweging de vraag naar het mens-zijn krachtig naar voren. En waar deze vraag zich opdringt, komt ook de vraag naar God aan de orde.

Het NVV-verbondsbestuur heeft een merkwaardig antwoord gegeven op het Herderlijk Schrijven van de Synode der Hervormde Kerk. Het verklaart ermee eens te zijn, dat de geestelijke verschraling een gevaar is. Zie hier wat mogelijk blijkt: een organisatie, met een 50-jarige traditie van strijd om de vrijheid van de arbeidersklasse, vechtend om sociale wetgeving, verklaart aan het einde van deze 50 jaar, dat de geestelijk-zedelijke vragen van fundamenteel belang zijn.

Naarmate de vrijheid blijkt steeds opnieuw veroverd en geschonken te worden en socialisten zullen dat spoediger ontdekken dan liberalen zal de openheid voor wat de bijbel over vrijheid zegt toenemen. Een perspectief dat ons verheugt.

L. H. R.