De kwestie- Cyprus

De kwestie-Cyprus dreigt uit te groeien tot een complete burgeroorlog. De Engelse militairen, die er hun bases onderhouden, zien zich tegenover een met de dag feller wordend verzet geplaatst. De conferentie, die deze zomer over deze zaak is gehouden, heeft geen resultaat opgeleverd. En het ziet ernaar uit, dat nu de toestand verder zal verslechteren, tenzij de Britse regering bereid is haar beleid alsnog grondig te herzien.

RIJP VOOR ZELFBESTUUR Wat is er eigenlijk aan de hand? Over de vraag of de 500.000 Cyprioten rijp zijn voor zelfbestuur, bestaat geen twijfel; ook bij de Engelsen niet. Cyprus had trouwens tot 1931 reeds een zekere mate van zelfbestuur. Na de relletjes die er toen plaatsvonden, werd echter weer een straf en onvervalst koloniaal regiem ingesteld.

Na de oorlog, toen de Labourregering aan vele delen van het Britse Rijk zelfstandigheid of zelfs onafhankelijkheid gaf, is ook Cyprus menigmaal onderwerp van gesprek geweest. In 1948 bood Engeland de Cyprioten een constitutie aan, waarbij zij weer een goeddeels gekozen volksvertegenwoordiging zouden krijgen. Dit aanbod werd echter afgewezen, omdat de bevolking van Cyprus niet alleen zelfbestuur wenst, maar ook zelfbeschikkingsrecht.

In het licht van het aanbod van de toenmalige Britse Labourregering deed de aanbieding van de regering-Churchill in 1954 nogal vreemd aan. Nu werd slechts een schijn van zelfbestuur aangeboden, aangezien de volksvertegenwoordiging, waar-

in de voorgestelde grondwet voorzag, slechts in minderheid uit gekozen leden zou bestaan. Uiteraard weigerden de Cyprioten ook ditmaal.

AANSLUITING BIJ GRIEKENLAND Vrijwel de gehele bevolking wenst hl. aansluiting bij Griekenland. Deze „enosis”- beweging stamt al uit het jaar 1831. Zij leeft nu sterker dan ooit. De kleine Turkse minderheid, die zich daartegen verzet, kan in dit opzicht nauwelijks gewicht in de schaal leggen. De werkelijke reden, waarom Engeland nog steeds het probleem-Cyprus niet in deze zin wil oplossen, is gelegen in de waarde die men aan Cyprus als Britse militaire basis toekent. Engeland wil nu zomin als vroeger onder het Labourbewind de aansluiting bij Griekenland toestaan. Het wil ongehinderd van de militaire bases gebruik kunnen maken, en daarbij zoveel mogelijk baas in eigen huis blijven.

Dit standpunt nu wordt door de Cyprioten aangevochten, en niet alleen op emotionele gronden. Men meent, dat het ook zuiver practisch gezien onhoudbaar is. Want wat wil Engeland? Bases onderhouden op Cyprus. Dat kan ook wanneer het eiland deel van Griekenland gaat uitmaken. Het gaat, zo stelt men, dan zelfs veel beter. Want behalve dat de onrust die thans heerst, allerminst bevorderlijk is voor een' goed en betrouwbaar gebruik van deze bases, drijft de kwestie-Cyprus de bondgenoten Engeland en Griekenland uit elkaar. En het is toch zo, dat de bases op Cyprus pas werkelijk zin krijgen in het kader van de gehele Westelijke defensieve organisatie.

Tegenover deze argumenten kan Engeland niet veel meer stellen dan te verwijzen naar de relatie met Turkije (de tweede geïnteresseerde in Cyprus), die door overdracht van het eiland aan Griekenland zou worden geschaad. Dit argument is echter zeer betrekkelijk. Turkije heeft nl. als men zich ten minste op het standpunt wil stellen van de voorkeur van de bevolking practisch geen rechten op

Cyprus. De bevolking van het eiland „voelt Grieks, denkt Grieks en spreekt Grieks”. En trouwens, de spanningen die er door Cyprus tussen Griekenland en Turkije ontstaan, zoeken nu al een uitweg. Wij behoeven ons maar de onlusten te herinneren, die deze zomer tot grote schade van de Grieken in Turkije plaatsgevonden hebben.

ATHENE GEPRIKKELD In Athene bestaat veel ergernis over deze zaak. Griekenland immers is in het begin van de oorlog in dit deel van de wereld Engelands enige bondgenoot geweest. Turkije bleef neutraal. Nu is Griekenland lid van de Westelijke defensie. Waarom zou het dan niet mogelijk zijn om met Engeland inzake Cyprus samen te werken, indien het eiland naar Griekenland overgaat? Vertrouwen de Engelsen Griekenland niet, is de vraag die elke dag weer gesteld wordt.

De Griekse regering wijst er bovendien op, dat de kwestie-Cyprus voor de Griekse communisten een welkome aanleiding voor agitatie is. Zou echter deze Griekse regering kans zien Cyprus bij Griekenland te krijgen, dan zou haar positie in eigen land versterkt worden. Hetgeen een Westelijk belang moet worden genoemd.

WANISIEER DOORBIJTEN Het ontbreekt de Britse regering aan de moed om door de zure appel heen te bijten. Na alle aderlatingen, die het Britse imperium heeft moeten ondergaan aderlatingen waartoe zelfs ten slotte het Suezkanaal is gaan behoren schijnt het voor Engeland onverteerbaar te zijn ten aanzien van Cyprus de logische consequentie van de huidige toestand te aanvaarden. Het is een probleem, zoals wij dat ten aanzien van Nieuw-Guinea kennen; of zoals Frankrijk het heeft wat Noord-Afrika betreft.

Het is jammer, dat deze gevoeligheden zo’n rol moeten spelen, want zij doen de Westelijke wereld veel schade. H. VAN VEEN

Mozarts Don, Gioranni

Verschijnt er een volledige opname van een der grootste werken uit de muziekliteratuur, dan is dat een gerede aanleiding daarbij stil te staan. Mozart geldt als een der grootste componisten van alle tijden, niet het minst vanwege zijn veelzijdigheid. Zou men hem uitsluitend als operar-componist bezien, ook dan verrijst hij als een der grootsten onder de groten, en wel vanwege zijn „Don Giovanni”.

Het ,Don-Juan-motief” was reeds in Mozarts tijd eeuwen oud en overbekend: de vrolijke edelman, die alle vrouwen het hoofd op hol brengt en toch met geen hunner een duurzame relatie weet op te bouwen. Als motief heeft het tallozen beziggehouden, dichters en denkers, zoals E. Th. A. Hoffman, Byron, Poesjkin, Kierkegaard. Vooral echter de interpretatie door Mozart is voor de Deense filosoof en christen een zaak van diepzinnige beschouwing geworden.

Ontstaan De aanleiding tot het ontstaan van deze opera, was het succes dat Mozarts „Bruiloft van Figaro” in Praag had gehad. De directie van het theater bestelde een nieuwe opera en Mozart, bekend om zijn snelle en efficiënte manier van werken, slaagde erin op korte termijn de opdracht uit te voeren. De begaafde Bohémien Lorenzo da Ponte die hem het libretto voor de „Bruiloft van Figaro” had geleverd, kwam met de stof van „Don Juan” aan. Mozart was er mee ingenomen en al spoedig kwam het libretto bij brokstukken klaar. Het lijkt overigens wel zeker dat Mozart in de vormgeving van het libretto een werkzaam aandeel heeft gehad. Mozart had de grote lijn in het hoofd en kon dus com-

poneren voordat het stramien literair en dramatisch was voltooid. 28 October 1787 ging de première, die een groot succes werd en Mozart voor een enkele maal tot een gevierd en gelukkig mens maakte. Het gegeven is betrekkelijk eenvoudig. Een edelman Don Juan bezeten van erotische driften, kan geen vrouw, getrouwd of ongetrouwd, met rust laten. Zijn omgeving verdraagt dit niet en biedt lijdelijk en soms fel verzet. De losbol schijnt echter alles en allen te willen trotseren, tot en met de bovenmenselijke machten. Zij echter treden op als wrekende schutspatronen van de gekwelde mensheid en voeren deze alle normen en alle geloof tartende mens naar de hel. Wanneer Don Juan zich niet ontziet het dode slachtoffer van zijn drift uit te nodigen voor een maaltijd, slaat de oordeelsmacht toe en vernietigt deze „Übermensch”.

Mozart heeft dit betrekkelijk eenvoudige en alom bekende gegeven dermate verdiept dat het tot een eeuwig monument der Europese mensheid is geworden. Allereerst moet men Mozarts sociale feeling bewonderen: levend aan de vooravond van de Franse revolutie schildert hij muzikaal de verschillen tussen de sociale lagen in een balletscène aan het einde van het eerste bedrijf. Drie ensembles musiceren tegelijk het klinkt prachtig —ieder eigen groep met eigen symbool in de vorm van danstype vertegenwoordigend. Daarnaast proeft men telkens weer het verzet van de gemeenschap der gewone mensen tegen deze ongebreidelde, zich zelf zoekende mens.

Nooit echter wordt deze bezetene als een verachtelijk sujet geschilderd. Met een diepte-psychologisch inzicht, dat geen modem psycholoog hem verbeteren zou, schildert Mozart de hoofdfiguur als

een diep tragisch mens. Achter het charmeurs-masker leeft een mens, die hartstochtelijk op zoek is naar een nieuw ideaal van menselijke liefde. Een zoeken zó fel, zó demonisch dat het in zijn tegendeel verkeert en allen met zich in de afgrond sleept. Bovendien weet Don Juan zich telkens voor de beslissende keuze gesteld: als bezetene doordraven of zich aanpassen. Steigerend tegen alles en allen draaft hij bewust zijn ondergang tegemoet, ja roept deze op.

Beeld van zijn tijd. Ook in dit opzicht: don Juan is een verlicht mens en kan niet meer in God geloven. Om deze overtuiging te effectueren moet hij de goddelijke macht uitdagen en eraan te gronde gaan. Mozart, zelf een verlicht, maar tevens vroom mens, heeft hier met vooruitziende blik de situatie van de moderne mens getekend. De maatschappij, de gewone mensen, de tegenspelers van deze bezetene worden in hun gaafheid en braafheid getekend, tegelijk echter door de harlekijnsfiguur Leporello fijntjes bespot om hun conventionele gedragingen en overtuigingen.

Komische opera Deze toon van fijne spot is misschien wel het geniaalste element in het gehele werk. De mensen mogen nog zo veel drukte maken, nog zo fel de bestaande orde verdedigen, het is gezien tegen de eeuwigheid niets dan een nietig spel. Er steekt in Mozart iets van een hemelse cabaretier: bewogen om ’s mensen lot laat hij hen lachend eigen grootheidswaan én eigen zoeken naar eeuwige waarden als een tragische situatie beleven!

De ouverture tekent deze tegenstellingen geniaal. De tragische waan, machtig en zwaar, wordt gedragen en overspeeld door de taaie speelse rhythmiek van het gewone leven, dat doorgaat, alles in zich opnemend en verwerkend. Kortom: een werk, waarvan professor Bernet Kempers eens schreef: „de rijkste muzikale vindingskracht van alle tijden verenigt zich met de rijpe levenservaring en het diepe psychologische inzicht van een mens over wie het leven