HORIZONTAAL: 2 r>eel van de tijd. 4. Electrische polen. 7. Europeanen. 8. Voorzetsel. 10. Bosje haar. 11. Lichaamsdeel. 13. Het Romeinse rijk. 15. Haardos. 17. Vogel. 20. Vulkaan. 21. Diploma. 23. Zangnoot 24. Bergplaats. 25. Door eenzelfde ondervinding getroffene. 27. Verfsoort. 29. Belemmering. j 30. Eb of vloed. 32. Voorzetsel. 33. Zoogdier. 35. Dierenverblijf. 37. Persoonlijk voornaamwoord. 38. Opening. 40. Deelgenoot. 41. Onbekende. VERTICAAL: 1. Bloem. 2. Lichaamsbeweging. 3. Plaats op Celebes. 5. Kwaad doen. 6. Voegwoord. 8. Onacht7amen. 9. Voertuig.

Wat was Leentje dom!

O nze puzzle van deze week heeft veel van een kruiswoordraadsel en in wezen is het dat ook. Alle regels, die voor kruiswoordproblemen gelden, zijn eveneens van toepassing op de puzzle, die hier inde vorm vaneen mooie steenbok gegoten is. Hier volgen de woorden, die men in te vullen heeft:

Oplossing van de potloden *piszzle

Hebt u de juiste volgorde van de merkwaardige potloden in ons vorige nummer gevonden? Wij vermoeden van wel, want zo heel erg moeilijk was de opgave niet. Als u erin geslaagd bent, het schrijfmateriaal te rangschikken, zoals het werkelijk behoorde te liggen, dan hebt u ook zonder moeite kunnen lezen, welk spreekwoord er op vermeld stond: Het luidde: Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. De volgorde, waarin de potloden moesten worden gelegd, is: 3- 6 – 2-7-4 – 1 -5.

Letterraadsel Als tweede raadsel geven wij deze keer nog eens een letterraadsel. U kent natuurlijk het recept: ieder cijfer stelt een letter voor en wij hebben de cijfers een beetje door elkaar geschud en er de nieuwe woorden van gemaakt, waarvan u de betekenis hieronder vermeld vindt. In totaal zijn er 37 verschillende getallen, die evenzoveel letters vertegenwoordigen en die achter elkaar een wens van „WIJ” voorstellen, aan de verwezenlijking waarvan u, naar wij oprecht hopen, zult willen meewerken. I – 9 – 10 – 22 – 34 – 36 – 15 – 29 is een verhuurder van woningen. 23 – 24 – 27 – 6 – 17 – 18 -4 -5- 26 is een deel vaneen schip. 14-25-28-37-12-26-30-2 – 35 – 33 ziet men soms aan de hemel. 6 – 20 – 31 – 16 – 25 – 33 is een dier. 3-21-32-13 is een ontkenning. 7- 8 is een in brieven gebruikelijke afkorting; II – 15 – 19 – 37 – 1 – 12 – 9 – 23 – 32 – 35 vindt men inde woestijn.

11. Lidwoord. 12. Stof. 13. Zangnoot. 14. Halfbloed. 16. Vogel. 18. Vrucht. 19. Bloem. 22. Gewicht.

26. Voorzetsel. 28. Vrucht. 31. Verfrissing. 34. Landbouwwerktuig. 35. Windrichting. 36. Luchtig verblijf. 38. Met deelneming, 39. Voorzetsel.

„Ha!” dacht Leentje. „Het is Maart! Maart is de lentemaand en nu ga ik fijn zonder hoed buiten spelen!”

Zonder iets aan haar moeder te vragen, liep Leentje vlug naar buiten, met haar mantel los en zónder hoed.

Maar o! wat viel dat tegen! Het was inde lentemaand net zo koud als midden in de winter en Leentje had gauw spijt van wat ze gedaan had. Ze stond te rillen inde koude wind . . .

Toen ze thuis kwam, kreeg ze nog een flink standje van haar moeder op de koop toe. „Hoe kun je toch zo dom zijn,” zei moeder. „En had je me nu niet even kunnen vragen, of het wel mocht?”

En de volgende dag wel, toen was Leentje zó verkouden, dat ze in bed moest blijven, met een dikke wollen doek om haar hals en een akelig drankje, waar ze elk uur een lepeltje van slikken moest. ~Nooit zal ik weer zó dom zijn!” dacht Leentje.

Zè/l-doen! Deze kleuter heeft uitgelokt door het lentezonnetje haar ivagen verlaten en het stuur uit moeder’s handen overgenomen.