den niet zeer te hebben aangetrokken; immers len jare 1445 kwam (volgens de getuigenis van guthrt) een Vlaamsclie scheepvaarder van Brugge op diezelfde eilanden aan land , nam ze in bezit, en gaf er den naam aan van flaamsche eilanden (*).

Even als in de Nederlanden de liandel, eerst te Brugge gevestigd , van daar naar het van alle oorden der wereld bezochte Antwerpen is overgegaan, en later van de oevers der Schelde zich naar die van liet IJ heeft verplaatst , zoo is ook de opsporing van het westelijke halfrond der wereld in diezelfde richting voortgezet. Op de Ylaamsclxe sclieepvaarders der vijftiende eeuw volgden nu de grootc Antwerpsclie handelaars der zestiende , onder welke een Willem Usselincx, De Laet, Yan Meeteren, eene belangrijke plaats bekleeden. De eerstgenoemde , een man van helder doorzicht en vcruitziende plannen , was ernstig bedacht op liet verder ontdekken van, en in nadere handelsgemeenschap treden met, de West - Indien. Doch de toenmalige toestand der zuidelijko Nederlanden in het algemeen , en van Antwerpen in het bijzonder , was niet gunstig voor soortgelijke ontwerpen ,

race of formidaile invaders, who should come from regions towards the rising sun, to overrun and desolate their country. — Ilist. of America, b.V. p. 231. — In Europa kan het denkbeeld van een groot Westland ontstaan zijn uit de merkwaardige verhalen van Madoc, zoon van Owen Gnynnedd , Prins van Wallis, die omtrent het jaar 1170 Amerika bezocht heeft. Zie michaud, Biographie universelle, t. XXVI. p. 95, aangehaald door willems, in zijn Reinaert de Vos, bi. xxiii, xxiv. Mocht het verloren gedicht van Willem van Utenhove (zoo als de heer willems hem meent te mogen noemen), onder den titel van Madoc, worden hervonden, men zou omtrent dat alles waarschijnlijk nader ingelicht kunnen worden.

(*) Bejsnet en van wijk roelandsz, Verhandeling over de Nederlandsche ontdekkingen, Utr. 1825, bl. 11—25, waar LI. 13 verhaald wordt, dat op die eilanden reeds in het laatst der liieeeuw uit Brugge eenige zeelieden aangeland waren»