schouwers — onderscheiden lokaliteiten kan voorstellen. Op de eerste zijmuren — want zijschermen kan men ze niet noemen — is een gevangenis afgebeeld: en wanneer het tooneel nu een gevangenis moest voorstellen, liet men het gordijn, dat onmiddelijk achter die zijmuren om een dwarsstang geslingerd was, vallen. Werd het noodig, dat een der personaadjen van een stadsmuur of een toren of uit een venster spreken moest, dan ging hy op eene der aan weerskanten aangebrachte galeryen staan: en viel de handel in de open lucht voor, dan werd dit aangeduid door de tooneelisten te laten opkomen uit de opene ruimte tusschen de kolommen, die een uitzicht naar buiten opleveren. De troon, die, even als de rest, vast stond, werd veelvuldig gebezigd; en speelde het stuk elders dan in een paleis, dan had men vrijheid, dien weg te denken. Vertoonde men een kluchtspel, dan werd weder het gordijn achter de gevangenis nedergelaten, en de voorgrond door 't aanbrengen van eenige meubelen in een gewoon vertrek herschapen. Men ziet, de toestel was nog zeer eenvoudig en primitief, en alle optische illuzie ontbrak, — doch die kwam men daar ook niet zoeken; en werkelijk bestaat hierin het grootste verschil tusschen den toeumaligen en den hedendaagschen schouwburg, dat het prikkelen der zinnen, 't welk nu als het hoofdvereischte wordt aangemerkt, te dier tijd niet in aanmerking kwam. Het stuk zelf, als drama of poëetisch voortbrengsel, kwam in aanmerking, en het overige was een byzaak, waarover zich niemand veel bekommerde.

// Niet lang echter — haagten wy ons er dit bij te voegen — bleef deze staat van zaken voortduren. Aldra begon men, voor stukken, waarvan men goede ontfangsten verwachtte, opzettelijke dekoratiën te vervaardigen: 't zij door het aanbrengen van een gebouwden toestel, 't zij door het beschilderen van doeken, die dan voor den troon werden opgehangen. Het zal ons, by volgende gelegenheden, blijken, dat ook menig treurspel van onzen dichter [Vondel] niet nieuwe dekoratiën werd opgeluisterd.

//Ik heb gemeend, dat deze korte uitweiding over de gedaante en de hulpmiddelen van het toenmalige tooneel niet ongepast ware; daar zy den lezer de gelegenheid aanbiedt, om zich een klare voorstelling te geven van de wijze, waarop