u of voor liem uit kan voortkomen, maar dat, indien hier een geheim ia verborgen, de openbaring daarvan tot zijn geluk strekken en w zeker voordeel aanbrengen zal."

Die ernstige taal scheen op de beide echtgenooten indruk te maken. Zij gingen in een hoek der kamer en spraken zacht met elkander.

// Zouden wij het hem bekend maken ?" fluisterde Margareta." — «Ik zie er niets kwaads in," antwoordde zijne vrouw. »Hij spreekt zoo vroom en ernstig. Wie weet of het niet in het voordeel van Timen is, en wij hebben in deze zaak als vrome christenmenschen gehandeld, zoodat wij er om onzentwil geen geheim van behoeven te maken." — //Vriend," sprak Geurt, zich daarop weder bij den vreemdeling voegende, «daar uwe bedoeling goed schijnt te zijn, zullen wij u openbaren wat gij gaarne wenscht te weten. Hoor dan! — Het is nu ruim twintig jaar geleden, dat ik met mijne vrouw te Yoorst, mijne geboorteplaats, woonde. Ik oefende ook daar het verwershandwerk uit; maar aangezien op het dorp niet veel te verwen viel, had ik ook weinig te doen. Dit had mij tot het besluit gebragt om naar Kampen te verhuizen, waar ik eenige bekenden had. Een paar dagen vóór ons vertrek hield op een avond een wagen voor onze deur stil. Een bejaard man en eene schoone jonge vrouw, beide in eenvoudig burgergewaad, traden bij ons binnen. De vrouw droeg een kind van omstreeks een jaar oud. Zij toonden dat zij met alles, wat onze personen en omstandigheden betrof, naauwkeurig bekend waren, en vroegen ons, of wij tegen goede belooning het kind, dat zij bij zich hadden, tot ons wilden nemen. Aanstonds zouden zij ons de som voor het eerste jaar ter hand stellen. Maar dan moesten wij de zaak geheim houden, en als wij ons in Kampen gevestigd hadden, het kind voor ons eigen uitgeven. Daar de voorslag ons voordeel aanbood, besloten wij na een kort beraad het kind te behouden, dat volgens hunne opgave, bij den doop den naam van Timen ontvangen had. Het was hartroerend te zien, hoe moeijelijk de jonge schoone vrouw, die blijkbaar de moeder was, zich van het jongsken kon losscheuren. Kort daarop zijn wij naar Kampen vertrokken , en hier weet niemand beter of Timen is onze eigen zoon, en als zoodanig hebben wij hem ook behandeld en