WIE UWE FBIESCHE VOLKS-ALMANAK.

Het spijt ons inderdaad, dat deze Almanak dit maal wederom zoo laat het licht ziet , dat er geen tijd meer was om het boekje, even als Erica, tot het geven van eenig verslag, aan onze medewerker C. P. toe te zenden. Wij kunnen nu alleen berigten dat de heeren A. Telting, W. EekĀ» hoff, Waling en T. R. Dijkstra, Mr. J. Dirks, Dr. Cannegieter, H. G. van der Veen, H. Beekkerk Heymans, A. Wassenbergh, B. Bolleman van der Veen, en anderen, goede, enkele zelfs uitstekende bijdragen leverden, en dat, wanneer wij een blik op de zoogenaamde prachtjaarboekjes van dit jaar werpen, op den ^rieschen Volks-Almanak, met zijne weinige pretensie en in zijn eenvoudig gewaad, met regt de spreuk van toepassing is: Simplex sigillum veri, en wel niet minder, dan op zijne confraters uit Gelderland, Utrecht en Apeldoorn.

De uitvoering van het jaarboekje, in het zeer nette bandje, verdient allen lof.

VERBETERING EN AANVULLING.

In dit Tijdschrift voor 1860 komt onder de boekverslagen, bladz. 186 en verv., eene aankondiging voor van het werk des heeren Kramm, Levens en werken der Hollandsere en Vlaamsche Kunstschilders, enz., waarin' ten slotte door Referent eene aanmerking gemaakt wordt op hetgeen de heer Kramm omtrent de familie van Baarsel mededeelt. Hetgeen deze heer in zijn werk namelijk daaromtrent zegt, is niet juist, maar de verbetering van Referent eischt mede eenige teregtwijzing, die ons nu onlangs door eene vriendelijke hand geworden is. Er was in dat boekverslag na. melijk sprake over drie van Baarsels, vader, zoon en kleinzoon, die alle drie kaartgraveurs geweest zouden zijn; het is echter, zoo als wij nu met zekerheid kunnen mededeele^ met de zaak aldus gelegen:

Cornelis van Baarsel was in het midden der vorige eeuw kruidenier te Utrecht. Daar hij gebukt ging onder de beschul-