Na een onvermoeid onderzoek vond hij eindelijk, dat de banen van Mars, en der andere planeten ellipsen zijn; dat zij de zon, die in haar gemeenschappelijk brandpunt staat, met toenemende snelheid naderen, en zich met afnemende van haar verwijderen. Daarna was de duizendjarige heerschappij van het verwarde Ptolemaeïeche stelsel gevallen, Copernicus verbeterd, en eene nieuwe ware sterrekunde geschapen. Kepler vervulde de wereld met zijnen roem.

Na den dood van keizer Rudolf werd Kepler ook door zijnen opvolger Matthias in de betrekking van keizerlijk wiskundige bevestigd; zijne bezoldiging echter werd hem nog slechter betaald dan tot dusverre het geval was geweest. Het achterstallige liep tot ƒ 12,000 op. De werkzaamheden op het observatorium moesten gestaakt worden, uit gebrek aan ondersteuning. Dit, zoowel als het achterblijven van zijn inkomen, noodzaakte den beroemden sterrekundige een leerstoel aan het gymnasium te Linz aan te nemen. Eenige jaren te voren stierf zijne vrouw, die reeds lang kwijnende geweest en eindelijk krankzinnig geworden was. Te gelijker tijd verloor Kepler drie kinderen aan de pokken.

Naauwelijks te Linz aangekomen, werd hem het brandmerk van een ketter openlijk op het voorhoofd gedrukt, doordien het consistorie hem van het genot des avondmaals uitsloot, aangezien hij zwarigheid had gemaakt om het formulier van eenheid onvoorwaardelijk te onderteekenen.

In 1613 ging Kepler een tweede huwelijk aan met de schoone Susanna Rettinger, dochter van een meubelmaker, die echter van eene barones hare opvoeding ontvangen had. Maar ook dit huiselijk geluk werd aldra door een storm van buiten gestoord.

Keplers moeder was ruw van zeden en onverdragelijk van karakter. Daarbij had zij de gewoonte om personen, met wie zij sprak, niet aan te zien, maar alsdan haren blik zijwaarts op den grond te werpen, alsof zij over iets nadacht. Iemand niet te durven aanzien, werd in haren tijd voor een slecht teeken gehouden. Ook werd zij door alles, wat wonderbaar en geheimzinnig was, sterk aangetrokken, en hield veel van tegenspreken.

Op zekeren dag begaf Catharina —dus heette zijne moeder — zich naar het kerkhof, om op het graf van een klein-