zoon een gedenkteeken te plaatsen. Hier bemerkte zij , dat de doodgraver, bij het delven van een nieuw graf, digt bij de rustplaats van haren vader was gekomen. Terstond viel haar te binnen, in eene predikatie gehoord te hebben , dat er volkeren waren, die zich van den schedel hunner overledene bloedverwanten tot drinkkom bedienden, en dat dit eene prijzenswaardige herinnering aan de sterfelijkheid was.

// Och, wees zoo goed om even het graf van mijn vader te openen!" zeide zij tot den doodgraver, terwijl zij hem naderde. — //Dat zal ik misschien toch moeten doen," gaf hij ten antwoord.— «Zoo? Wel nu, dan kunt gij mij eene groote dienst bewijzen, als gij den schedel van mijn vader er uitneemt en mij die aangeeft."

De doodgraver zette groote oogen op , bij zulk een wonderlijk verlangen. // Laat toch het gebeente van uw vader zaliger in rust!" zeide hij. «Wat wilt gij met zijn schedel beginnen?" — //Ik wil dien mijnen zoon, den sterrekunstenaar, op zijn verjaardag present geven; het zal hem zeker veel genoegen doen, en hij zal er ongetwijfeld een zilveren rand om laten maken." — //Wat?" riep de doodgraver met een gezigt vol ontzetting. //Neen, vrouw! met die dingen laat ik mij niet in. Ik heb geen lust om ten gevalle van zoo iets door de overheid van mijnen post ontzet te worden. Gij zoudt er mij zeker niet schadeloos voor stellen!" Dus besloot hij , met deze woorden zinspelende op Catharina's armoedige kleeding, en verwijderde zich. Bij zichzelven dacht hij echter: //Jongens! met dat mensch moet men zich zoo weinig mogelijk inlaten; er is bij haar vast iets, dat niet in den haak is. Wat weerga zou zij met dien schedel willen uitvoeren?" De toovenaars namelijk bedienden zich, volgens de meening uit die dagen, van menschenbeenderen tot hunne schadelijke kunst.

Catharina's dochter was buiten 's lands gehuwd. Daar de oude vrouw hare hulp in het bedienen der herbergklanten ontbeerde, tapte zij gemakshalve den wijn in tinnen kannen bij voorraad in de gelagkamer, om bezoekers of andere personen, die haar eene dienst betoonden, terstond een dronk te kunnen aanbieden. Deed zich de gelegenheid daartoe niet spoedig op, dan kon de met zuurstoffen vervalschte wijn het lood , dat onder het tin gemengd was , zeer goed oplossen