oogen vol tranen stonden. — // Ach, gentilissima !" zeide de knaap lagchende. «ITwe kamenier draagt het hoofddeksel der meisjes van Termoli. Zij heeft zeker aan mijne spraak bemerkt, dat ik uit den Abruzzo citeriore ben, en weent van vreugde bij het zien van een landgenoot." — // Kijk naar uwen weg!" beval Januaria. «Waarheen brengt gij mij? Deze weg loopt niet naar de villa Pagani." — « O , wees gerust, vossignoria! Zou ik Torre del Greco niet kennen en Bosco tre Santa ? Men kan hier over den lavaberg daarginder niet heenkijken; anders zoudt gij zien dat de villa, die gij bedoelt, vlak voor ons ligt."

De lucht was intusschen betrokken. De wind dreef groote rookwolken van den Vesuvius over Torre del Greco been, naar de zee toe. Donkerrood blikten eenige zonnestralen door dezen lijksluijer, en van den Vesuvius af bruisten van tijd tot tijd windvlagen, als voorboden van een naderenden storm.

//Wat is die lucht drukkend!" zeide Januaria bij zichzelve en droogde de zweetdroppels van haar voorhoofd, // En nog altijd zijn wij er niet. Tommasina, is dit nog Torre del Greco, of zijn wij reeds in Bosco tre Santa?" — //Dit is Bosco!" riep de voerman lagchende. — //Onbeschaamde!" zeide Januaria, met schielijk uitbarstende, echt Napolitaansche hartstogtelijkheid: //waarheen brengt gij mij?"

VIII.

OPLOSSING-EN.

//O signora," zeide de koetsier, //ik weet zeer goed wat ik doe. De man daarginder, die op zijne vingers floot, heeft mij gezegd, dat men Uwe Eccellenza op de villa Sarannannico en niet op de villa Pagani wachtte." — «Men? Wie? Wie wacht mij?" — //Ja, dat weet ik niet," antwoordde de voerman. — «En villa Sarannanico? die ken ik niet." — «Zij ligt omstreeks vier miglie van hier, nabij den weg naar Sarno; daar, dien kant uit." — «Dat is waarlijk het toppunt van alle onbegrijpelijkheid!" riep Januaria. «Hou op, koetsier! Baron Palkenberg, hier moet eene verwisseling van personen hebben plaats gevonden; of zijt gij bij deze

4*