denkenden niet ten eenenmale uit het oog werd verloren, blijkt uit menigen schoonen trek, dien wij in deze bladen vinden opgeteekend. Mogt men daaraan in onze dagen van strijd en verschil op godsdienstig gebied een voorbeeld nemen! Aan daden van ruw geweld en gewetensdwang staan wij wel is waar niet meer bloot, maar nog al te zeer is men geneigd, bij verschil van gevoelen , elkander te verketteren, en een stelsel van verdachtmaking jegens andersdenkenden te bezigen, dat meer van bekrompenheid dan van ware godsvrucht of Christelijke liefde getuigt. In iedere rigting, hoe zeer ook van onze eigene verschillende, is goede trouw mogelijk en denkbaar. Dat moest men in het oog houden. De ware verdraagzaamheid dient goede trouw ook bij de tegenpartij te veronderstellen, en elke overtuiging te eerbiedigen. Mogt zulk eene verdraagzaamheid meer en meer het kenmerk worden van onze immers zoo verlichte eeuw!

C. P.

Geld en geluk. Door Jeremias Gotthelf. Uit het Hoogduitsch vertaald door W. J. Mensing. Te 's Hertogenbosch, bij G. H. van der Schuyt. 1862. 201 en 196 bladz. in post-8\ Prijs ƒ 2,—.

Niemand zou er ons dank voor weten, wanneer wij wilden trachten eene korte schets te geven van het verhaal, dat ons in deze twee boekdeeltjes wordt te lezen gegeven. Het zou ten minste niet strekken om den leeslust op te wekken; want zóó eenvoudig is de geschiedenis, dat niemand het der moeite waard zou achten, die in te zien, wanneer wij het beloop daarvan mededeelden. Maar de wijze, waarop Gotthelf zijne geschiedenis vertelt, maakt nu juist, dat wij wel ieder zouden willen toeroepen: //Lees toch zijn Gelden geluh, gij allen, die iets waarlijk goeds wilt lezen!" Al zijn het maar boerenmenschen, waarmede hij ons in kennis brengt, er valt veel van hen te leeren; want het is niet de boer, maar de mensch dien hij ons afschildert, en dat op zoo natuurlijke wijze, met zooveel juistheid, dat menigeen zichzelven of zijn buurman zal herkennen in de geschetste beelden. Iedere bladzijde*is daarbij rijk aan fijne opmerkingen, aan geestige trekken, die een buitengemeen talent, maar