was liet donkerrood, dat anders de wangen en den neus van den president kleurde, op eens verbleekt, — en toen Hoyer, op een beleedigend antwoord van zijnen chef, dezen onder het oog wilde brengen, hoe diep zulk eene behandeling een getrouw ambtenaar grieven moest, kende de woede van den ouden grompot geen grenzen meer, en hij overlaadde den assessor met zulk een vloed van scheldwoorden, als de oude bode Naumann, gedurende de veertig jaren, dat hij zijne betrekking bekleedde, nog nooit uit den mond van den president gehoord had.

Toen de oude izegrim daarop was heengegaan, had Hoyer, geen woord meer magtig, zijne plaats verlaten, en was vol stille woede naar zijne woning gesneld. De oude bodeintusschen, die in Pauline's soldij stond, had aan deze woord voor woord oververteld, wat er tusschen haren- vader en Hoyer voorgevallen was, en ongeduldiger dan ooit zag nu Pauline in het schemeruur zijne komst in den tuin te gemoet, terwijl Maria, als naar gewoonte, bij de gelieven de wacht hield, en de president in de schaakclub vertoefde.

Vroeger dan gewoonlijk was Hoyer reeds op de plaats der bijeenkomst, en verschrikt wierp Pauline een blik op het geheel ontstelde gelaat van den diep beleedigde. Deze trad naar haar toe, en riep op eenen toon van smart uit: //Pauline, wij moeten voor de tweedemaal scheiden; want ik kan niet langer hier blijven: zulk eene behandeling is niet uit te staan." — //Ik weet alles, goede G-eorge!" antwoordde Pauline, met eene uitdrukking van stillen weemoed in hare anders zoo opgeruimde , vrolijke stem, en trok haren beminde naast zich op de sofa. // Maar zeg eens: wilt gij mij een offer breugen?" — //Verlang mijn leven, en ik offer het voor u op; want gij zijt voor mij al wat ik op de wereld heb!" riep Hoyer hartstogtelijk uit, en drukte zijne beminde aan zijne borst. — //Wel nu dan! Morgen begeeft gij u op uwe plaats; en komt mijn vader, om op nieuw met u te beginnen, dan ziet gij hem onverschrokken in het ge zigt, en vergeet vooral dat hij mijn vader is; want gij moet, wanneer het er op aankomt,..." — // Wel nu, wat moet ik?" vroeg Hoyer gespannen. — // Helaas!" merkte Pauline