heid niet. Die zich er aan verslaaft, loopt gevaar in een geldzak veranderd te worden. Ik heb ze nooit gezegend gezien, die zich minder hielden dan een zilverstuk. De koning is in natura een constitutioneel vorst, en in zijn naam wordt vrij wat gedaan wat hij zelf anders welligt beter zou doen; maar afgebeeld op eene zilveren schijf, is hij de luim zelf, deserteert, domineert, of laat zich levend begraven in eene brandkast. Gelukkig wiens beurs hem als een telkens terugkeerenden passant ontvangt! Onze Simon was raar aan zijn geld gekomen : als een rijksdaalder klappen kon, behoefde niemand meer een roman te koopen. De rijke koopman had echter niet veel aan zijn geld, en ik heb ook nooit gezien , dat onregtvaardig goed gedijt. Hoe het Simon ging, en wat hij met zijn geld deed, zal oom Adam u vertellen.

Gij zult ook een meisje ontmoeten, dat gij lief zult krijgen, of het zou mij van u spijten. Gelukkig weet zij niet, wie hare moeder onthouden heeft wat haar toekwam ; want dan zou zij het lot beklaagd en den schraper gevloekt hebben; maar neen! Adelaide kon niet gevloekt hebben, en dit doet niemand, die iets hemelseh in den boezem draagt. Breng haar eerst een bezoek bij den predikant Phil, een braaf man , maar wonderlijk , zoo als er in zijn vak met boeken- zonder menschenkennis meer zijn. Hij leefde op zijne studeerkamer, beredeneerde alles, begreep van het leven niets, en geloofde ieder, omdat hij een botje zonder gal was. Het was goed dat hij geen geld had, anders zou hij zich hebben laten bestelen. Zijn hart was een juweel, en zijne gade het zilver, waarin dit kleinood gekast was. Hij voedde Adelaide op, maar naast hem stond een doctor, mijnheer Georgson, een origineel man, vol practische levenswijsheid, die even goed de kunst verstond vaa een oudsgast te cureren als chinine voor de koorts toe te dienen. Voor hem was menigeen, die van booze plannen zwanger ging, bang als een deugniet voor een politie-inspecteur. Althans, gij zult er in dit verhaal ontmoeten, die niet zeer gesteld waren op zijn bezoek, of dat hij ergens, wat hem aanging, de hand stak. Dat was vooral het geval in het hotel van den gouverneur baron van Lindau, wiens vrouw ten behoeve van haren zoon Gustaaf, een lieve jongen, speculatie maakt